Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
سورة الـملك
القرآن الكريم
»
سورة الـملك
Al-Mulk 1-30, Soera Heerschappij (67/Al-Mulk)
de Heilige Koran
»
Soeras in de Koran
»
Soera Al-Mulk
Luister Koran 67 - Al-Mulk
سورة الـملك
Soera Al-Mulk
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
تَبَارَكَ الَّذِي بِيَدِهِ الْمُلْكُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ
﴿١﴾
67/Al-Mulk-1: Tabaraka allathee biyadihi almulku wahuwa AAala kulli shay-in qadeerun
Gezegend is Degene in Wiens Hand de heerschappij is. En Hij is Almachtig over alle zaken. (1)
الَّذِي خَلَقَ الْمَوْتَ وَالْحَيَاةَ لِيَبْلُوَكُمْ أَيُّكُمْ أَحْسَنُ عَمَلًا وَهُوَ الْعَزِيزُ الْغَفُورُ
﴿٢﴾
67/Al-Mulk-2: Allathee khalaqa almawta waalhayata liyabluwakum ayyukum ahsanu AAamalan wahuwa alAAazeezu alghafooru
Degenen Die de dood en het leven heeft geschapen om jullie te beproeven, (en te tonen) wie van jullie de beste daden verricht. En Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde. (2)
الَّذِي خَلَقَ سَبْعَ سَمَاوَاتٍ طِبَاقًا مَّا تَرَى فِي خَلْقِ الرَّحْمَنِ مِن تَفَاوُتٍ فَارْجِعِ الْبَصَرَ هَلْ تَرَى مِن فُطُورٍ
﴿٣﴾
67/Al-Mulk-3: Allathee khalaqa sabAAa samawatin tibaqan ma tara fee khalqi alrrahmani min tafawutin fairjiAAi albasara hal tara min futoorin
Degene Die de hemel in lagen heeft geschapen. Jij ziet in de schepping van de Erbarmer geen onevenwichtigheid. Kijk dan nog een keer, zie jij een afwijking? (3)
ثُمَّ ارْجِعِ الْبَصَرَ كَرَّتَيْنِ يَنقَلِبْ إِلَيْكَ الْبَصَرُ خَاسِأً وَهُوَ حَسِيرٌ
﴿٤﴾
67/Al-Mulk-4: Thumma irjiAAi albasara karratayni yanqalib ilayka albasaru khasi-an wahuwa haseerun
Kijk dan nog eens twee maal, jij zult jouw ogen nederig neerslaan, terwijl zij vermoeid zijn. (4)
وَلَقَدْ زَيَّنَّا السَّمَاء الدُّنْيَا بِمَصَابِيحَ وَجَعَلْنَاهَا رُجُومًا لِّلشَّيَاطِينِ وَأَعْتَدْنَا لَهُمْ عَذَابَ السَّعِيرِ
﴿٥﴾
67/Al-Mulk-5: Walaqad zayyanna alssamaa alddunya bimasabeeha wajaAAalnaha rujooman lilshshayateeni waaAAtadna lahum AAathaba alssaAAeeri
En voorzeker, Wij hebben de nabije hemel met lampen (sterren) gesierd en Wij maakten die om er de Satans mee te stenigen. En Wij hebben voor hen de bestraffing van Sa'îr (de Hel) bereid. (5)
وَلِلَّذِينَ كَفَرُوا بِرَبِّهِمْ عَذَابُ جَهَنَّمَ وَبِئْسَ الْمَصِيرُ
﴿٦﴾
67/Al-Mulk-6: Walillatheena kafaroo birabbihim AAathabu jahannama wabi/sa almaseeru
En voor degenen die niet in hun Heer geloven, is er de bestraffing van de Hel. En dat is de slechtste plaats van bestemming! (6)
إِذَا أُلْقُوا فِيهَا سَمِعُوا لَهَا شَهِيقًا وَهِيَ تَفُورُ
﴿٧﴾
67/Al-Mulk-7: Itha olqoo feeha samiAAoo laha shaheeqan wahiya tafooru
En wanneer zij daarin geworpen worden, dan horen zij een afschrikwekkend gebrul ervan, terwijl zij (de Hel) raast. (7)
