Nederlands [Veranderen]

Sad-24, Soera Sad Verset-24

38/Sad-24 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
24

Sad-24, Soera Sad Verset-24

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Sad - vers 24

سورة ص

Soera Sad

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

قَالَ لَقَدْ ظَلَمَكَ بِسُؤَالِ نَعْجَتِكَ إِلَى نِعَاجِهِ وَإِنَّ كَثِيرًا مِّنْ الْخُلَطَاء لَيَبْغِي بَعْضُهُمْ عَلَى بَعْضٍ إِلَّا الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ وَقَلِيلٌ مَّا هُمْ وَظَنَّ دَاوُودُ أَنَّمَا فَتَنَّاهُ فَاسْتَغْفَرَ رَبَّهُ وَخَرَّ رَاكِعًا وَأَنَابَ/ ﴿٢٤﴾
38/Sad-24: Qala laqad thalamaka bisu-ali naAAjatika ila niAAajihi wa-inna katheeran mina alkhulata-i layabghee baAAduhum AAala baAAdin illa allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati waqaleelun ma hum wathanna dawoodu annama fatannahu faistaghfara rabbahu wakharra rak

Sofian S. Siregar

Bij (Dâwôed) zei: "Voorzeker, hij heeft jou onrechtvaardig behandeld met de eis om jouw ooi am zijn ooien toe te voegen. En voorwaar, vele genoten behandelen elkaar onrechtvaardig, behalve degenen die geloven en die goede werken verrichten, en zij zijn slechts weinigen. En Dâwôed vermoedde dat Wij hem op de proef stelden, waarop hij zijn Heer om vergeving smeekte. Hij boog zich neer en hij toonde berouw.

Fred Leemhuis

En hij zei: "Hij heeft jou onrecht aangedaan door jouw schaap nog bij zijn schapen te vragen. Velen van hen die gemeenschappelijk eigendom hebben behandelen elkaar onrechtmatig. Alleen niet zij die geloven en de deugdelijke daden doen, maar met hoe weinigen zijn zij!" En Dawoed vermoedde wel dat Wij hem in verzoeking gebracht hadden en hij vroeg zijn Heer om vergeving, viel buigend neer en betoonde zich schuldbewust. --

Salomo Keyzer

David antwoordde: Waarlijk hij heeft u slecht behandeld, door u uwe ooi te vragen, als eene bijvoeging tot zijne eigen schapen; en velen van hen, die eene zaak met elkander hebben, benadeelen elkander, behalve zij, die gelooven en doen wat rechtvaardig is. Maar hoe weinigen zijn dat! En David bemerkte, dat wij hem door deze gelijkenis hadden beproefd, en hij vroeg vergiffenis van zijn Heer; hij viel neder, boog zich en betoonde berouw.
24