Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٣ / صفحة ٢٤٦
القرآن الكريم
»
جزئها ١٣
»
القرآن الكريم / جزئها ١٣ / صفحة ٢٤٦
Yusuf 87-95, Koran - Djuz' 13 - Pagina 246
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 13
»
Yusuf 87-95, Koran - Djuz' 13 - Pagina 246
Luister Koran Pagina-246
يَا بَنِيَّ اذْهَبُواْ فَتَحَسَّسُواْ مِن يُوسُفَ وَأَخِيهِ وَلاَ تَيْأَسُواْ مِن رَّوْحِ اللّهِ إِنَّهُ لاَ يَيْأَسُ مِن رَّوْحِ اللّهِ إِلاَّ الْقَوْمُ الْكَافِرُونَ
﴿٨٧﴾
12/Yusuf-87: Ya baniyya ithhaboo fatahassasoo min yoosufa waakheehi wala tay-asoo min rawhi Allahi innahu la yay-asu min rawhi Allahi illa alqawmu alkafiroona
"O mijn zonen, gaat heen om nieuws in te winnen over Yôesoef en zijn broeder en wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, niemand wanhoopt aan de Genade van Allah, behalve het ongelovige volk." (87)
فَلَمَّا دَخَلُواْ عَلَيْهِ قَالُواْ يَا أَيُّهَا الْعَزِيزُ مَسَّنَا وَأَهْلَنَا الضُّرُّ وَجِئْنَا بِبِضَاعَةٍ مُّزْجَاةٍ فَأَوْفِ لَنَا الْكَيْلَ وَتَصَدَّقْ عَلَيْنَآ إِنَّ اللّهَ يَجْزِي الْمُتَصَدِّقِينَ
﴿٨٨﴾
12/Yusuf-88: Falamma dakhaloo AAalayhi qaloo ya ayyuha alAAazeezu massana waahlana alddurru waji/na bibidaAAatin muzjatin faawfi lana alkayla watasaddaq AAalayna inna Allaha yajzee almutasaddiqeena
Toen zij bij hem (Yôesoef) binnenkwamen, zeiden zij: "O al 'Azîz, wij en onze familie zijn getroffen door ellende, en wij komen goederen brengen die niet waardevol zijn, dus geef ons daarom de volle maat en schenk ons (een gift). Voorwaar, Allah beloont de schenkers." (88)
قَالَ هَلْ عَلِمْتُم مَّا فَعَلْتُم بِيُوسُفَ وَأَخِيهِ إِذْ أَنتُمْ جَاهِلُونَ
﴿٨٩﴾
12/Yusuf-89: Qala hal AAalimtum ma faAAaltum biyoosufa waakheehi ith antum jahiloona
Hij zei: "Beseften jullie wat jullie met Yôesoef en zijn broeder gedaan hebben, toen jullie onwetend waren?" (89)
قَالُواْ أَإِنَّكَ لَأَنتَ يُوسُفُ قَالَ أَنَاْ يُوسُفُ وَهَذَا أَخِي قَدْ مَنَّ اللّهُ عَلَيْنَا إِنَّهُ مَن يَتَّقِ وَيِصْبِرْ فَإِنَّ اللّهَ لاَ يُضِيعُ أَجْرَ الْمُحْسِنِينَ
﴿٩٠﴾
12/Yusuf-90: Qaloo a-innaka laanta yoosufa qala ana yoosufu wahatha akhee qad manna Allahu AAalayna innahu man yattaqi wayasbir fa-inna Allaha la yudeeAAu ajra almuhsineena
Zij zeiden: "Ben jij echt Yôesoef?" Hij antwoordde: "Ik ben Yôesoef en dit is mijn broeder. Allah heeft ons genade geschonken. Voorwaar, wie (Allah) vreest en geduldig is: voorwaar, Allah doet de beloning van de weldoeners niet verloren gaan." (90)
قَالُواْ تَاللّهِ لَقَدْ آثَرَكَ اللّهُ عَلَيْنَا وَإِن كُنَّا لَخَاطِئِينَ
﴿٩١﴾
12/Yusuf-91: Qaloo taAllahi laqad atharaka Allahu AAalayna wa-in kunna lakhati-eena
Zij zeiden: "Bij Allah, voorzeker, Allah heeft jou boven ons verheven. Voorwaar, wij waren zeker zondaren." (91)
قَالَ لاَ تَثْرَيبَ عَلَيْكُمُ الْيَوْمَ يَغْفِرُ اللّهُ لَكُمْ وَهُوَ أَرْحَمُ الرَّاحِمِينَ
﴿٩٢﴾
12/Yusuf-92: Qala la tathreeba AAalaykumu alyawma yaghfiru Allahu lakum wahuwa arhamu alrrahimeena
Hij zei: "Er is voor jullie geen verwijt op deze dag. En hopelijk vergeeft Allah jullie, en Hij is de Meest Barmhartige der Erbarmers. (92)
اذْهَبُواْ بِقَمِيصِي هَذَا فَأَلْقُوهُ عَلَى وَجْهِ أَبِي يَأْتِ بَصِيرًا وَأْتُونِي بِأَهْلِكُمْ أَجْمَعِينَ
﴿٩٣﴾
12/Yusuf-93: Ithhaboo biqameesee hatha faalqoohu AAala wajhi abee ya/ti baseeran wa/toonee bi-ahlikum ajmaAAeena
Neemt dit hemd van mij met jullie mee, legt het vervolgens op het gezicht van mijn vader, dan zal hij weer kunnen zien. En brengt al jullie familieleden bij mij." (93)
وَلَمَّا فَصَلَتِ الْعِيرُ قَالَ أَبُوهُمْ إِنِّي لَأَجِدُ رِيحَ يُوسُفَ لَوْلاَ أَن تُفَنِّدُونِ
﴿٩٤﴾
12/Yusuf-94: Walamma fasalati alAAeeru qala aboohum innee laajidu reeha yoosufa lawla an tufannidooni
En toen de karavaan het land uittrok, zei hun vader. "Voorwaar, ik ruik de geur van Yôesoef, als jullie mij niet als zwakzinnig zouden beschouwen (zou ik jullie vertellen dat Yôesoef nog leeft.)" (94)
قَالُواْ تَاللّهِ إِنَّكَ لَفِي ضَلاَلِكَ الْقَدِيمِ
﴿٩٥﴾
12/Yusuf-95: Qaloo taAllahi innaka lafee dalalika alqadeemi
Zij zeiden: "Bij Allah, voorwaar, jij verkeert nog in je oude waanvoorstelling!" (95)