Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٣٠ / صفحة ٥٨٣

Koran, Pagina 583 (Djuz' 30) recitatie door Mishary al Afasy

vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِنَّ لِلْمُتَّقِينَ مَفَازًا ﴿٣١﴾
حَدَائِقَ وَأَعْنَابًا ﴿٣٢﴾
وَكَوَاعِبَ أَتْرَابًا ﴿٣٣﴾
وَكَأْسًا دِهَاقًا ﴿٣٤﴾
لَّا يَسْمَعُونَ فِيهَا لَغْوًا وَلَا كِذَّابًا ﴿٣٥﴾
جَزَاء مِّن رَّبِّكَ عَطَاء حِسَابًا ﴿٣٦﴾
رَبِّ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا الرحْمَنِ لَا يَمْلِكُونَ مِنْهُ خِطَابًا ﴿٣٧﴾
يَوْمَ يَقُومُ الرُّوحُ وَالْمَلَائِكَةُ صَفًّا لَّا يَتَكَلَّمُونَ إِلَّا مَنْ أَذِنَ لَهُ الرحْمَنُ وَقَالَ صَوَابًا ﴿٣٨﴾
ذَلِكَ الْيَوْمُ الْحَقُّ فَمَن شَاء اتَّخَذَ إِلَى رَبِّهِ مَآبًا ﴿٣٩﴾
إِنَّا أَنذَرْنَاكُمْ عَذَابًا قَرِيبًا يَوْمَ يَنظُرُ الْمَرْءُ مَا قَدَّمَتْ يَدَاهُ وَيَقُولُ الْكَافِرُ يَا لَيْتَنِي كُنتُ تُرَابًا ﴿٤٠﴾

سورة الـنازعات

وَالنَّازِعَاتِ غَرْقًا ﴿١﴾
وَالنَّاشِطَاتِ نَشْطًا ﴿٢﴾
وَالسَّابِحَاتِ سَبْحًا ﴿٣﴾
فَالسَّابِقَاتِ سَبْقًا ﴿٤﴾
فَالْمُدَبِّرَاتِ أَمْرًا ﴿٥﴾
يَوْمَ تَرْجُفُ الرَّاجِفَةُ ﴿٦﴾
تَتْبَعُهَا الرَّادِفَةُ ﴿٧﴾
قُلُوبٌ يَوْمَئِذٍ وَاجِفَةٌ ﴿٨﴾
أَبْصَارُهَا خَاشِعَةٌ ﴿٩﴾
يَقُولُونَ أَئِنَّا لَمَرْدُودُونَ فِي الْحَافِرَةِ ﴿١٠﴾
أَئِذَا كُنَّا عِظَامًا نَّخِرَةً ﴿١١﴾
قَالُوا تِلْكَ إِذًا كَرَّةٌ خَاسِرَةٌ ﴿١٢﴾
فَإِنَّمَا هِيَ زَجْرَةٌ وَاحِدَةٌ ﴿١٣﴾
فَإِذَا هُم بِالسَّاهِرَةِ ﴿١٤﴾
هَلْ أتَاكَ حَدِيثُ مُوسَى ﴿١٥﴾
٥٨٣
78/An-Naba-31: Inna lilmuttaqeena mafazan
Voorwaar, voor de Moettaqôen is er een overwinning. (31)
78/An-Naba-32: Hada-iqa waaAAnaban
Tuinen en druivenstruiken. (32)
78/An-Naba-33: WakawaAAiba atraban
En jeugdige gezellinnen, gelijk in leeftijd. (33)
78/An-Naba-34: Waka/san dihaqan
En een gevulde beker. (34)
78/An-Naba-35: La yasmaAAoona feeha laghwan wala kiththaban
Zij horen daar geen onzin en geen leugens. (35)
78/An-Naba-36: Jazaan min rabbika AAataan hisaban
Als een beloning van jouw Heer, als afrekenende gift. (36)
78/An-Naba-37: Rabbi alssamawati waal-ardi wama baynahuma alrrahmani la yamlikoona minhu khitaban
De Heer der hemelen en der aarde en wat er tussen beide is, de Barmhartige. Zij zijn niet in staat Hem aan te spreken. (37)
78/An-Naba-38: Yawma yaqoomu alrroohu waalmala-ikatu saffan la yatakallamoona illa man athina lahu alrrahmanu waqala sawaban
Op die Dag staan de Geest (Djibrîl) en de Engelen in rijen opgesteld. Zij spreken niet, behalve na wie de Barmhartige toestemming verleent en die zegt wat juist is. (38)
78/An-Naba-39: Thalika alyawmu alhaqqu faman shaa ittakhatha ila rabbihi maaban
Dat is de Dag van de Waarheid. Laat wie wil daarom een terugkeer naar zijn Heer afleggen. (39)
78/An-Naba-40: Inna antharnakum AAathaban qareeban yawma yanthuru almaro ma qaddamat yadahu wayaqoolu alkafiru ya laytanee kuntu turaban
Voorwaar, Wij hebben jullie gewaarschuwd voor een nabije bestraffing op de Dag dat de mens zal kijken naar wat zijn handen vroeger bedreven, en waarop de ongelovige zal zeggen: "O wee, was ik maar aarde." (40)

Soera An-Nazi'at

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

79/An-Nazi'at-1: WaalnnaziAAati gharqan
Bij de hard uitrukkenden. (1)
79/An-Nazi'at-2: Waalnnashitati nashtan
Bij de zacht uittrekkenden. (2)
79/An-Nazi'at-3: Waalssabihati sabhan
Bij de snel uitvoerenden. (3)
79/An-Nazi'at-4: Faalssabiqati sabqan
De snel voorbijstrevenden. (4)
79/An-Nazi'at-5: Faalmudabbirati amran
De uitvoerenden van een bevel. (5)
79/An-Nazi'at-6: Yawma tarjufu alrrajifatu
Op de Dag waarop de bevende doet beven. (6)
79/An-Nazi'at-7: TatbaAAuha alrradifatu
Zal deze gevolgd worden door de (tweede) beving. (7)
79/An-Nazi'at-8: Quloobun yawma-ithin wajifatun
De harten zullen op die Dag bonzen. (8)
79/An-Nazi'at-9: Absaruha khashiAAatun
Hun ogen zullen angstig teneergeslagen zijn. (9)
79/An-Nazi'at-10: Yaqooloona a-inna lamardoodoona fee alhafirati
Zij zeggen: "Zullen wij zeker worden teruggebracht in de vorige staat? (10)
79/An-Nazi'at-11: A-itha kunna AAithaman nakhiratan
Als wij vergruisde beenderen zijn geworden?" (11)
79/An-Nazi'at-12: Qaloo tilka ithan karratun khasiratun
Zij zeggen: "Dat is dan een verliesgevende terugkeer. (12)
79/An-Nazi'at-13: Fa-innama hiya zajratun wahidatun
En voorwaar, het zal slechts één enkele stoot zijn. (13)
79/An-Nazi'at-14: Fa-itha hum bialssahirati
En dan staan zij op het aardoppervlak. (14)
79/An-Nazi'at-15: Hal ataka hadeethu moosa
Heeft het verhaal van Môesa jou bereikt? (15)
583