Nederlands [Veranderen]

Al-Qiyamah 1-40, Soera De Wederopstanding (75/Al-Qiyamah)

Soera Al-Qiyamah - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera Al-Qiyamah - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera Al-Qiyamah - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الـقـيامـة

Soera Al-Qiyamah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

لَا أُقْسِمُ بِيَوْمِ الْقِيَامَةِ ﴿١﴾
75/Al-Qiyamah-1: La oqsimu biyawmi alqiyamati
Ik zweer bij de Dag der Opstanding. (1)
وَلَا أُقْسِمُ بِالنَّفْسِ اللَّوَّامَةِ ﴿٢﴾
75/Al-Qiyamah-2: Wala oqsimu bialnnafsi allawwamati
En Ik zweer bij de (zichzelf) verwijtende ziel. (2)
أَيَحْسَبُ الْإِنسَانُ أَلَّن نَجْمَعَ عِظَامَهُ ﴿٣﴾
75/Al-Qiyamah-3: Ayahsabu al-insanu allan najmaAAa AAithamahu
Denkt de mens dat Wij Zijn botten nooit zullen bijeenbrengen? (3)
بَلَى قَادِرِينَ عَلَى أَن نُّسَوِّيَ بَنَانَهُ ﴿٤﴾
75/Al-Qiyamah-4: Bala qadireena AAala an nusawwiya bananahu
Welzeker, Wij zijn in staat om zelfs zijn vingertoppen (opnieuw) volmaakt te vormen. (4)
بَلْ يُرِيدُ الْإِنسَانُ لِيَفْجُرَ أَمَامَهُ ﴿٥﴾
75/Al-Qiyamah-5: Bal yureedu al-insanu liyafjura amamahu
De mens wil zelfs in zondigheid voortleven. (5)
يَسْأَلُ أَيَّانَ يَوْمُ الْقِيَامَةِ ﴿٦﴾
75/Al-Qiyamah-6: Yas-alu ayyana yawmu alqiyamati
Hij vraagt: "Wanneer is de Dag der Opstanding?" (6)
فَإِذَا بَرِقَ الْبَصَرُ ﴿٧﴾
75/Al-Qiyamah-7: Fa-itha bariqa albasaru
Wanneer dan de ogen zich opensperren. (7)
وَخَسَفَ الْقَمَرُ ﴿٨﴾
75/Al-Qiyamah-8: Wakhasafa alqamaru
En de maan duister wordt. (8)
وَجُمِعَ الشَّمْسُ وَالْقَمَرُ ﴿٩﴾
75/Al-Qiyamah-9: WajumiAAa alshshamsu waalqamaru
En de zon en de maan bijeengebracht worden. (9)
يَقُولُ الْإِنسَانُ يَوْمَئِذٍ أَيْنَ الْمَفَرُّ ﴿١٠﴾
75/Al-Qiyamah-10: Yaqoolu al-insanu yawma-ithin ayna almafarru
Die Dag zal de mens zeggen: "Waar is het toevluchtsoord?" (10)
كَلَّا لَا وَزَرَ ﴿١١﴾
75/Al-Qiyamah-11: Kalla la wazara
Nee! Er is geen toevluchtsoord. (11)
إِلَى رَبِّكَ يَوْمَئِذٍ الْمُسْتَقَرُّ ﴿١٢﴾
75/Al-Qiyamah-12: Ila rabbika yawma-ithin almustaqarru
Bij jouw Heer is die Dag de eindbestemming. (12)
يُنَبَّأُ الْإِنسَانُ يَوْمَئِذٍ بِمَا قَدَّمَ وَأَخَّرَ ﴿١٣﴾
75/Al-Qiyamah-13: Yunabbao al-insanu yawma-ithin bima qaddama waakhkhara
De mens zal die Dag worden medegedeeld wat hij heeft voortgebracht en wat hij heeft nagelaten. (13)
بَلِ الْإِنسَانُ عَلَى نَفْسِهِ بَصِيرَةٌ ﴿١٤﴾
75/Al-Qiyamah-14: Bali al-insanu AAala nafsihi baseeratun
Hij zal zelfs tegen zichzelf getuigen. (14)
وَلَوْ أَلْقَى مَعَاذِيرَهُ ﴿١٥﴾
75/Al-Qiyamah-15: Walaw alqa maAAatheerahu
Ook al biedt hij zijn verontschuldigingen aan. (15)
لَا تُحَرِّكْ بِهِ لِسَانَكَ لِتَعْجَلَ بِهِ ﴿١٦﴾
75/Al-Qiyamah-16: La tuharrik bihi lisanaka litaAAjala bihi
(Allah zegt tot de Profeet:) "Beweeg jouw tong er niet mee (de Koran), om er haast mee te maken. (16)
إِنَّ عَلَيْنَا جَمْعَهُ وَقُرْآنَهُ ﴿١٧﴾
75/Al-Qiyamah-17: Inna AAalayna jamAAahu waqur-anahu
Voorwaar, het is aan Ons hem te doen bewaren en hem voor te doen dragen. (17)
فَإِذَا قَرَأْنَاهُ فَاتَّبِعْ قُرْآنَهُ ﴿١٨﴾
75/Al-Qiyamah-18: Fa-itha qara/nahu faittabiAA qur-anahu
