Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
سورة الـقـيامـة
القرآن الكريم
»
سورة الـقـيامـة
Al-Qiyamah 1-40, Soera De Wederopstanding (75/Al-Qiyamah)
de Heilige Koran
»
Soeras in de Koran
»
Soera Al-Qiyamah
Luister Koran 75 - Al-Qiyamah
سورة الـقـيامـة
Soera Al-Qiyamah
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
لَا أُقْسِمُ بِيَوْمِ الْقِيَامَةِ
﴿١﴾
75/Al-Qiyamah-1: La oqsimu biyawmi alqiyamati
Ik zweer bij de Dag der Opstanding. (1)
وَلَا أُقْسِمُ بِالنَّفْسِ اللَّوَّامَةِ
﴿٢﴾
75/Al-Qiyamah-2: Wala oqsimu bialnnafsi allawwamati
En Ik zweer bij de (zichzelf) verwijtende ziel. (2)
أَيَحْسَبُ الْإِنسَانُ أَلَّن نَجْمَعَ عِظَامَهُ
﴿٣﴾
75/Al-Qiyamah-3: Ayahsabu al-insanu allan najmaAAa AAithamahu
Denkt de mens dat Wij Zijn botten nooit zullen bijeenbrengen? (3)
بَلَى قَادِرِينَ عَلَى أَن نُّسَوِّيَ بَنَانَهُ
﴿٤﴾
75/Al-Qiyamah-4: Bala qadireena AAala an nusawwiya bananahu
Welzeker, Wij zijn in staat om zelfs zijn vingertoppen (opnieuw) volmaakt te vormen. (4)
بَلْ يُرِيدُ الْإِنسَانُ لِيَفْجُرَ أَمَامَهُ
﴿٥﴾
75/Al-Qiyamah-5: Bal yureedu al-insanu liyafjura amamahu
De mens wil zelfs in zondigheid voortleven. (5)
يَسْأَلُ أَيَّانَ يَوْمُ الْقِيَامَةِ
﴿٦﴾
75/Al-Qiyamah-6: Yas-alu ayyana yawmu alqiyamati
Hij vraagt: "Wanneer is de Dag der Opstanding?" (6)
فَإِذَا بَرِقَ الْبَصَرُ
﴿٧﴾
75/Al-Qiyamah-7: Fa-itha bariqa albasaru
Wanneer dan de ogen zich opensperren. (7)
وَخَسَفَ الْقَمَرُ
﴿٨﴾
75/Al-Qiyamah-8: Wakhasafa alqamaru
En de maan duister wordt. (8)
وَجُمِعَ الشَّمْسُ وَالْقَمَرُ
﴿٩﴾
75/Al-Qiyamah-9: WajumiAAa alshshamsu waalqamaru
En de zon en de maan bijeengebracht worden. (9)
يَقُولُ الْإِنسَانُ يَوْمَئِذٍ أَيْنَ الْمَفَرُّ
﴿١٠﴾
75/Al-Qiyamah-10: Yaqoolu al-insanu yawma-ithin ayna almafarru
Die Dag zal de mens zeggen: "Waar is het toevluchtsoord?" (10)
كَلَّا لَا وَزَرَ
﴿١١﴾
75/Al-Qiyamah-11: Kalla la wazara
Nee! Er is geen toevluchtsoord. (11)
إِلَى رَبِّكَ يَوْمَئِذٍ الْمُسْتَقَرُّ
﴿١٢﴾
75/Al-Qiyamah-12: Ila rabbika yawma-ithin almustaqarru
Bij jouw Heer is die Dag de eindbestemming. (12)
يُنَبَّأُ الْإِنسَانُ يَوْمَئِذٍ بِمَا قَدَّمَ وَأَخَّرَ
﴿١٣﴾
75/Al-Qiyamah-13: Yunabbao al-insanu yawma-ithin bima qaddama waakhkhara
De mens zal die Dag worden medegedeeld wat hij heeft voortgebracht en wat hij heeft nagelaten. (13)
بَلِ الْإِنسَانُ عَلَى نَفْسِهِ بَصِيرَةٌ
﴿١٤﴾
75/Al-Qiyamah-14: Bali al-insanu AAala nafsihi baseeratun
Hij zal zelfs tegen zichzelf getuigen. (14)
وَلَوْ أَلْقَى مَعَاذِيرَهُ
﴿١٥﴾
75/Al-Qiyamah-15: Walaw alqa maAAatheerahu
Ook al biedt hij zijn verontschuldigingen aan. (15)
لَا تُحَرِّكْ بِهِ لِسَانَكَ لِتَعْجَلَ بِهِ
﴿١٦﴾
75/Al-Qiyamah-16: La tuharrik bihi lisanaka litaAAjala bihi
(Allah zegt tot de Profeet:) "Beweeg jouw tong er niet mee (de Koran), om er haast mee te maken. (16)
إِنَّ عَلَيْنَا جَمْعَهُ وَقُرْآنَهُ
﴿١٧﴾
75/Al-Qiyamah-17: Inna AAalayna jamAAahu waqur-anahu
Voorwaar, het is aan Ons hem te doen bewaren en hem voor te doen dragen. (17)
فَإِذَا قَرَأْنَاهُ فَاتَّبِعْ قُرْآنَهُ
﴿١٨﴾
75/Al-Qiyamah-18: Fa-itha qara/nahu faittabiAA qur-anahu
Wanneer Wij hem dan hebben doen voordragen, volg dan zijn voordracht. (18)
