فَلَوْلاَ كَانَتْ قَرْيَةٌ آمَنَتْ فَنَفَعَهَا إِيمَانُهَا إِلاَّ قَوْمَ يُونُسَ لَمَّآ آمَنُواْ كَشَفْنَا عَنْهُمْ عَذَابَ الخِزْيِ فِي الْحَيَاةَ الدُّنْيَا وَمَتَّعْنَاهُمْ إِلَى حِينٍ
﴿٩٨﴾
Sofian S. Siregar
Was er maar een stad geweest, naast die van het volk van Yôenoes, die geloofde, opdat haar gelool haar zou baten. Toen zij (het volk van Yôenoes") geloofden, namen Wij de bestraffing van de vernedering in het wereldse leven weg, en schonken Wij hen genietingen tot een bepaalde tijd.
Salomo Keyzer
En indien dit niet zoo ware, zou menige stad, van de vele die verwoest werden, geloofd hebben, en het geloof harer inwoners zou hun ten voordeele hebben gestrekt; maar niemand van hen geloofde, vóór de uitvoering van hun doemvonnis, uitgenomen het volk van Jonas. Toen zij geloofden bevrijdden wij hen van de straf der schande in deze wereld en lieten hun, voor zekeren tijd, hun leven en hunne bezittingen genieten.