تَكَادُ تَمَيَّزُ مِنَ الْغَيْظِ كُلَّمَا أُلْقِيَ فِيهَا فَوْجٌ سَأَلَهُمْ خَزَنَتُهَا أَلَمْ يَأْتِكُمْ نَذِيرٌ
﴿٨﴾
67/Al-Mulk-8: Takadu tamayyazu mina alghaythi kullama olqiya feeha fawjun saalahum khazanatuha alam ya/tikum natheerun
Haast barst zij van woede. Telkens wanneer een groep erin wordt geworpen, vragen de wakers ervan hen: "Is er geen waarschuwer tot jullie gekomen?" (8)
قَالُوا بَلَى قَدْ جَاءنَا نَذِيرٌ فَكَذَّبْنَا وَقُلْنَا مَا نَزَّلَ اللَّهُ مِن شَيْءٍ إِنْ أَنتُمْ إِلَّا فِي ضَلَالٍ كَبِيرٍ
﴿٩﴾
67/Al-Mulk-9: Qaloo bala qad jaana natheerun fakaththabna waqulna ma nazzala Allahu min shay-in in antum illa fee dalalin kabeerin
Zij zeggen: "Welzeker, er is waarlijk een waarschuwer tot ons gekomen, maar toen loochenden wij. En wij zeiden: "Allah heeft niets neergezonden, jullie verkeren slechts in grote dwaling." (9)
وَقَالُوا لَوْ كُنَّا نَسْمَعُ أَوْ نَعْقِلُ مَا كُنَّا فِي أَصْحَابِ السَّعِيرِ
﴿١٠﴾
67/Al-Mulk-10: Waqaloo law kunna nasmaAAu aw naAAqilu ma kunna fee as-habi alssaAAeeri
Zij zeiden: "Als wij (het) konden horen of begrijpen, dan zouden wij niet tot de bewoners van Sa'îr (de Hel) behoren!" (10)
فَاعْتَرَفُوا بِذَنبِهِمْ فَسُحْقًا لِّأَصْحَابِ السَّعِيرِ
﴿١١﴾
67/Al-Mulk-11: FaiAAtarafoo bithanbihim fasuhqan li-as-habi alssaAAeeri
Zij bekennen dan hun zonden. Daarom, ten onder gaan de bewoners van Sa'îr (de Hel)! (11)
إِنَّ الَّذِينَ يَخْشَوْنَ رَبَّهُم بِالْغَيْبِ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَأَجْرٌ كَبِيرٌ
﴿١٢﴾
67/Al-Mulk-12: Inna allatheena yakhshawna rabbahum bialghaybi lahum maghfiratun waajrun kabeerun
Voorwaar, voor degenen die hun Heer in het verborgene vrezen, voor hen is er vergeving en een grote beloning. (12)
وَأَسِرُّوا قَوْلَكُمْ أَوِ اجْهَرُوا بِهِ إِنَّهُ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ
﴿١٣﴾
67/Al-Mulk-13: Waasirroo qawlakum awi ijharoo bihi innahu AAaleemun bithati alssudoori
En houdt jullie woorden geheim of maakt ze openbaar: voorwaar, Hij is Alwetend over wat er in de harten is. (13)
أَلَا يَعْلَمُ مَنْ خَلَقَ وَهُوَ اللَّطِيفُ الْخَبِيرُ
﴿١٤﴾
67/Al-Mulk-14: Ala yaAAlamu man khalaqa wahuwa allateefu alkhabeeru
Zou Hij die schiep geen kennis hebben (over het geschapene)? Hij is de Zachtmoedige, de Alwetende. (14)
هُوَ الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ الْأَرْضَ ذَلُولًا فَامْشُوا فِي مَنَاكِبِهَا وَكُلُوا مِن رِّزْقِهِ وَإِلَيْهِ النُّشُورُ
﴿١٥﴾
67/Al-Mulk-15: Huwa allathee jaAAala lakumu al-arda thaloolan faimshoo fee manakibiha wakuloo min rizqihi wa-ilayhi alnnushooru
Hij is Degene Die de aarde voor jullie begaanbaar heeft gemaakt. Wandelt dan over haar zijden en eet van Zijn voorzieningen. En tot Hem is de opwekking. (15)
