Nederlands [Veranderen]

Al-'Imran-81, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
81

Al-'Imran-81, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-'Imran - vers 81

سورة آل عمران

Soera Al-'Imran

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَإِذْ أَخَذَ اللّهُ مِيثَاقَ النَّبِيِّيْنَ لَمَا آتَيْتُكُم مِّن كِتَابٍ وَحِكْمَةٍ ثُمَّ جَاءكُمْ رَسُولٌ مُّصَدِّقٌ لِّمَا مَعَكُمْ لَتُؤْمِنُنَّ بِهِ وَلَتَنصُرُنَّهُ قَالَ أَأَقْرَرْتُمْ وَأَخَذْتُمْ عَلَى ذَلِكُمْ إِصْرِي قَالُواْ أَقْرَرْنَا قَالَ فَاشْهَدُواْ وَأَنَاْ مَعَكُم مِّنَ الشَّاهِدِينَ ﴿٨١﴾
3/Al-'Imran-81: Wa-ith akhatha Allahu meethaqa alnnabiyyeena lama ataytukum min kitabin wahikmatin thumma jaakum rasoolun musaddiqun lima maAAakum latu/minunna bihi walatansurunnahu qala aaqrartum waakhathtum AAala thalikum isree qaloo aqrarna qala faishhadoo waana maAAa

Sofian S. Siregar

En (gedenkt) toen Allah een overeenkomst aanging met de Profeten (en zei): "Wat ik jullie ook gegeven heb van de Schrift en de Wijsheid; en er komt daarna een Boodschapper tot jullie ter bevestiging van wat bij jullie is: jullie zullen zeker in hem geloven en hem zeker helpen." (Allah) zei: "Erkennen jullie dit en aanvaarden jullie Mijn verbond?" Zij zeiden: "Wij erkennen het." Hij (Allah) zei: "Getuigt dan en Ik behoor met jullie tot degenen die getuigen."

Fred Leemhuis

En toen God een overeenkomst aanging met de profeten: "Wat voor boek en wijsheid Ik jullie ook geef, als er daarna een gezant komt die bevestigt wat jullie hebben, gelooft dan in hem en helpt hem." Hij zei: "Stemmen jullie ermee in en nemen jullie Mijn verbintenis daartoe aan?" Zij zeiden: "Wij stemmen ermee in." Hij zei: "Getuigt dan en Ik behoor met jullie tot hen die getuigen."

Salomo Keyzer

Toen God het verbond der profeten aannam, zeide hij hun: Dit is de schrift en de wijsheid die ik u geef. Hierna zal een gezant tot u komen en datgene wat ik u thans geef, bevestigen. Gij moet hem gelooven en hem ondersteunen. God sprak voorts: Hebt gij ernstig besloten, mijn verbond aan te nemen? Zij antwoordden: wij zijn vast besloten. Daarop zeide God: weest dus getuigen, en ik zal met u getuige zijn.
81