Nederlands [Veranderen]

Al-Mujadilah-7, Soera De Vrouw die pleitte Verset-7

58/Al-Mujadilah-7 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
7

Al-Mujadilah-7, Soera De Vrouw die pleitte Verset-7

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-Mujadilah - vers 7

سورة الـمجادلـة

Soera Al-Mujadilah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ مَا يَكُونُ مِن نَّجْوَى ثَلَاثَةٍ إِلَّا هُوَ رَابِعُهُمْ وَلَا خَمْسَةٍ إِلَّا هُوَ سَادِسُهُمْ وَلَا أَدْنَى مِن ذَلِكَ وَلَا أَكْثَرَ إِلَّا هُوَ مَعَهُمْ أَيْنَ مَا كَانُوا ثُمَّ يُنَبِّئُهُم بِمَا عَمِلُوا يَوْمَ الْقِيَامَةِ إِنَّ اللَّهَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ ﴿٧﴾
58/Al-Mujadilah-7: Alam tara anna Allaha yaAAlamu ma fee alssamawati wama fee al-ardi ma yakoonu min najwa thalathatin illa huwa rabiAAuhum wala khamsatin illa huwa sadisuhum wala adna min thalika wala akthara illa huwa maAAahum ayna ma kanoo thumma yunabbi-ohum bima AAamil

Sofian S. Siregar

Zie jij niet dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Er is geen geheim gesprek tussen drie mensen, of Hij is hun vierde; en niet tussen vijf, of Hij is hun zesde; en niet minder of meer dan dat, of Hij is met hen, waar zij zich ook bevinden. En Hij zal hun dan op de Dag der Opstanding bekendmaken wat zij hebben gedaan. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle zaken.

Fred Leemhuis

Heb jij dan niet gezien dat God weet wat er in de hemelen en wat er op de aarde is? Er is geen vertrouwelijk gesprek van drie of God is de vierde, en niet van vijf of Hij is de zesde en ook als het er minder zijn of meer, dan is Hij met hen waar zij ook zijn. Dan zal Hij hun op de opstandingsdag meedelen wat zij gedaan hebben. God is alwetend.

Salomo Keyzer

Bemerkt gij niet dat God alles kent, wat in den hemel en op aarde is? Er is geen geheim gesprek tusschen drie personen, of hij is er de vierde van, noch van vijf, of hij is er de zesde van, noch tusschen een kleiner, noch tusschen een grooter getal dan dit, of hij is met hen, waar zij ook mochten zijn: en hij zal hun op den dag der opstanding verklaren, wat zij hebben gedaan; want God kent alle dingen.
7