Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٢٥ / صفحة ٤٨٧
القرآن الكريم
»
جزئها ٢٥
»
القرآن الكريم / جزئها ٢٥ / صفحة ٤٨٧
Ash-Shura 32-44, Koran - Djuz' 25 - Pagina 487
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 25
»
Ash-Shura 32-44, Koran - Djuz' 25 - Pagina 487
Luister Koran Pagina-487
وَمِنْ آيَاتِهِ الْجَوَارِ فِي الْبَحْرِ كَالْأَعْلَامِ
﴿٣٢﴾
42/Ash-Shura-32: Wamin ayatihi aljawari fee albahri kaal-aAAlami
En tot Zijn Tekenen behoren de schepen zo groot als bergen die op de zee varen. (32)
إِن يَشَأْ يُسْكِنِ الرِّيحَ فَيَظْلَلْنَ رَوَاكِدَ عَلَى ظَهْرِهِ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَآيَاتٍ لِّكُلِّ صَبَّارٍ شَكُورٍ
﴿٣٣﴾
42/Ash-Shura-33: In yasha/ yuskini alrreeha fayathlalna rawakida AAala thahrihi inna fee thalika laayatin likulli sabbarin shakoorin
En als Hij wil, dan laat Hij de wind liggen, zodat de schepen stil komen te liggen op haar oppervlak. Voorwaar, daarin zijn zeker tekenen vooir iedere geduldige en dankbare. (33)
أَوْ يُوبِقْهُنَّ بِمَا كَسَبُوا وَيَعْفُ عَن كَثِيرٍ
﴿٣٤﴾
42/Ash-Shura-34: Aw yoobiqhunna bima kasaboo wayaAAfu AAan katheerin
Of Hij vernietigt deze (schepen) wegens wat zij verichtten, maar Hij vergeeft veel. (34)
وَيَعْلَمَ الَّذِينَ يُجَادِلُونَ فِي آيَاتِنَا مَا لَهُم مِّن مَّحِيصٍ
﴿٣٥﴾
42/Ash-Shura-35: WayaAAlama allatheena yujadiloona fee ayatina ma lahum min maheesin
En opdat zij die over Onze Tekenen redetwisten weten dat er voor hen geen uitweg is. (35)
فَمَا أُوتِيتُم مِّن شَيْءٍ فَمَتَاعُ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَمَا عِندَ اللَّهِ خَيْرٌ وَأَبْقَى لِلَّذِينَ آمَنُوا وَعَلَى رَبِّهِمْ يَتَوَكَّلُونَ
﴿٣٦﴾
42/Ash-Shura-36: Fama ooteetum min shay-in famataAAu alhayati alddunya wama AAinda Allahi khayrun waabqa lillatheena amanoo waAAala rabbihim yatawakkaloona
En wat jullie gegeven is, is slechts een vergankelijke genieting van het wereldse leven. Maar wat zich bij Allah bevindt is beter en blijvender voor hen die geloven en die op hun Heer vertrouwen. (36)
وَالَّذِينَ يَجْتَنِبُونَ كَبَائِرَ الْإِثْمِ وَالْفَوَاحِشَ وَإِذَا مَا غَضِبُوا هُمْ يَغْفِرُونَ
﴿٣٧﴾
42/Ash-Shura-37: Waallatheena yajtaniboona kaba-ira al-ithmi waalfawahisha wa-itha ma ghadiboo hum yaghfiroona
En (zij zijn) degenen die de grote zonden en de verdorvenheid mijden. En als zij boos zijn, dan vergeven zij. (37)
وَالَّذِينَ اسْتَجَابُوا لِرَبِّهِمْ وَأَقَامُوا الصَّلَاةَ وَأَمْرُهُمْ شُورَى بَيْنَهُمْ وَمِمَّا رَزَقْنَاهُمْ يُنفِقُونَ
﴿٣٨﴾