ثُمَّ إِنَّ عَلَيْنَا بَيَانَهُ
﴿١٩﴾
75/Al-Qiyamah-19: Thumma inna AAalayna bayanahu
Daarna is aan Ons de uitleg ervan." (19)
كَلَّا بَلْ تُحِبُّونَ الْعَاجِلَةَ
﴿٢٠﴾
75/Al-Qiyamah-20: Kalla bal tuhibboona alAAajilata
Nee! Jullie houden van het voorbijgaande. (20)
وَتَذَرُونَ الْآخِرَةَ
﴿٢١﴾
75/Al-Qiyamah-21: Watatharoona al-akhirata
En jullie besteden geen aandacht aan het Hiernamaals. (21)
وُجُوهٌ يَوْمَئِذٍ نَّاضِرَةٌ
﴿٢٢﴾
75/Al-Qiyamah-22: Wujoohun yawma-ithin nadiratun
Gezichten zullen op die Dag verlicht zijn. (22)
إِلَى رَبِّهَا نَاظِرَةٌ
﴿٢٣﴾
75/Al-Qiyamah-23: Ila rabbiha nathiratun
Naar hun Heer zullen zij zien. (23)
وَوُجُوهٌ يَوْمَئِذٍ بَاسِرَةٌ
﴿٢٤﴾
75/Al-Qiyamah-24: Wawujoohun yawma-ithin basiratun
En gezichten zullen op die Dag duister zijn. (24)
تَظُنُّ أَن يُفْعَلَ بِهَا فَاقِرَةٌ
﴿٢٥﴾
75/Al-Qiyamah-25: Tathunnu an yufAAala biha faqiratun
Zij weten zeker dat een verpletterende ramp over hen zal worden gebracht. (25)
كَلَّا إِذَا بَلَغَتْ التَّرَاقِيَ
﴿٢٦﴾
75/Al-Qiyamah-26: Kalla itha balaghati alttaraqiya
Nee, wanneer de (laatste) adem in de keel stokt. (26)
وَقِيلَ مَنْ رَاقٍ
﴿٢٧﴾
75/Al-Qiyamah-27: Waqeela man raqin
En er gezegd wordt: "Wie kan genezen?" (27)
وَظَنَّ أَنَّهُ الْفِرَاقُ
﴿٢٨﴾
75/Al-Qiyamah-28: Wathanna annahu alfiraqu
En hij beseft dat het afscheid is gekomen. (28)
وَالْتَفَّتِ السَّاقُ بِالسَّاقِ
﴿٢٩﴾
75/Al-Qiyamah-29: Wailtaffati alssaqu bialssaqi
En de benen (in doodsangst) over elkaar liggen. (29)
إِلَى رَبِّكَ يَوْمَئِذٍ الْمَسَاقُ
﴿٣٠﴾
75/Al-Qiyamah-30: Ila rabbika yawma-ithin almasaqu
Naar jouw Heer worden zij Die Dag gesleept. (30)
فَلَا صَدَّقَ وَلَا صَلَّى
﴿٣١﴾
75/Al-Qiyamah-31: Fala saddaqa wala salla
Hij geloofde (de Koran en de Boodschapper) niet, en hij verrichtte de shalât niet. (31)
وَلَكِن كَذَّبَ وَتَوَلَّى
﴿٣٢﴾
75/Al-Qiyamah-32: Walakin kaththaba watawalla
Maar hij loochende en hij wendde zich af. (32)
ثُمَّ ذَهَبَ إِلَى أَهْلِهِ يَتَمَطَّى
﴿٣٣﴾
75/Al-Qiyamah-33: Thumma thahaba ila ahlihi yatamatta
Daarna ging hij naar zijn verwanten, hoogmoedig. (33)
أَوْلَى لَكَ فَأَوْلَى
﴿٣٤﴾
75/Al-Qiyamah-34: Awla laka faawla
Wee jou, wee! (34)
ثُمَّ أَوْلَى لَكَ فَأَوْلَى
﴿٣٥﴾
75/Al-Qiyamah-35: Thumma awla laka faawla
Nogmaals, wee jou, wee! (35)
أَيَحْسَبُ الْإِنسَانُ أَن يُتْرَكَ سُدًى
﴿٣٦﴾
75/Al-Qiyamah-36: Ayahsabu al-insanu an yutraka sudan
Denkt de mens dat hij ongemoeid zal worden gelaten? (36)
أَلَمْ يَكُ نُطْفَةً مِّن مَّنِيٍّ يُمْنَى
﴿٣٧﴾
75/Al-Qiyamah-37: Alam yaku nutfatan min manayyin yumna
Was hij niet eerst een druppel van uitgestort sperma? (37)
ثُمَّ كَانَ عَلَقَةً فَخَلَقَ فَسَوَّى
﴿٣٨﴾
75/Al-Qiyamah-38: Thumma kana AAalaqatan fakhalaqa fasawwa
En vervolgens een bloedklonter waarna Hij (hem) schiep en nauwkeurig vormde? (38)
فَجَعَلَ مِنْهُ الزَّوْجَيْنِ الذَّكَرَ وَالْأُنثَى
﴿٣٩﴾
75/Al-Qiyamah-39: FajaAAala minhu alzzawjayni alththakara waal-ontha
Zo maakte Hij daarvan de twee geslachten, de man en de vrouw. (39)
أَلَيْسَ ذَلِكَ بِقَادِرٍ عَلَى أَن يُحْيِيَ الْمَوْتَى
﴿٤٠﴾
75/Al-Qiyamah-40: Alaysa thalika biqadirin AAala an yuhyiya almawta
Is Degene met zo'n macht niet in staat de doden tot leven te brengen? (40)