Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٧ / صفحة ٥٢٧

An-Najm 27-44, Koran - Djuz' 27 - Pagina 527

Djuz'-27, Pagina-527 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-27, Pagina-527 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-27, Pagina-527 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِنَّ الَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِالْآخِرَةِ لَيُسَمُّونَ الْمَلَائِكَةَ تَسْمِيَةَ الْأُنثَى ﴿٢٧﴾
53/An-Najm-27: Inna allatheena la yu/minoona bial-akhirati layusammoona almala-ikata tasmiyata al-ontha
Voorwaar, degenen die niet geloven in het Hiernamaals geven de Engelen zeker vrouwelijke namen. (27)
وَمَا لَهُم بِهِ مِنْ عِلْمٍ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا الظَّنَّ وَإِنَّ الظَّنَّ لَا يُغْنِي مِنَ الْحَقِّ شَيْئًا ﴿٢٨﴾
53/An-Najm-28: Wama lahum bihi min AAilmin in yattabiAAoona illa alththanna wa-inna alththanna la yughnee mina alhaqqi shay-an
Terwijl zij daarover geen kennis hebben, zij volgen niets dan vermoedens. En voorwaar, vermoedens baten niets tegen de Waarheid. (28)
فَأَعْرِضْ عَن مَّن تَوَلَّى عَن ذِكْرِنَا وَلَمْ يُرِدْ إِلَّا الْحَيَاةَ الدُّنْيَا ﴿٢٩﴾
53/An-Najm-29: FaaAArid AAan man tawalla AAan thikrina walam yurid illa alhayata alddunya
Wend je daarom af (O Moehammad) van wie zich van Onze Vermaning heeft afgekeerd, en die niets wenst dan het wereldse leven. (29)
ذَلِكَ مَبْلَغُهُم مِّنَ الْعِلْمِ إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعْلَمُ بِمَن ضَلَّ عَن سَبِيلِهِ وَهُوَ أَعْلَمُ بِمَنِ اهْتَدَى ﴿٣٠﴾
53/An-Najm-30: Thalika mablaghuhum mina alAAilmi inna rabbaka huwa aAAlamu biman dalla AAan sabeelihi wahuwa aAAlamu bimani ihtada
Dat is het doel van hun kennis. Voorwaar, jouw Heer weet beter wie van Zijn Weg is afgedwaald en wie de Leiding heeft aanvaard. (30)
وَلِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ لِيَجْزِيَ الَّذِينَ أَسَاؤُوا بِمَا عَمِلُوا وَيَجْزِيَ الَّذِينَ أَحْسَنُوا بِالْحُسْنَى ﴿٣١﴾
53/An-Najm-31: Walillahi ma fee alssamawati wama fee al-ardi liyajziya allatheena asaoo bima AAamiloo wayajziya allatheena ahsanoo bialhusna
En aan Allah behoort wat er in de hemelen en op de aarde is; opdat Hij degenen die kwaad verrichtten zal vergelden voor wat zij deden en opdat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (het Paradijs). (31)
الَّذِينَ يَجْتَنِبُونَ كَبَائِرَ الْإِثْمِ وَالْفَوَاحِشَ إِلَّا اللَّمَمَ إِنَّ رَبَّكَ وَاسِعُ الْمَغْفِرَةِ هُوَ أَعْلَمُ بِكُمْ إِذْ أَنشَأَكُم مِّنَ الْأَرْضِ وَإِذْ أَنتُمْ أَجِنَّةٌ فِي بُطُونِ أُمَّهَاتِكُمْ فَلَا تُزَكُّوا أَنفُسَكُمْ هُوَ أَعْلَمُ بِمَنِ اتَّقَى ﴿٣٢﴾
53/An-Najm-32: Allatheena yajtaniboona kaba-ira al-ithmi waalfawahisha illa allamama inna rabbaka wasiAAu almaghfirati huwa aAAlamu bikum ith anshaakum mina al-ardi wa-ith antum ajinnatun fee butooni ommahatikum fala tuzakkoo anfusakum huwa aAAlamu bimani ittaqa
(Zij zijn) degenen die de grote zonden en zedeloosheden mijden, behalve (onvermijdbare) lichte fouten. Voorwaar, jouw Heer is alomvattend in de vergeving. Hij kent jullie beter: toen Hij jullie uit aarde voortbracht en toen jullie nog baby's waren in de schoten van jullie moeders. Prijst niet julliezelf; Hij weet het beter wie (Allah) vreest. (32)
أَفَرَأَيْتَ الَّذِي تَوَلَّى ﴿٣٣﴾
53/An-Najm-33: Afaraayta allathee tawalla
Heb jij degene gezien die zich afkeert? (33)
وَأَعْطَى قَلِيلًا وَأَكْدَى ﴿٣٤﴾
53/An-Najm-34: WaaAAta qaleelan waakda
En die weinig gaf en (daarna) ophield? (34)
أَعِندَهُ عِلْمُ الْغَيْبِ فَهُوَ يَرَى ﴿٣٥﴾
53/An-Najm-35: AAindahu AAilmu alghaybi fahuwa yara
Heeft hij kennis over het onwaarneembare, zodat hij ziet? (35)
أَمْ لَمْ يُنَبَّأْ بِمَا فِي صُحُفِ مُوسَى ﴿٣٦﴾
53/An-Najm-36: Am lam yunabba/ bima fee suhufi moosa
Of is hij niet op de hoogte gebracht van wat in de geschriften van Môesa staat? (36)
وَإِبْرَاهِيمَ الَّذِي وَفَّى ﴿٣٧﴾
53/An-Najm-37: Wa-ibraheema allathee waffa
En (de geschriften van) Ibrâhîm die trouw was? (37)
أَلَّا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَى ﴿٣٨﴾
53/An-Najm-38: Alla taziru waziratun wizra okhra
Dat geen enkele drager de zonden van een ander zal dragen? (38)
وَأَن لَّيْسَ لِلْإِنسَانِ إِلَّا مَا سَعَى ﴿٣٩﴾
53/An-Najm-39: Waan laysa lil-insani illa ma saAAa
En dat de mens slechts dat krijgt waarnaar hij gestreefd hoeft? (39)
وَأَنَّ سَعْيَهُ سَوْفَ يُرَى ﴿٤٠﴾
53/An-Najm-40: Waanna saAAyahu sawfa yura
En dat hij (het resultaat van) zijn streven zal zien? (40)
ثُمَّ يُجْزَاهُ الْجَزَاء الْأَوْفَى ﴿٤١﴾
53/An-Najm-41: Thumma yujzahu aljazaa al-awfa
Waarop zal hij beloond (vergolden) worden met de volmaakte beloning (vergelding)? (41)
وَأَنَّ إِلَى رَبِّكَ الْمُنتَهَى ﴿٤٢﴾
53/An-Najm-42: Waanna ila rabbika almuntaha
En dat bij jouw Heer het einde is? (42)
وَأَنَّهُ هُوَ أَضْحَكَ وَأَبْكَى ﴿٤٣﴾
53/An-Najm-43: Waannahu huwa adhaka waabka
En dat Hij het is Die doet lachen en doet huilen? (43)
وَأَنَّهُ هُوَ أَمَاتَ وَأَحْيَا ﴿٤٤﴾
53/An-Najm-44: Waannahu huwa amata waahya
En dat Hij het is Die doet sterven en Die doet leven? (44)