42/Ash-Shura-38: Waallatheena istajaboo lirabbihim waaqamoo alssalata waamruhum shoora baynahum wamimma razaqnahum yunfiqoona
En (zij zijn) degenen die gehoor geven aan hun Heer en de shalât onderhouden, en hun zaken in onderling overleg (Sjôera) beslissen, en zij geven uit van waar Wij hun mee voorzien hebben. (38)
وَالَّذِينَ إِذَا أَصَابَهُمُ الْبَغْيُ هُمْ يَنتَصِرُونَ
﴿٣٩﴾
42/Ash-Shura-39: Waallatheena itha asabahumu albaghyu hum yantasiroona
En (zij zijn) degenen die, als onrecht hen treft, zich verdedigen. (39)
وَجَزَاء سَيِّئَةٍ سَيِّئَةٌ مِّثْلُهَا فَمَنْ عَفَا وَأَصْلَحَ فَأَجْرُهُ عَلَى اللَّهِ إِنَّهُ لَا يُحِبُّ الظَّالِمِينَ
﴿٤٠﴾
42/Ash-Shura-40: Wajazao sayyi-atin sayyi-atun mithluha faman AAafa waaslaha faajruhu AAala Allahi innahu la yuhibbu alththalimeena
En de vergelding voor een slechte daad is dezelfde slechte daad, maar voor wie vergeeft en verzoent: zijn beloning is bij Allah. Voorwaar, Hij houdt niet van de onrechtplegers. (40)
وَلَمَنِ انتَصَرَ بَعْدَ ظُلْمِهِ فَأُوْلَئِكَ مَا عَلَيْهِم مِّن سَبِيلٍ
﴿٤١﴾
42/Ash-Shura-41: Walamani intasara baAAda thulmihi faola-ika ma AAalayhim min sabeelin
En wie zich verdedigt nadat hem onrecht is aangedaan: zij zijn degenen tegen wie er geen weg (tot bestraffing) is. (41)
إِنَّمَا السَّبِيلُ عَلَى الَّذِينَ يَظْلِمُونَ النَّاسَ وَيَبْغُونَ فِي الْأَرْضِ بِغَيْرِ الْحَقِّ أُوْلَئِكَ لَهُم عَذَابٌ أَلِيمٌ
﴿٤٢﴾
42/Ash-Shura-42: Innama alssabeelu AAala allatheena yathlimoona alnnasa wayabghoona fee al-ardi bighayri alhaqqi ola-ika lahum AAathabun aleemun
Er is wel een weg (tot bestraffing) tegen degenen die de mensen onrecht aandeden en die zonder recht buitensporig op aarde handelden. Zij zijn degenen voor wie er een pijnlijke bestraffing is. (42)
وَلَمَن صَبَرَ وَغَفَرَ إِنَّ ذَلِكَ لَمِنْ عَزْمِ الْأُمُورِ
﴿٤٣﴾
42/Ash-Shura-43: Walaman sabara waghafara inna thalika lamin AAazmi al-omoori
Maar wie geduldig was en vergaf voorwaar, dat behoort zeker tot de aanbevolen daden. (43)
وَمَن يُضْلِلِ اللَّهُ فَمَا لَهُ مِن وَلِيٍّ مِّن بَعْدِهِ وَتَرَى الظَّالِمِينَ لَمَّا رَأَوُا الْعَذَابَ يَقُولُونَ هَلْ إِلَى مَرَدٍّ مِّن سَبِيلٍ
﴿٤٤﴾
42/Ash-Shura-44: Waman yudlili Allahu fama lahu min waliyyin min baAAdihi watara alththalimeena lamma raawoo alAAathaba yaqooloona hal ila maraddin min sabeelin
En wie door Allah tot dwaling gebracht wordt: voor hem is er daarna geen helper. En jij zult zien dat wanneer de onrechtplegers de straf zien, zij zullen zeggen: "Is er voor ons nog een weg om (naar de aarde) terug, te keren?" (44)