مَثَلُ مَا يُنفِقُونَ فِي هِذِهِ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا كَمَثَلِ رِيحٍ فِيهَا صِرٌّ أَصَابَتْ حَرْثَ قَوْمٍ ظَلَمُواْ أَنفُسَهُمْ فَأَهْلَكَتْهُ وَمَا ظَلَمَهُمُ اللّهُ وَلَكِنْ أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ
﴿١١٧﴾
Sofian S. Siregar
De gelijkenis van wat zij tijdens dit wereldse leven uitgeven is als die van de wind, die een hevige kou meenam en de oogst trof van een volk dat zichzelf onrecht aandeed en die (oogst) vernielde. En het is niet Allah die hen onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan.
Fred Leemhuis
Wat zij in het tegenwoordige leven weggeven lijkt bijvoorbeeld op ijzige wind die het gewas trof van mensen die zichzelf onrecht aangedaan hadden en het vernielden. God doet hun geen onrecht aan, maar zij doen zichzelf onrecht aan.
Salomo Keyzer
Wat zij in deze wereld uitleenen, gelijkt een hevigen, kouden wind, die over het staande koren van de menschen waait en het verwoest. God is niet onrechtvaardig omtrent hen; zij waren veeleer onrechtvaardig omtrent zich zelven.