أَأَمِنتُم مَّن فِي السَّمَاء أَن يَخْسِفَ بِكُمُ الأَرْضَ فَإِذَا هِيَ تَمُورُ
﴿١٦﴾
67/Al-Mulk-16: Aamintum man fee alssama-i an yakhsifa bikumu al-arda fa-itha hiya tamooru
Voelen jullie je er veilig voor dat Hij Die in de hemel is, jullie niet zal doen wegzinken in de aarde? Zij begint al te schudden! (16)
أَمْ أَمِنتُم مَّن فِي السَّمَاء أَن يُرْسِلَ عَلَيْكُمْ حَاصِبًا فَسَتَعْلَمُونَ كَيْفَ نَذِيرِ
﴿١٧﴾
67/Al-Mulk-17: Am amintum man fee alssama-i an yursila AAalaykum hasiban fasataAAlamoona kayfa natheeri
Of voelen jullie je er veilig voor dat Hij Die in de hemel is, niet een vulkanische regen over jullie zal zenden? Jullie zullen dan weten hoe (terecht) Mijn waarschuwing was. (17)
وَلَقَدْ كَذَّبَ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ
﴿١٨﴾
67/Al-Mulk-18: Walaqad kaththaba allatheena min qablihim fakayfa kana nakeeri
En voorzeker, degenen die er vóór hen (de Boodschappers) waren loochenden, en hoe (verschrikkelijk) was toen Mijn verafschuwing. (18)
أَوَلَمْ يَرَوْا إِلَى الطَّيْرِ فَوْقَهُمْ صَافَّاتٍ وَيَقْبِضْنَ مَا يُمْسِكُهُنَّ إِلَّا الرَّحْمَنُ إِنَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ بَصِيرٌ
﴿١٩﴾
67/Al-Mulk-19: Awa lam yaraw ila alttayri fawqahum saffatin wayaqbidna ma yumsikuhunna illa alrrahmanu innahu bikulli shay-in baseerun
En kijken jullie niet naar de vogels boven jullie, hoe zij hun vleugels uitslaan en weer ineenvouwen? Er is niemand die ze tegenhoudt dan de Erbarmer. Voorwaar, Hij is Alziende over alle zaken. (19)
أَمَّنْ هَذَا الَّذِي هُوَ جُندٌ لَّكُمْ يَنصُرُكُم مِّن دُونِ الرَّحْمَنِ إِنِ الْكَافِرُونَ إِلَّا فِي غُرُورٍ
﴿٢٠﴾
67/Al-Mulk-20: Amman hatha allathee huwa jundun lakum yansurukum min dooni alrrahmani ini alkafiroona illa fee ghuroorin
Of wie is het die voor jullie als een leger is en die jullie helpt naast de Erbarmer? De ongelovigen verkeren slechts in dwaling, (20)
أَمَّنْ هَذَا الَّذِي يَرْزُقُكُمْ إِنْ أَمْسَكَ رِزْقَهُ بَل لَّجُّوا فِي عُتُوٍّ وَنُفُورٍ
﴿٢١﴾
67/Al-Mulk-21: Amman hatha allathee yarzuqukum in amsaka rizqahu bal lajjoo fee AAutuwwin wanufoorin
Of wie is het die jullie voorziet als Hij Zijn voorzieningen tegenhoudt? Nee, zij volharden in hoogmoed en afschuw. (21)
أَفَمَن يَمْشِي مُكِبًّا عَلَى وَجْهِهِ أَهْدَى أَمَّن يَمْشِي سَوِيًّا عَلَى صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ
﴿٢٢﴾
67/Al-Mulk-22: Afaman yamshee mukibban AAala wajhihi ahda amman yamshee sawiyyan AAala siratin mustaqeemin
Is hij dan, die voortkruipt met zijn gezicht over de grond, beter geleid dan hij die rechtop op het rechte Pad loopt? (22)
