Nederlands [Veranderen]

Ibrahim-21, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
21

Ibrahim-21, Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Ibrahim - vers 21

سورة إبراهيم

Soera Ibrahim

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَبَرَزُواْ لِلّهِ جَمِيعًا فَقَالَ الضُّعَفَاء لِلَّذِينَ اسْتَكْبَرُواْ إِنَّا كُنَّا لَكُمْ تَبَعًا فَهَلْ أَنتُم مُّغْنُونَ عَنَّا مِنْ عَذَابِ اللّهِ مِن شَيْءٍ قَالُواْ لَوْ هَدَانَا اللّهُ لَهَدَيْنَاكُمْ سَوَاء عَلَيْنَآ أَجَزِعْنَا أَمْ صَبَرْنَا مَا لَنَا مِن مَّحِيصٍ ﴿٢١﴾
14/Ibrahim-21: Wabarazoo lillahi jameeAAan faqala aldduAAafao lillatheena istakbaroo inna kunna lakum tabaAAan fahal antum mughnoona AAanna min AAathabi Allahi min shay-in qaloo law hadana Allahu lahadaynakum sawaon AAalayna ajaziAAna am sabarna ma lana min maheesin

Sofian S. Siregar

En zij verschijnen allen voor Allah, en de zwakken zullen dan tot degenen die hoogmoedig waren zeggen: "Voorwaar, wij waren jullie volgelingen, kunnen jullie dan nu voor ons iets van de bestraffing van Allah afwenden?" Zij zeggen: "Als Allah ons geleid had, zouden wij jullie zeker geleid hebben; het is voor ons hetzelfde, of wij nu klagen. of dat wij geduldig zijn. Er is voor ons geen toevluchtsoord."

Fred Leemhuis

En zij zullen tezamen bij God vóórkomen. Dan zullen de zwakken tegen hen die hoogmoedig waren zeggen: "Wij waren toch volgelingen van jullie, baten jullie ons dan iets tegen Gods bestraffing?" Zij zeggen: "Als God ons de goede richting gewezen had, dan hadden wij jullie ook de goede richting gewezen. Voor ons maakt het niet uit of wij bezorgd weifelen of geduldig volharden, voor ons is er geen ontsnapping."

Salomo Keyzer

En zij zullen allen op den jongsten dag in Gods tegenwoordigheid worden gebracht; en de zwakken, die zich onder hen bevinden, zullen tot de sterken zeggen: Waarlijk, wij hebben u op de aarde opgevolgd; wilt gij dus niet een deel der goddelijke wraak van ons afwenden? Zij zullen antwoorden: Indien God ons op den rechten weg had geleid, zouden wij u zekerlijk geleid hebben. Het is ons onverschillig, of wij onze plagen met ongeduld dragen, of dat wij die met geduld verduren, want wij bezitten geen weg om daaraan te ontkomen.
21