Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٢ / صفحة ٤٣٤

Koran, Pagina 434 (Djuz' 22) recitatie door Maher Al Mueaqly

vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قُلْ جَاء الْحَقُّ وَمَا يُبْدِئُ الْبَاطِلُ وَمَا يُعِيدُ ﴿٤٩﴾
قُلْ إِن ضَلَلْتُ فَإِنَّمَا أَضِلُّ عَلَى نَفْسِي وَإِنِ اهْتَدَيْتُ فَبِمَا يُوحِي إِلَيَّ رَبِّي إِنَّهُ سَمِيعٌ قَرِيبٌ ﴿٥٠﴾
وَلَوْ تَرَى إِذْ فَزِعُوا فَلَا فَوْتَ وَأُخِذُوا مِن مَّكَانٍ قَرِيبٍ ﴿٥١﴾
وَقَالُوا آمَنَّا بِهِ وَأَنَّى لَهُمُ التَّنَاوُشُ مِن مَكَانٍ بَعِيدٍ ﴿٥٢﴾
وَقَدْ كَفَرُوا بِهِ مِن قَبْلُ وَيَقْذِفُونَ بِالْغَيْبِ مِن مَّكَانٍ بَعِيدٍ ﴿٥٣﴾
وَحِيلَ بَيْنَهُمْ وَبَيْنَ مَا يَشْتَهُونَ كَمَا فُعِلَ بِأَشْيَاعِهِم مِّن قَبْلُ إِنَّهُمْ كَانُوا فِي شَكٍّ مُّرِيبٍ ﴿٥٤﴾

سورة فاطر

الْحَمْدُ لِلَّهِ فَاطِرِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ جَاعِلِ الْمَلَائِكَةِ رُسُلًا أُولِي أَجْنِحَةٍ مَّثْنَى وَثُلَاثَ وَرُبَاعَ يَزِيدُ فِي الْخَلْقِ مَا يَشَاء إِنَّ اللَّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ﴿١﴾
مَا يَفْتَحِ اللَّهُ لِلنَّاسِ مِن رَّحْمَةٍ فَلَا مُمْسِكَ لَهَا وَمَا يُمْسِكْ فَلَا مُرْسِلَ لَهُ مِن بَعْدِهِ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿٢﴾
يَا أَيُّهَا النَّاسُ اذْكُرُوا نِعْمَتَ اللَّهِ عَلَيْكُمْ هَلْ مِنْ خَالِقٍ غَيْرُ اللَّهِ يَرْزُقُكُم مِّنَ السَّمَاء وَالْأَرْضِ لَا إِلَهَ إِلَّا هُوَ فَأَنَّى تُؤْفَكُونَ ﴿٣﴾
٤٣٤
34/Saba-49: Qul jaa alhaqqu wama yubdi-o albatilu wama yuAAeedu
Zeg: "De Waarheid is gekomen en de valsheid zal zich niet herhalen en niet terugkomen." (49)
34/Saba-50: Qul in dalaltu fa-innama adillu AAala nafsee wa-ini ihtadaytu fabima yoohee ilayya rabbee innahu sameeAAun qareebun
Zeg: "Als ik dwaal, dan dwaal ik slechts in het nadeel van mijzelf, en als ik de Leiding volg, dan is dat door wat mijn Heer aan mij heeft geopenbaard," Voorwaar, Hij is Alhorend, nabij. (50)
34/Saba-51: Walaw tara ith faziAAoo fala fawta waokhithoo min makanin qareebin
En als jij hen zou zien wanneer zij beven van angst, er zal dan voor hen geen ontkomen Záin en zij zullen uit een nabije plaats genomen worden, (en dan zie jij de geweldige bestraffing). (51)
34/Saba-52: Waqaloo amanna bihi waanna lahumu alttanawushu min makanin baAAeedin
En zij zeggen: "Wij geloven (nu) in hem," maar hoe zouden zij (het gelooft) nog kunnen bereiken, vanaf een verafgelegen plaats? (52)
34/Saba-53: Waqad kafaroo bihi min qablu wayaqthifoona bialghaybi min makanin baAAeedin
En terwijl zij liem daarvóór waarlijk verwierpen. En zij gissen naar het onwaarneembare vanaf een verafgelegen plaats. (53)
34/Saba-54: Waheela baynahum wabayna ma yashtahoona kama fuAAila bi-ashyaAAihim min qablu innahum kanoo fee shakkin mureebin
En tussen hen en wat zij verlangen is een belemmering gemakt, zoals dat bij hun (soortgelijke) volkeren van vroeger is gedaan. Voorwaar, zij verkeerden in vergaande twijfel. (54)

Soera Al-Mala'ikah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

35/Al-Mala'ikah-1: Alhamdu lillahi fatiri alssamawati waal-ardi jaAAili almala-ikati rusulan olee ajnihatin mathna wathulatha warubaAAa yazeedu fee alkhalqi ma yashao inna Allaha AAala kulli shay-in qadeerun
Alle tof zij Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde. Hij heeft de Engelen tot gezanten gemaakt, met twee, drie of vier vleugels. Hij voegt aan de schepping toe wat Hij wil. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken. (1)
35/Al-Mala'ikah-2: Ma yaftahi Allahu lilnnasi min rahmatin fala mumsika laha wama yumsik fala mursila lahu min baAAdihi wahuwa alAAazeezu alhakeemu
Wat Allah voor de mensen schenkt aan Barmhartigheid, niemand kan het tegenhouden; en wat hij tegenhoudt, buiten Hem kan niemand het loslaten. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (2)
35/Al-Mala'ikah-3: Ya ayyuha alnnasu othkuroo niAAmata Allahi AAalaykum hal min khaliqin ghayru Allahi yarzuqukum mina alssama-i waal-ardi la ilaha illa huwa faanna tu/fakoona
O mensen, gedenkt de gunst van Allah voor jullie. Is er een andere schepper dan Allah, Die jullie uit de hemelen en de aarde voorzieningen schenkt? Geen god is er dan Hij. Hoe kunnen jullie dan belogen worden! (3)
434