قَالَ أَرَأَيْتَ إِذْ أَوَيْنَا إِلَى الصَّخْرَةِ فَإِنِّي نَسِيتُ الْحُوتَ وَمَا أَنسَانِيهُ إِلَّا الشَّيْطَانُ أَنْ أَذْكُرَهُ وَاتَّخَذَ سَبِيلَهُ فِي الْبَحْرِ عَجَبًا
﴿٦٣﴾
Sofian S. Siregar
Hij (de gezel) zei: "Zag jij (wat er gebeurde) toen wij ons naar de rots begaven'? Voorwaar, toen vergat ik de vis, en ik ben hem niet vergelen te herinneren, behalve door de Satan. En bij zocht zijn weg in de zee op een verbazingwekkende manier."
Fred Leemhuis
Hij zei: "Heb je gezien? Toen wij ons naar de rots begaven vergat ik de vis. En niemand anders dan de satan heeft mij hem laten vergeten, zodat ik niet aan hem dacht en hij baande zich een weg de zee in op een verbazingwekkende manier."
Salomo Keyzer
Zijn dienaar antwoordde: Weet gij wat mij is overkomen. Toen wij ons nabij de rots ophielden, vergat ik waarlijk den visch, en niemand deed mij dien anders vergeten dan Satan, opdat ik u dien niet zou herinneren. En de visch nam zijn weg, op wonderdadige wijze, in de zee.