قُلْ هُوَ الَّذِي أَنشَأَكُمْ وَجَعَلَ لَكُمُ السَّمْعَ وَالْأَبْصَارَ وَالْأَفْئِدَةَ قَلِيلًا مَّا تَشْكُرُونَ
﴿٢٣﴾
67/Al-Mulk-23: Qul huwa allathee anshaakum wajaAAala lakumu alssamAAa waal-absara waal-af-idata qaleelan ma tashkuroona
Zeg: "Hij is Degene Die jullie heeft doen ontstaan en voor jullie het gehoor, het gezichtsvermogen en de harten heeft gemaakt. Weinig is de dankbaarheid die jullie tonen." (23)
قُلْ هُوَ الَّذِي ذَرَأَكُمْ فِي الْأَرْضِ وَإِلَيْهِ تُحْشَرُونَ
﴿٢٤﴾
67/Al-Mulk-24: Qul huwa allathee tharaakum fee al-ardi wa-ilayhi tuhsharoona
Zeg: "Hij is Degene Die jullie op de aarde vermenigvuldigd heeft en tot Hem zullen jullie verzameld worden." (24)
وَيَقُولُونَ مَتَى هَذَا الْوَعْدُ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ
﴿٢٥﴾
67/Al-Mulk-25: Wayaqooloona mata hatha alwaAAdu in kuntum sadiqeena
En zij zeggen: "Wanneer zal deze aanzegging plaatsvinden, als jullie waarachtigen zijn?" (25)
قُلْ إِنَّمَا الْعِلْمُ عِندَ اللَّهِ وَإِنَّمَا أَنَا نَذِيرٌ مُّبِينٌ
﴿٢٦﴾
67/Al-Mulk-26: Qul innama alAAilmu AAinda Allahi wa-innama ana natheerun mubeenun
Zeg: "De kennis daarover is slechts bij Allah en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." (26)
فَلَمَّا رَأَوْهُ زُلْفَةً سِيئَتْ وُجُوهُ الَّذِينَ كَفَرُوا وَقِيلَ هَذَا الَّذِي كُنتُم بِهِ تَدَّعُونَ
﴿٢٧﴾
67/Al-Mulk-27: Falamma raawhu zulfatan see-at wujoohu allatheena kafaroo waqeela hatha allathee kuntum bihi taddaAAoona
Wanneer zij dan (de bestraffing) van dichtbij zien, worden de gezichten van degenen die niet geloven bedroefd, en er zal worden gezegd: "Dit is waar jullie om plachten te vragen." (27)
قُلْ أَرَأَيْتُمْ إِنْ أَهْلَكَنِيَ اللَّهُ وَمَن مَّعِيَ أَوْ رَحِمَنَا فَمَن يُجِيرُ الْكَافِرِينَ مِنْ عَذَابٍ أَلِيمٍ
﴿٢٨﴾
67/Al-Mulk-28: Qul araaytum in ahlakaniya Allahu waman maAAiya aw rahimana faman yujeeru alkafireena min AAathabin aleemin
Zeg: "Wat dachten jullie, als Allah mij en wie met mij zijn vernietigt of als Hij ons begenadigt, wie beschermt dan de ongelovigen tegen een pijnlijke bestraffing?" (28)
قُلْ هُوَ الرَّحْمَنُ آمَنَّا بِهِ وَعَلَيْهِ تَوَكَّلْنَا فَسَتَعْلَمُونَ مَنْ هُوَ فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ
﴿٢٩﴾
67/Al-Mulk-29: Qul huwa alrrahmanu amanna bihi waAAalayhi tawakkalna fasataAAlamoona man huwa fee dalalin mubeenin
Zeg: "Hij is de Erbarmer, Wij geloven in Hem en wij vertrouwen op Hem." Jullie zullen weten wie in duidelijke dwaling verkeert." (29)
قُلْ أَرَأَيْتُمْ إِنْ أَصْبَحَ مَاؤُكُمْ غَوْرًا فَمَن يَأْتِيكُم بِمَاء مَّعِينٍ
﴿٣٠﴾
67/Al-Mulk-30: Qul araaytum in asbaha maokum ghawran faman ya/teekum bima-in maAAeenin
Zeg: "Wat dachten jullie, als jullie water plotseling in de aarde verdwijnt, wie zal jullie dan stromend water brengen?" (30)