Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٨ / صفحة ٣٦٠

Al-Furqan 3-11, Koran - Djuz' 18 - Pagina 360

Djuz'-18, Pagina-360 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-18, Pagina-360 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-18, Pagina-360 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَاتَّخَذُوا مِن دُونِهِ آلِهَةً لَّا يَخْلُقُونَ شَيْئًا وَهُمْ يُخْلَقُونَ وَلَا يَمْلِكُونَ لِأَنفُسِهِمْ ضَرًّا وَلَا نَفْعًا وَلَا يَمْلِكُونَ مَوْتًا وَلَا حَيَاةً وَلَا نُشُورًا ﴿٣﴾
25/Al-Furqan-3: Waittakhathoo min doonihi alihatan la yakhluqoona shay-an wahum yukhlaqoona wala yamlikoona li-anfusihim darran wala nafAAan wala yamlikoona mawtan wala hayatan wala nushooran
Toch namen zij naast Hem goden die niets schiepen en die niet bij machte zijn zelf kwaad (af te wenden) en goed (te doen) en geen macht hebben over leven en niet over de dood en over het opwekken. (3)
وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا إِنْ هَذَا إِلَّا إِفْكٌ افْتَرَاهُ وَأَعَانَهُ عَلَيْهِ قَوْمٌ آخَرُونَ فَقَدْ جَاؤُوا ظُلْمًا وَزُورًا ﴿٤﴾
25/Al-Furqan-4: Waqala allatheena kafaroo in hatha illa ifkun iftarahu waaAAanahu AAalayhi qawmun akharoona faqad jaoo thulman wazooran
En degenen die ongelovig zijn, zeggen: "Dit is slechts een leugen die hij verzonnen heeft en waar een ander volk hem bij geholpen heeft." Waarlijk, zij kwamen met onrecht en leugens. (4)
وَقَالُوا أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ اكْتَتَبَهَا فَهِيَ تُمْلَى عَلَيْهِ بُكْرَةً وَأَصِيلًا ﴿٥﴾
25/Al-Furqan-5: Waqaloo asateeru al-awwaleena iktatabaha fahiya tumla AAalayhi bukratan waaseelan
En zij zeiden: "(Dit zijn) fabels van de vroegeren die hij heeft laten opschrijven en zij worden hem 's morgens en 's avonds voorgelezen. (5)
قُلْ أَنزَلَهُ الَّذِي يَعْلَمُ السِّرَّ فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ إِنَّهُ كَانَ غَفُورًا رَّحِيمًا ﴿٦﴾
25/Al-Furqan-6: Qul anzalahu allathee yaAAlamu alssirra fee alssamawati waal-ardi innahu kana ghafooran raheeman
Zeg (O Moehammad): "Hij heeft hem (de Koran) neergezonden, Degene Die het geheim in de hemelen en op de aarde kent. Voorwaar, Hij is Vergevensgezind, Meest Barmhartig." (6)
وَقَالُوا مَالِ هَذَا الرَّسُولِ يَأْكُلُ الطَّعَامَ وَيَمْشِي فِي الْأَسْوَاقِ لَوْلَا أُنزِلَ إِلَيْهِ مَلَكٌ فَيَكُونَ مَعَهُ نَذِيرًا ﴿٧﴾
25/Al-Furqan-7: Waqaloo mali hatha alrrasooli ya/kulu alttaAAama wayamshee fee al-aswaqi lawla onzila ilayhi malakun fayakoona maAAahu natheeran
En zij zeiden: "Wat is dat voor Boodschapper, die voedsel eet en op de markten rondgaat, waarom is hem geen Engel gezonden, zodat hij niet hem een waarschuwer is? (7)
أَوْ يُلْقَى إِلَيْهِ كَنزٌ أَوْ تَكُونُ لَهُ جَنَّةٌ يَأْكُلُ مِنْهَا وَقَالَ الظَّالِمُونَ إِن تَتَّبِعُونَ إِلَّا رَجُلًا مَّسْحُورًا ﴿٨﴾
25/Al-Furqan-8: Aw yulqa ilayhi kanzun aw takoonu lahu jannatun ya/kulu minha waqala alththalimoona in tattabiAAoona illa rajulan mashooran
Of is hem geen schat geschonken of heeft hij geen tuin, waar hij van kan eten?" En de onrechtvaardigen zeiden: "Jullie volgen slechts een bezeten man." (8)
انظُرْ كَيْفَ ضَرَبُوا لَكَ الْأَمْثَالَ فَضَلُّوا فَلَا يَسْتَطِيعُونَ سَبِيلًا ﴿٩﴾
25/Al-Furqan-9: Onthur kayfa daraboo laka al-amthala fadalloo fala yastateeAAoona sabeelan
Zie hoe zij niet jou vergelijkingen maken; zij dwalen en zijn niet in staat een weg (te vinden). (9)
تَبَارَكَ الَّذِي إِن شَاء جَعَلَ لَكَ خَيْرًا مِّن ذَلِكَ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ وَيَجْعَل لَّكَ قُصُورًا ﴿١٠﴾
25/Al-Furqan-10: Tabaraka allathee in shaa jaAAala laka khayran min thalika jannatin tajree min tahtiha al-anharu wayajAAal laka qusooran
Gezegend is Degene Die, als Hij dat wil, jou beter dan dat schenkt: tuinen waar onder door de rivieren stromen en Hij schenkt jou paleizen. (10)
بَلْ كَذَّبُوا بِالسَّاعَةِ وَأَعْتَدْنَا لِمَن كَذَّبَ بِالسَّاعَةِ سَعِيرًا ﴿١١﴾
25/Al-Furqan-11: Bal kaththaboo bialssaAAati waaAAtadna liman kaththaba bialssaAAati saAAeeran
Maar nee, zij loochenen het Uur. En Wij hebben voor wie het Uur loochent een laaiend vuur (de Hel) gereedgemaakt. (11)