وَمَا كَانَ الْمُؤْمِنُونَ لِيَنفِرُواْ كَآفَّةً فَلَوْلاَ نَفَرَ مِن كُلِّ فِرْقَةٍ مِّنْهُمْ طَآئِفَةٌ لِّيَتَفَقَّهُواْ فِي الدِّينِ وَلِيُنذِرُواْ قَوْمَهُمْ إِذَا رَجَعُواْ إِلَيْهِمْ لَعَلَّهُمْ يَحْذَرُونَ
﴿١٢٢﴾
Sofian S. Siregar
En het past de gelovigen niet dat zij allen (ten strijde) uitrukken. Waarom rukt niet van elke groep een aantal uit, opdat zij (de achtergeblevenen) belzrip verkrijgen over de godsdienst, zodat zij hun volk zullen waarschuwen wanneer het tot hen is teruggekeerd. Hopelijk zullen zij zichzelf behoeden.
Salomo Keyzer
De geloovigen zijn niet verplicht allen te gelijk ten strijde te trekken. Indien een deel van iederen stam niet vertrekt, geschiedt dit om zich met ijver in hunnen godsdienst te onderrichten, en om hun volk te vermanen, indien zij terugkeeren, opdat het volk op zijne goede zij.