Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٩ / صفحة ١٦٢

Al-A'raf 88-95, Koran - Djuz' 9 - Pagina 162

Djuz'-9, Pagina-162 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-9, Pagina-162 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-9, Pagina-162 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قَالَ الْمَلأُ الَّذِينَ اسْتَكْبَرُواْ مِن قَوْمِهِ لَنُخْرِجَنَّكَ يَا شُعَيْبُ وَالَّذِينَ آمَنُواْ مَعَكَ مِن قَرْيَتِنَا أَوْ لَتَعُودُنَّ فِي مِلَّتِنَا قَالَ أَوَلَوْ كُنَّا كَارِهِينَ ﴿٨٨﴾
7/Al-A'raf-88: Qala almalao allatheena istakbaroo min qawmihi lanukhrijannaka ya shuAAaybu waallatheena amanoo maAAaka min qaryatina aw lataAAoodunna fee millatina qala awa law kunna kariheena
De vooraanstaanden, van degenen die hoogmoedig waren van zijn volk, zeiden: "Wij zullen jou, O Sjoe'aib, en degenen die met jou geloven zeker uit onze stad verdrijven, of jullie moeten terugkeren tot onze godsdienst." Hij zei: "En als wij er een afkeer van zouden hebben?" (88)
قَدِ افْتَرَيْنَا عَلَى اللّهِ كَذِبًا إِنْ عُدْنَا فِي مِلَّتِكُم بَعْدَ إِذْ نَجَّانَا اللّهُ مِنْهَا وَمَا يَكُونُ لَنَا أَن نَّعُودَ فِيهَا إِلاَّ أَن يَشَاء اللّهُ رَبُّنَا وَسِعَ رَبُّنَا كُلَّ شَيْءٍ عِلْمًا عَلَى اللّهِ تَوَكَّلْنَا رَبَّنَا افْتَحْ بَيْنَنَا وَبَيْنَ قَوْمِنَا بِالْحَقِّ وَأَنتَ خَيْرُ الْفَاتِحِينَ ﴿٨٩﴾
7/Al-A'raf-89: Qadi iftarayna AAala Allahi kathiban in AAudna fee millatikum baAAda ith najjana Allahu minha wama yakoonu lana an naAAooda feeha illa an yashaa Allahu rabbuna wasiAAa rabbuna kulla shay-in AAilman AAala Allahi tawakkalna rabbana iftah baynana wabayna qaw
Waarlijk, wij zouden een leugen ovet Allah verzinnen als wij zouden terugkeren tot jullie godsdienst, nadat Allah ons daaruit heeft gered. Het past ons niet dat wij erin terugkeren, behalve wanneer Allah, onze Heer, het wil. Onze Heer omvat alle dingen met Zijn kennis. Op Allah vertrouwen wij. Onze Heer, doe een uitspraak tussen ons en ons volk, naar de Waarheid en U bent de Beste van de Oordelaars. (89)
وَقَالَ الْمَلأُ الَّذِينَ كَفَرُواْ مِن قَوْمِهِ لَئِنِ اتَّبَعْتُمْ شُعَيْباً إِنَّكُمْ إِذاً لَّخَاسِرُونَ ﴿٩٠﴾
7/Al-A'raf-90: Waqala almalao allatheena kafaroo min qawmihi la-ini ittabaAAtum shuAAayban innakum ithan lakhasiroona
En de vooraanstaanden van zijn volk, die ongelovig waren, zeiden. "Als jullie Sjoe'aib gevolgd hebben: voorwaar, dan zullen jullie zeker de verliezers zijin." (90)
فَأَخَذَتْهُمُ الرَّجْفَةُ فَأَصْبَحُواْ فِي دَارِهِمْ جَاثِمِينَ ﴿٩١﴾
7/Al-A'raf-91: Faakhathat-humu alrrajfatu faasbahoo fee darihim jathimeena
Toen greep de aardbeving hen en zij werden doden in hun huizen. (91)
الَّذِينَ كَذَّبُواْ شُعَيْبًا كَأَن لَّمْ يَغْنَوْاْ فِيهَا الَّذِينَ كَذَّبُواْ شُعَيْبًا كَانُواْ هُمُ الْخَاسِرِينَ ﴿٩٢﴾
7/Al-A'raf-92: Allatheena kaththaboo shuAAayban kaan lam yaghnaw feeha allatheena kaththaboo shuAAayban kanoo humu alkhasireena
Degenen die Sjoe'aib loochenden werden alsof zij nooit in haar (de stad) hadden gewoond. Degenen die Sjoe'aib loochenden, zij zijn de verliezers. (92)
فَتَوَلَّى عَنْهُمْ وَقَالَ يَا قَوْمِ لَقَدْ أَبْلَغْتُكُمْ رِسَالاَتِ رَبِّي وَنَصَحْتُ لَكُمْ فَكَيْفَ آسَى عَلَى قَوْمٍ كَافِرِينَ ﴿٩٣﴾
7/Al-A'raf-93: Fatawalla AAanhum waqala ya qawmi laqad ablaghtukum risalati rabbee wanasahtu lakum fakayfa asa AAala qawmin kafireena
Hij (Sjoe'ajb) wendde zich men van hen af, en hij zei: "O mijn volk, voorzeker, ik heb Boodschappen van mijn Hecr verkondigd, en jullie raad gegeven. Hoe kan ik dan bedroefd zijn over een volk dal ongelovig is?" (93)
وَمَا أَرْسَلْنَا فِي قَرْيَةٍ مِّن نَّبِيٍّ إِلاَّ أَخَذْنَا أَهْلَهَا بِالْبَأْسَاء وَالضَّرَّاء لَعَلَّهُمْ يَضَّرَّعُونَ ﴿٩٤﴾
7/Al-A'raf-94: Wama arsalna fee qaryatin min nabiyyin illa akhathna ahlaha bialba/sa-i waalddarra-i laAAallahum yaddarraAAoona
En Wij zonden geen Profeet naar een stad, of Wij troffen de inwoners ervan met kwclling en tegenspoed. Hopelijk zullen zij nederig worden. (94)
ثُمَّ بَدَّلْنَا مَكَانَ السَّيِّئَةِ الْحَسَنَةَ حَتَّى عَفَواْ وَّقَالُواْ قَدْ مَسَّ آبَاءنَا الضَّرَّاء وَالسَّرَّاء فَأَخَذْنَاهُم بَغْتَةً وَهُمْ لاَ يَشْعُرُونَ ﴿٩٥﴾
7/Al-A'raf-95: Thumma baddalna makana alssayyi-ati alhasanata hatta AAafaw waqaloo qad massa abaana alddarrao waalssarrao faakhathnahum baghtatan wahum la yashAAuroona
Daarna vervingen Wij het slechte door het goede, totdat zij (in aantal en welvaart) toenamen, en zij zeiden: "Voorzeker, tegenspoed en voorspoed hebben ook onze vaderen getroffen." Toen grepen Wij hen onverwachts, terwijl zij er niet op bedacht waren. (95)