وَيَقُولُ الَّذِينَ آمَنُوا لَوْلَا نُزِّلَتْ سُورَةٌ فَإِذَا أُنزِلَتْ سُورَةٌ مُّحْكَمَةٌ وَذُكِرَ فِيهَا الْقِتَالُ رَأَيْتَ الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ يَنظُرُونَ إِلَيْكَ نَظَرَ الْمَغْشِيِّ عَلَيْهِ مِنَ الْمَوْتِ فَأَوْلَى لَهُمْ
﴿٢٠﴾
Sofian S. Siregar
En degenen die geloven zeggen: "Was er maar een Soerah neergezonden (die het voeren van oorlog beveelt). Maar wanneer dan een onweerlegbare (Moehkamah) Soerah wordt neergezonden, waarin (het bevel tot) oorlog wordt genoemd, dan zie jij degenen in wier harten een ziekte is, naar jou kijken met de blik van degene die in zwijm dreigt te vallen uit doodsangst. Wee hen!
Fred Leemhuis
En zij die geloven zeggen: "Was er maar een soera neergezonden." En als er dan een eenduidige soera wordt neergezonden waarin er van strijden sprake is, dan zie jij hen die een ziekte in hun harten hebben naar jou kijken met een blik als van iemand die voor de dood in onmacht valt. Zij kunnen het krijgen!
Salomo Keyzer
De ware geloovigen zeggen: Werd er niet eene Soera geopenbaard, waarin de oorlog tegen de ongeloovigen wordt bevolen? Maar als een Hoofdstuk zonder eenige dubbelzinnigheid is geopenbaard, en de oorlog daarin is vermeld, zult gij hen, in wier hart een gebrek is, naar u zien blikken, met het gelaat van iemand, die door den dood wordt overschaduwd. Maar gehoorzaamheid en datgene te spreken, wat gepast is, zou verkieslijker voor hen wezen.