وَمِنْ حَيْثُ خَرَجْتَ فَوَلِّ وَجْهَكَ شَطْرَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ وَحَيْثُ مَا كُنتُمْ فَوَلُّواْ وُجُوهَكُمْ شَطْرَهُ لِئَلاَّ يَكُونَ لِلنَّاسِ عَلَيْكُمْ حُجَّةٌ إِلاَّ الَّذِينَ ظَلَمُواْ مِنْهُمْ فَلاَ تَخْشَوْهُمْ وَاخْشَوْنِي وَلأُتِمَّ نِعْمَتِي عَلَيْكُمْ وَلَعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ
﴿١٥٠﴾
Sofian S. Siregar
En waar jij ook vandaan vertrekt, wend jouw gezicht in de richting van de Masdjid al Harâm, en waar jullie je ook bevinden, wendt dan jullie gezichten in haar richting, zodat de mensen geen argument tegen jullie hebben, behalve de onrechtvaardigen onder hen, en vreest daarom niet hen, maar vreest Mij, opdat Ik Mijn gunst aan jullie zal vervolmaken. En hopelijk zullen jullie rechte Leiding volgen.
Fred Leemhuis
Waar jullie ook zijn, wendt jullie aangezicht in de richting van de heilige moskee, opdat de mensen geen argument tegen jullie hebben, behalve diegenen onder hen die onrecht plegen. Vreest hen niet, maar vreest Mij; ook opdat Ik Mijn gunst aan jullie vervolmaak. Misschien zullen jullie je de goede richting laten wijzen.
Salomo Keyzer
Van waar gij ook komen moogt, wendt uw aangezicht naar den heiligen tempel. Waar gij ook mocht zijn, wendt uw aangezicht daarheen, opdat de menschen geen voorwensel tot strijden tegen u hebben. Wat de goddeloozen betreft, vreest hen niet, maar vreest mij, opdat ik u mijne genade verleene en op den rechten weg voere.