Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٢٩ / صفحة ٥٦٨
القرآن الكريم
»
جزئها ٢٩
»
القرآن الكريم / جزئها ٢٩ / صفحة ٥٦٨
Koran - Djuz' 29 - Pagina 568 (Al-Haqqah 35-52, Al-Ma'arij 1-10)
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 29
»
Koran - Djuz' 29 - Pagina 568 (Al-Haqqah 35-52, Al-Ma'arij 1-10)
Luister Koran Pagina-568
فَلَيْسَ لَهُ الْيَوْمَ هَاهُنَا حَمِيمٌ
﴿٣٥﴾
وَلَا طَعَامٌ إِلَّا مِنْ غِسْلِينٍ
﴿٣٦﴾
لَا يَأْكُلُهُ إِلَّا الْخَاطِؤُونَ
﴿٣٧﴾
فَلَا أُقْسِمُ بِمَا تُبْصِرُونَ
﴿٣٨﴾
وَمَا لَا تُبْصِرُونَ
﴿٣٩﴾
إِنَّهُ لَقَوْلُ رَسُولٍ كَرِيمٍ
﴿٤٠﴾
وَمَا هُوَ بِقَوْلِ شَاعِرٍ قَلِيلًا مَا تُؤْمِنُونَ
﴿٤١﴾
وَلَا بِقَوْلِ كَاهِنٍ قَلِيلًا مَا تَذَكَّرُونَ
﴿٤٢﴾
تَنزِيلٌ مِّن رَّبِّ الْعَالَمِينَ
﴿٤٣﴾
وَلَوْ تَقَوَّلَ عَلَيْنَا بَعْضَ الْأَقَاوِيلِ
﴿٤٤﴾
لَأَخَذْنَا مِنْهُ بِالْيَمِينِ
﴿٤٥﴾
ثُمَّ لَقَطَعْنَا مِنْهُ الْوَتِينَ
﴿٤٦﴾
فَمَا مِنكُم مِّنْ أَحَدٍ عَنْهُ حَاجِزِينَ
﴿٤٧﴾
وَإِنَّهُ لَتَذْكِرَةٌ لِّلْمُتَّقِينَ
﴿٤٨﴾
وَإِنَّا لَنَعْلَمُ أَنَّ مِنكُم مُّكَذِّبِينَ
﴿٤٩﴾
وَإِنَّهُ لَحَسْرَةٌ عَلَى الْكَافِرِينَ
﴿٥٠﴾
وَإِنَّهُ لَحَقُّ الْيَقِينِ
﴿٥١﴾
فَسَبِّحْ بِاسْمِ رَبِّكَ الْعَظِيمِ
﴿٥٢﴾
سورة الـمعارج
سَأَلَ سَائِلٌ بِعَذَابٍ وَاقِعٍ
﴿١﴾
لِّلْكَافِرينَ لَيْسَ لَهُ دَافِعٌ
﴿٢﴾
مِّنَ اللَّهِ ذِي الْمَعَارِجِ
﴿٣﴾
تَعْرُجُ الْمَلَائِكَةُ وَالرُّوحُ إِلَيْهِ فِي يَوْمٍ كَانَ مِقْدَارُهُ خَمْسِينَ أَلْفَ سَنَةٍ
﴿٤﴾
فَاصْبِرْ صَبْرًا جَمِيلًا
﴿٥﴾
إِنَّهُمْ يَرَوْنَهُ بَعِيدًا
﴿٦﴾
وَنَرَاهُ قَرِيبًا
﴿٧﴾
يَوْمَ تَكُونُ السَّمَاء كَالْمُهْلِ
﴿٨﴾
وَتَكُونُ الْجِبَالُ كَالْعِهْنِ
﴿٩﴾
وَلَا يَسْأَلُ حَمِيمٌ حَمِيمًا
﴿١٠﴾
69/Al-Haqqah-35: Falaysa lahu alyawma hahuna hameemun
Op deze Dag heeft hij hier geen trouwe vriend. (35)
69/Al-Haqqah-36: Wala taAAamun illa min ghisleenin
En er is geen voedsel den etter. (36)
69/Al-Haqqah-37: La ya/kuluhu illa alkhati-oona
Niemand eet dat dan de zondaren. (37)
69/Al-Haqqah-38: Fala oqsimu bima tubsiroona
Zo waarlijk zweer Ik bij wat jullie zien. (38)
69/Al-Haqqah-39: Wama la tubsiroona
En bij wat jullie niet zien. (39)
69/Al-Haqqah-40: Innahu laqawlu rasoolin kareemin
Voorwaar, het is zeker het Woord (verkondigd door) een nobele Boodschapper. (40)
69/Al-Haqqah-41: Wama huwa biqawli shaAAirin qaleelan ma tu/minoona
En het is niet het woord van een dichter. Weinig is het dat jullie geloven. (41)
69/Al-Haqqah-42: Wala biqawli kahinin qaleelan ma tathakkaroona
En het is niet het woord van een waarzegger. Weinig is de lering die jullie er uit trekken. (42)