Wanneer Wij hem dan hebben doen voordragen, volg dan zijn voordracht. (18)
ثُمَّ إِنَّ عَلَيْنَا بَيَانَهُ ﴿١٩﴾
75/Al-Qiyamah-19: Thumma inna AAalayna bayanahu
Daarna is aan Ons de uitleg ervan." (19)
كَلَّا بَلْ تُحِبُّونَ الْعَاجِلَةَ ﴿٢٠﴾
75/Al-Qiyamah-20: Kalla bal tuhibboona alAAajilata
Nee! Jullie houden van het voorbijgaande. (20)
وَتَذَرُونَ الْآخِرَةَ ﴿٢١﴾
75/Al-Qiyamah-21: Watatharoona al-akhirata
En jullie besteden geen aandacht aan het Hiernamaals. (21)
وُجُوهٌ يَوْمَئِذٍ نَّاضِرَةٌ ﴿٢٢﴾
75/Al-Qiyamah-22: Wujoohun yawma-ithin nadiratun
Gezichten zullen op die Dag verlicht zijn. (22)
إِلَى رَبِّهَا نَاظِرَةٌ ﴿٢٣﴾
75/Al-Qiyamah-23: Ila rabbiha nathiratun
Naar hun Heer zullen zij zien. (23)
وَوُجُوهٌ يَوْمَئِذٍ بَاسِرَةٌ ﴿٢٤﴾
75/Al-Qiyamah-24: Wawujoohun yawma-ithin basiratun
En gezichten zullen op die Dag duister zijn. (24)
تَظُنُّ أَن يُفْعَلَ بِهَا فَاقِرَةٌ ﴿٢٥﴾
75/Al-Qiyamah-25: Tathunnu an yufAAala biha faqiratun
Zij weten zeker dat een verpletterende ramp over hen zal worden gebracht. (25)
كَلَّا إِذَا بَلَغَتْ التَّرَاقِيَ ﴿٢٦﴾
75/Al-Qiyamah-26: Kalla itha balaghati alttaraqiya
Nee, wanneer de (laatste) adem in de keel stokt. (26)
وَقِيلَ مَنْ رَاقٍ ﴿٢٧﴾
75/Al-Qiyamah-27: Waqeela man raqin
En er gezegd wordt: "Wie kan genezen?" (27)
وَظَنَّ أَنَّهُ الْفِرَاقُ ﴿٢٨﴾
75/Al-Qiyamah-28: Wathanna annahu alfiraqu
En hij beseft dat het afscheid is gekomen. (28)
وَالْتَفَّتِ السَّاقُ بِالسَّاقِ ﴿٢٩﴾
75/Al-Qiyamah-29: Wailtaffati alssaqu bialssaqi
En de benen (in doodsangst) over elkaar liggen. (29)
إِلَى رَبِّكَ يَوْمَئِذٍ الْمَسَاقُ ﴿٣٠﴾
75/Al-Qiyamah-30: Ila rabbika yawma-ithin almasaqu
Naar jouw Heer worden zij Die Dag gesleept. (30)
فَلَا صَدَّقَ وَلَا صَلَّى ﴿٣١﴾
75/Al-Qiyamah-31: Fala saddaqa wala salla
Hij geloofde (de Koran en de Boodschapper) niet, en hij verrichtte de shalât niet. (31)
وَلَكِن كَذَّبَ وَتَوَلَّى ﴿٣٢﴾
75/Al-Qiyamah-32: Walakin kaththaba watawalla
Maar hij loochende en hij wendde zich af. (32)
ثُمَّ ذَهَبَ إِلَى أَهْلِهِ يَتَمَطَّى ﴿٣٣﴾
75/Al-Qiyamah-33: Thumma thahaba ila ahlihi yatamatta
Daarna ging hij naar zijn verwanten, hoogmoedig. (33)
أَوْلَى لَكَ فَأَوْلَى ﴿٣٤﴾
ثُمَّ أَوْلَى لَكَ فَأَوْلَى ﴿٣٥﴾
75/Al-Qiyamah-35: Thumma awla laka faawla
Nogmaals, wee jou, wee! (35)
أَيَحْسَبُ الْإِنسَانُ أَن يُتْرَكَ سُدًى ﴿٣٦﴾
75/Al-Qiyamah-36: Ayahsabu al-insanu an yutraka sudan
Denkt de mens dat hij ongemoeid zal worden gelaten? (36)
أَلَمْ يَكُ نُطْفَةً مِّن مَّنِيٍّ يُمْنَى ﴿٣٧﴾
75/Al-Qiyamah-37: Alam yaku nutfatan min manayyin yumna
Was hij niet eerst een druppel van uitgestort sperma? (37)
ثُمَّ كَانَ عَلَقَةً فَخَلَقَ فَسَوَّى ﴿٣٨﴾
75/Al-Qiyamah-38: Thumma kana AAalaqatan fakhalaqa fasawwa
En vervolgens een bloedklonter waarna Hij (hem) schiep en nauwkeurig vormde? (38)
فَجَعَلَ مِنْهُ الزَّوْجَيْنِ الذَّكَرَ وَالْأُنثَى ﴿٣٩﴾
75/Al-Qiyamah-39: FajaAAala minhu alzzawjayni alththakara waal-ontha
Zo maakte Hij daarvan de twee geslachten, de man en de vrouw. (39)
أَلَيْسَ ذَلِكَ بِقَادِرٍ عَلَى أَن يُحْيِيَ الْمَوْتَى ﴿٤٠﴾
75/Al-Qiyamah-40: Alaysa thalika biqadirin AAala an yuhyiya almawta
Is Degene met zo'n macht niet in staat de doden tot leven te brengen? (40)