Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٣ / صفحة ٥٦

Al-'Imran 46-52, Koran - Djuz' 3 - Pagina 56

Djuz'-3, Pagina-56 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-3, Pagina-56 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-3, Pagina-56 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَيُكَلِّمُ النَّاسَ فِي الْمَهْدِ وَكَهْلاً وَمِنَ الصَّالِحِينَ ﴿٤٦﴾
3/Al-'Imran-46: Wayukallimu alnnasa fee almahdi wakahlan wamina alssaliheena
En hij spreekt tot de mensen vanuit de wie en als volwassene en hij behort tot de rechtschapenen." (46)
قَالَتْ رَبِّ أَنَّى يَكُونُ لِي وَلَدٌ وَلَمْ يَمْسَسْنِي بَشَرٌ قَالَ كَذَلِكِ اللّهُ يَخْلُقُ مَا يَشَاء إِذَا قَضَى أَمْرًا فَإِنَّمَا يَقُولُ لَهُ كُن فَيَكُونُ ﴿٤٧﴾
3/Al-'Imran-47: Qalat rabbi anna yakoonu lee waladun walam yamsasnee basharun qala kathaliki Allahu yakhluqu ma yashao itha qada amran fa-innama yaqoolu lahu kun fayakoonu
Zij zei: "O mijn Heer, hoe kan ik een kind krijgen terwijl geen man mij heeft aangeraakt?" Hij (Allah) zei: "Zo is het: Allah schept wat Hij wil, als Hij over een zaak bepaalt, dan zegt Hij er slechts tegen: 'Wees', en het is." (47)
وَيُعَلِّمُهُ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَالتَّوْرَاةَ وَالإِنجِيلَ ﴿٤٨﴾
3/Al-'Imran-48: WayuAAallimuhu alkitaba waalhikmata waalttawrata waal-injeela
En Hij onderwijst hem de Schrift, en de Wijsheid en de Taurât en de Indjîl. (48)
وَرَسُولاً إِلَى بَنِي إِسْرَائِيلَ أَنِّي قَدْ جِئْتُكُم بِآيَةٍ مِّن رَّبِّكُمْ أَنِّي أَخْلُقُ لَكُم مِّنَ الطِّينِ كَهَيْئَةِ الطَّيْرِ فَأَنفُخُ فِيهِ فَيَكُونُ طَيْرًا بِإِذْنِ اللّهِ وَأُبْرِئُ الأكْمَهَ والأَبْرَصَ وَأُحْيِي الْمَوْتَى بِإِذْنِ اللّهِ وَأُنَبِّئُكُم بِمَا تَأْكُلُونَ وَمَا تَدَّخِرُونَ فِي بُيُوتِكُمْ إِنَّ فِي ذَلِكَ لآيَةً لَّكُمْ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ ﴿٤٩﴾
3/Al-'Imran-49: Warasoolan ila banee isra-eela annee qad ji/tukum bi-ayatin min rabbikum annee akhluqu lakum mina altteeni kahay-ati alttayri faanfukhu feehi fayakoonu tayran bi-ithni Allahi waobri-o al-akmaha waal-abrasa waohyee almawta bi-ithni Allahi waonabbi-okum bim
En (hij is) als een Boodschapper voor de Kinderen van Israël, (die zegt:) "Voorwaar, ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, en ik maak voor jullie (iets) uit klei, gelijkende op de vorm van een vogel en ik blaas erin en het zal met verlof van Allah een vogel zijn. En ik genees de blinden en de leprozen en ik doe de doden met het verlof van Allah tot leven komen. En ik vertel jullie wat jullie eten, en wat jullie in jullie huizen bewaren. Voorwaar, daarin is een Teken voor jullie als jullie gelovigen zijn. (49)
وَمُصَدِّقًا لِّمَا بَيْنَ يَدَيَّ مِنَ التَّوْرَاةِ وَلِأُحِلَّ لَكُم بَعْضَ الَّذِي حُرِّمَ عَلَيْكُمْ وَجِئْتُكُم بِآيَةٍ مِّن رَّبِّكُمْ فَاتَّقُواْ اللّهَ وَأَطِيعُونِ ﴿٥٠﴾
3/Al-'Imran-50: Wamusaddiqan lima bayna yadayya mina alttawrati wali-ohilla lakum baAAda allathee hurrima AAalaykum waji/tukum bi-ayatin min rabbikum faittaqoo Allaha waateeAAooni
En als bevestiging van wat er voor mij is gekomen van de Taurât, opdat ik jullie een paar dingen wettig kan verklaren die voor jullie verboden waren, en ik ben tot jullie gekomen met een Teken van jullie Heer, vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. (50)
إِنَّ اللّهَ رَبِّي وَرَبُّكُمْ فَاعْبُدُوهُ هَذَا صِرَاطٌ مُّسْتَقِيمٌ ﴿٥١﴾
3/Al-'Imran-51: Inna Allaha rabbee warabbukum faoAAbudoohu hatha siratun mustaqeemun
Voorwaar, Allah is mijn Heer en jullie Heer, dient Hem dus, dit is een recht Pad." (51)
فَلَمَّا أَحَسَّ عِيسَى مِنْهُمُ الْكُفْرَ قَالَ مَنْ أَنصَارِي إِلَى اللّهِ قَالَ الْحَوَارِيُّونَ نَحْنُ أَنصَارُ اللّهِ آمَنَّا بِاللّهِ وَاشْهَدْ بِأَنَّا مُسْلِمُونَ ﴿٥٢﴾
3/Al-'Imran-52: Falamma ahassa AAeesa minhumu alkufra qala man ansaree ila Allahi qala alhawariyyoona nahnu ansaru Allahi amanna biAllahi waishhad bi-anna muslimoona
En toen 'Îsa ongeloof bij hen ontdekte, zei hij: "Wie zijn mijn helpers (op het rechte Pad) naar Allah?" Zijn metgezellen (Hawâriyyôen) zeiden: "Wij zijn helpers van Allah, wij geloven in Allah en getuigen dat wij ons overgegeven hebben. (52)