Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٠ / صفحة ٣٩٢

Al-Qasas 51-59, Koran - Djuz' 20 - Pagina 392

Djuz'-20, Pagina-392 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-20, Pagina-392 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-20, Pagina-392 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَلَقَدْ وَصَّلْنَا لَهُمُ الْقَوْلَ لَعَلَّهُمْ يَتَذَكَّرُونَ ﴿٥١﴾
28/Al-Qasas-51: Walaqad wassalna lahumu alqawla laAAallahum yatathakkaroona
En voorzeker, Wij openbaarden hun achtereenvolgens het Woord, hopelijk zullen zij zich laten vermanen. (51)
الَّذِينَ آتَيْنَاهُمُ الْكِتَابَ مِن قَبْلِهِ هُم بِهِ يُؤْمِنُونَ ﴿٥٢﴾
28/Al-Qasas-52: Allatheena ataynahumu alkitaba min qablihi hum bihi yu/minoona
Degenen die Wij daarvóór (vóór de Koran) de Schrift gegeven hebben: zij geloven erin. (52)
وَإِذَا يُتْلَى عَلَيْهِمْ قَالُوا آمَنَّا بِهِ إِنَّهُ الْحَقُّ مِن رَّبِّنَا إِنَّا كُنَّا مِن قَبْلِهِ مُسْلِمِينَ ﴿٥٣﴾
28/Al-Qasas-53: Wa-itha yutla AAalayhim qaloo amanna bihi innahu alhaqqu min rabbina inna kunna min qablihi muslimeena
En wanneer hij (de Koran) aan hen voorgedragen wordt, zeggen zij: "Wij geloven erin. Voorwaar, het is de Waarheid van onze Heer. Voorwaar, wij hadden ons ervóór al overgegeven (aan Allah)." En welke dingen jullie ook gegeven werden: zij zijn de genietingen van het wereldse leven en haar versiering. Maar wat van de Zijde van Allah komt is beter en blijvender. Begrijpen jullie dan niet? (53)
أُوْلَئِكَ يُؤْتَوْنَ أَجْرَهُم مَّرَّتَيْنِ بِمَا صَبَرُوا وَيَدْرَؤُونَ بِالْحَسَنَةِ السَّيِّئَةَ وَمِمَّا رَزَقْنَاهُمْ يُنفِقُونَ ﴿٥٤﴾
28/Al-Qasas-54: Ola-ika yu/tawna ajrahum marratayni bima sabaroo wayadraoona bialhasanati alssayyi-ata wamimma razaqnahum yunfiqoona
Diegenen zal tweemaal hun beloning gegeven worden: omdat zij geduldig waren en zij met het goede het kwade afwendden; en omdat zij uitgeven van dat waar Wij hen mee voorzien hebben. (54)
وَإِذَا سَمِعُوا اللَّغْوَ أَعْرَضُوا عَنْهُ وَقَالُوا لَنَا أَعْمَالُنَا وَلَكُمْ أَعْمَالُكُمْ سَلَامٌ عَلَيْكُمْ لَا نَبْتَغِي الْجَاهِلِينَ ﴿٥٥﴾
28/Al-Qasas-55: Wa-itha samiAAoo allaghwa aAAradoo AAanhu waqaloo lana aAAmaluna walakum aAAmalukum salamun AAalaykum la nabtaghee aljahileena
En wanneer zij nutteloos gepraat hoorden, wendden zij zich af, en zeiden: "Voor ons onze daden en voor jullie jullie daden, vrede zij met jullie, wij zoeken de onwetenden niet op." (55)
إِنَّكَ لَا تَهْدِي مَنْ أَحْبَبْتَ وَلَكِنَّ اللَّهَ يَهْدِي مَن يَشَاء وَهُوَ أَعْلَمُ بِالْمُهْتَدِينَ ﴿٥٦﴾
28/Al-Qasas-56: Innaka la tahdee man ahbabta walakinna Allaha yahdee man yashao wahuwa aAAlamu bialmuhtadeena
Voorwaar, jij kunt degene die jij liefhebt geen leiding geven. Maar Allah leidt wie Hij wil, en Hij kent degenen die leiding volgen het best. (56)
وَقَالُوا إِن نَّتَّبِعِ الْهُدَى مَعَكَ نُتَخَطَّفْ مِنْ أَرْضِنَا أَوَلَمْ نُمَكِّن لَّهُمْ حَرَمًا آمِنًا يُجْبَى إِلَيْهِ ثَمَرَاتُ كُلِّ شَيْءٍ رِزْقًا مِن لَّدُنَّا وَلَكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ ﴿٥٧﴾
28/Al-Qasas-57: Waqaloo in nattabiAAi alhuda maAAaka nutakhattaf min ardina awa lam numakkin lahum haraman aminan yujba ilayhi thamaratu kulli shay-in rizqan min ladunna walakinna aktharahum la yaAAlamoona
En zij zeiden: "Als wij de leiding met jou volgen, dan worden wij uit ons land gedreven." Hebben Wij hen dan niet op een gewijde en een veilige plaats doen vestigen, waaheen allerlei soorten vruchten worden gebracht, als een levensvoorziening van Onze zijde? Maar de meesten van hen weten het niet. (57)
وَكَمْ أَهْلَكْنَا مِن قَرْيَةٍ بَطِرَتْ مَعِيشَتَهَا فَتِلْكَ مَسَاكِنُهُمْ لَمْ تُسْكَن مِّن بَعْدِهِمْ إِلَّا قَلِيلًا وَكُنَّا نَحْنُ الْوَارِثِينَ ﴿٥٨﴾
28/Al-Qasas-58: Wakam ahlakna min qaryatin batirat maAAeeshataha fatilka masakinuhum lam tuskan min baAAdihim illa qaleelan wakunna nahnu alwaritheena
En hoeveel steden hebben Wij niet vernietigd die overdreven met hun genietingen? En dat zijn hun woningen, er wonen na hen slechts weinigen. En Wij waren de erfgenamen. (58)
وَمَا كَانَ رَبُّكَ مُهْلِكَ الْقُرَى حَتَّى يَبْعَثَ فِي أُمِّهَا رَسُولًا يَتْلُو عَلَيْهِمْ آيَاتِنَا وَمَا كُنَّا مُهْلِكِي الْقُرَى إِلَّا وَأَهْلُهَا ظَالِمُونَ ﴿٥٩﴾
28/Al-Qasas-59: Wama kana rabbuka muhlika alqura hatta yabAAatha fee ommiha rasoolan yatloo AAalayhim ayatina wama kunna muhlikee alqura illa waahluha thalimoona
En jouw Heer was geen vernietiger van de steden vóórdat Hij tot hun hoofdstad een boodschapper had gestuurd die hen Onze verzen voordroeg. En Wij waren geen vernietiger van de stad, tenzij haar bewoners onrechtvaardig waren. (59)