Nederlands [Veranderen]

Al-Mujadilah-17, Soera De Vrouw die pleitte Verset-17

58/Al-Mujadilah-17 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
17

Al-Mujadilah-17, Soera De Vrouw die pleitte Verset-17

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-Mujadilah - vers 17

سورة الـمجادلـة

Soera Al-Mujadilah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

لَن تُغْنِيَ عَنْهُمْ أَمْوَالُهُمْ وَلَا أَوْلَادُهُم مِّنَ اللَّهِ شَيْئًا أُوْلَئِكَ أَصْحَابُ النَّارِ هُمْ فِيهَا خَالِدُونَ ﴿١٧﴾
58/Al-Mujadilah-17: Lan tughniya AAanhum amwaluhum wala awladuhum mina Allahi shay-an ola-ika as-habu alnnari hum feeha khalidoona

Sofian S. Siregar

Hun bezittingen en hun kinderen zullen hen niets baten tegen Allah. Zij zijn degenen die de bewoners van de Hel zijn. Zij zijn daarin eeuwig levenden.

Fred Leemhuis

Hun zullen hun bezittingen en hun kinderen bij God volstrekt niet baten. Zij zijn het die in het vuur thuishoren, waarin zij altijd zullen blijven,

Salomo Keyzer

Noch hunne welvaart, noch hunne kinderen zullen hun bij God van nut zijn. Zij zullen de bewoners van het hellevuur zijn, eeuwig zullen zij daarin verblijven.
17