Nederlands [Veranderen]

At-Tawbah-120, Soera Het Berouw Verset-120

9/At-Tawbah-120 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
120

At-Tawbah-120, Soera Het Berouw Verset-120

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah At-Tawbah - vers 120

سورة التوبة

Soera At-Tawbah

مَا كَانَ لِأَهْلِ الْمَدِينَةِ وَمَنْ حَوْلَهُم مِّنَ الأَعْرَابِ أَن يَتَخَلَّفُواْ عَن رَّسُولِ اللّهِ وَلاَ يَرْغَبُواْ بِأَنفُسِهِمْ عَن نَّفْسِهِ ذَلِكَ بِأَنَّهُمْ لاَ يُصِيبُهُمْ ظَمَأٌ وَلاَ نَصَبٌ وَلاَ مَخْمَصَةٌ فِي سَبِيلِ اللّهِ وَلاَ يَطَؤُونَ مَوْطِئًا يَغِيظُ الْكُفَّارَ وَلاَ يَنَالُونَ مِنْ عَدُوٍّ نَّيْلاً إِلاَّ كُتِبَ لَهُم بِهِ عَمَلٌ صَالِحٌ إِنَّ اللّهَ لاَ يُضِيعُ أَجْرَ الْمُحْسِنِينَ ﴿١٢٠﴾
9/At-Tawbah-120: Ma kana li-ahli almadeenati waman hawlahum mina al-aAArabi an yatakhallafoo AAan rasooli Allahi wala yarghaboo bi-anfusihim AAan nafsihi thalika bi-annahum la yuseebuhum thamaon wala nasabun wala makhmasatun fee sabeeli Allahi wala yataoona mawti-an yaghe

Sofian S. Siregar

En het past de bewoners van Medinah niet, noch ben die in de omgeving verblijven van de bedoevenen, dat zij achterblijven bij de Boodschapper van Allah, noch dat zij hun eigen leven verkiezen boven zijn (Moehammad's) leven. Dat is omdat noch dorst, noch vermoeienis, noch honger hen treft op de Weg van Allah. En zij betreden geen plaats waarmee zij de woede van de ongelovigen opwekken, noch nemen zij iets af van een vijand of er wordt voor hen daarmee een goede daad opgeschreven. Voorwaar, Allah doet de beloning van de weldoeners niet verloren gaan.

Fred Leemhuis

Het past de mensen van Medina en de bedoeïenen uit hun omgeving niet dat zij achterblijven bij de gezant van God of dat zij zichzelf meer ontzien dan hij. Dat is omdat zij door geen dorst, noch vermoeidheid, noch honger op Gods weg worden overvallen. Zij doen ook geen inval die de ongelovigen woedend maakt, noch maken zij een vijand iets afhandig zonder dat voor hen daarmee een deugdelijke daad opgeschreven wordt. God zal het loon van hen die goed doen niet verloren laten gaan.

Salomo Keyzer

Er bestond geene reden waarom de bewoners van Medina en de Arabieren van de woestijn, die rondom hen wonen, achter Gods gezant zouden blijven staan, of zich boven hem zouden verheffen. Dit is onredelijk, daar zij niet door dorst of vermoeienis of honger werden geteisterd, bij de verdediging van Gods waren godsdienst; naardien zij geen stap deden die de ongeloovigen kon vertoornen; naardien zij van de zijde van den vijand niets ondervonden, wat hun niet voor eene goede daad werd aangerekend; want God duldt niet dat de belooning der rechtvaardigen verloren ga.
120