فَرِحَ الْمُخَلَّفُونَ بِمَقْعَدِهِمْ خِلاَفَ رَسُولِ اللّهِ وَكَرِهُواْ أَن يُجَاهِدُواْ بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ فِي سَبِيلِ اللّهِ وَقَالُواْ لاَ تَنفِرُواْ فِي الْحَرِّ قُلْ نَارُ جَهَنَّمَ أَشَدُّ حَرًّا لَّوْ كَانُوا يَفْقَهُونَ
﴿٨١﴾
Sofian S. Siregar
De achterblijvers (in de tijd van de Slag bij Tahôek) verheugden zich er over dat zij achter de Boodschapper van Allah waren gebleven en zij hadden er een afkeer van om met hun bezittingen en hun levens te strijden op de Weg van Allah, en zij zeiden: "Rukt niet uit in de hitte!" Zeg: "De hitte van de Hel is erger." Als jullie dat toch begrepen!
Fred Leemhuis
Zij die achtergelaten zijn verheugen zich erover dat zij in tegenstelling tot de gezant van God thuisgebleven zijn en het staat hun tegen zich met hun bezittingen en hun persoon op Gods weg in te spannen en zij zeggen: "Rukt niet uit in de hitte." Zeg: "Het vuur van de hel is heter." Als zij dat maar begrijpen.
Salomo Keyzer
Zij die bij de expeditie van Taboec te huis bleven, waren verblijd achter den profeet te blijven, en ongeneigd hunne bezittingen en hunne personen te wagen voor den vooruitgang van Gods waren godsdienst, en zij zeiden onderling: Trek niet in de hitte op. Zeg: het hellevuur zal heeter zijn; indien zij dit maar begrepen!