69/Al-Haqqah-43: Tanzeelun min rabbi alAAalameena
(Het is) een neerzending van de Heer der Werelden. (43)
69/Al-Haqqah-44: Walaw taqawwala AAalayna baAAda al-aqaweeli
En als hij (Moehammad) een paar woorden had verzonnen in Onze Naam. (44)
69/Al-Haqqah-45: Laakhathna minhu bialyameeni
Dan zouden Wij hem met kracht gegrepen hebben. (45)
69/Al-Haqqah-46: Thumma laqataAAna minhu alwateena
En dan zouden Wij zijn hartslagader doorgesneden hebben. (46)
69/Al-Haqqah-47: Fama minkum min ahadin AAanhu hajizeena
En niemand van jullie zou dat voor hem kunnen verhinderen. (47)
69/Al-Haqqah-48: Wa-innahu latathkiratun lilmuttaqeena
En voorwaar, hij (de Koran) is zeker een Vermaning voor de Moettaqôen. (48)
69/Al-Haqqah-49: Wa-inna lanaAAlamu anna minkum mukaththibeena
En voorwaar, Wij kennen zeker de loochenaars onder jullie. (49)
69/Al-Haqqah-50: Wa-innahu lahasratun AAala alkafireena
En voorwaar, hij (de Koran) zal voor de ongelovigen zeker een oorzaak van spijt zijn. (50)
69/Al-Haqqah-51: Wa-innahu lahaqqu alyaqeeni
En voorwaar, het is een zekere Waarheid. (51)
69/Al-Haqqah-52: Fasabbih biismi rabbika alAAatheemi
Prijs daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige. (52)
Soera Al-Ma'arij
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
70/Al-Ma'arij-1: Saala sa-ilun biAAathabin waqiAAin
Een vraagsteller vroeg over een bestraffing die vallen zal. (1)
70/Al-Ma'arij-2: Lilkafireena laysa lahu dafiAAun
Voor de ongelovigen is er geen afweer tegen. (2)
70/Al-Ma'arij-3: Mina Allahi thee almaAAariji
(Die komt) van Allah, de Bezitter van de trappen. (3)
70/Al-Ma'arij-4: TaAAruju almala-ikatu waalrroohu ilayhi fee yawmin kana miqdaruhu khamseena alfa sanatin
(Waarvandaan) de Engelen en de Geest (Djibrîl) tot Hem opstijgen in een dag waarvan de maat vijftigduizend jaren is. (4)
70/Al-Ma'arij-5: Faisbir sabran jameelan
Volhard daarom geduldig op gepaste wijze. (5)
70/Al-Ma'arij-6: Innahum yarawnahu baAAeedan
Voorwaar, zij zien haar (de bestraffing) van ver weg. (6)
70/Al-Ma'arij-7: Wanarahu qareeban
Maar Wij zien haar van nabij. (7)
70/Al-Ma'arij-8: Yawma takoonu alssamao kaalmuhli
Op die Dag zal de hemel als gesmolten metaal zijn. (8)
70/Al-Ma'arij-9: Watakoonu aljibalu kaalAAihni
En zullen de bergen als (vlokken) wol zijn. (9)
70/Al-Ma'arij-10: Wala yas-alu hameemun hameeman
En geen trouwe vriend zal naar een (andere) trouwe vriend vragen. (10)