Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٣٠ / صفحة ٥٩٦

Koran, Pagina 596 (Djuz' 30) recitatie door Maher Al Mueaqly

vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
لَا يَصْلَاهَا إِلَّا الْأَشْقَى ﴿١٥﴾
الَّذِي كَذَّبَ وَتَوَلَّى ﴿١٦﴾
وَسَيُجَنَّبُهَا الْأَتْقَى ﴿١٧﴾
الَّذِي يُؤْتِي مَالَهُ يَتَزَكَّى ﴿١٨﴾
وَمَا لِأَحَدٍ عِندَهُ مِن نِّعْمَةٍ تُجْزَى ﴿١٩﴾
إِلَّا ابْتِغَاء وَجْهِ رَبِّهِ الْأَعْلَى ﴿٢٠﴾
وَلَسَوْفَ يَرْضَى ﴿٢١﴾

سورة الضـحى

وَالضُّحَى ﴿١﴾
وَاللَّيْلِ إِذَا سَجَى ﴿٢﴾
مَا وَدَّعَكَ رَبُّكَ وَمَا قَلَى ﴿٣﴾
وَلَلْآخِرَةُ خَيْرٌ لَّكَ مِنَ الْأُولَى ﴿٤﴾
وَلَسَوْفَ يُعْطِيكَ رَبُّكَ فَتَرْضَى ﴿٥﴾
أَلَمْ يَجِدْكَ يَتِيمًا فَآوَى ﴿٦﴾
وَوَجَدَكَ ضَالًّا فَهَدَى ﴿٧﴾
وَوَجَدَكَ عَائِلًا فَأَغْنَى ﴿٨﴾
فَأَمَّا الْيَتِيمَ فَلَا تَقْهَرْ ﴿٩﴾
وَأَمَّا السَّائِلَ فَلَا تَنْهَرْ ﴿١٠﴾
وَأَمَّا بِنِعْمَةِ رَبِّكَ فَحَدِّثْ ﴿١١﴾

سورة الـشرح

أَلَمْ نَشْرَحْ لَكَ صَدْرَكَ ﴿١﴾
وَوَضَعْنَا عَنكَ وِزْرَكَ ﴿٢﴾
الَّذِي أَنقَضَ ظَهْرَكَ ﴿٣﴾
وَرَفَعْنَا لَكَ ذِكْرَكَ ﴿٤﴾
فَإِنَّ مَعَ الْعُسْرِ يُسْرًا ﴿٥﴾
إِنَّ مَعَ الْعُسْرِ يُسْرًا ﴿٦﴾
فَإِذَا فَرَغْتَ فَانصَبْ ﴿٧﴾
وَإِلَى رَبِّكَ فَارْغَبْ ﴿٨﴾
٥٩٦
92/Al-Layl-15: La yaslaha illa al-ashqa
Daarin gaat slechts de ergste ellendeling binnen. (15)
92/Al-Layl-16: Allathee kaththaba watawalla
Die loochende en zich afwendde. (16)
92/Al-Layl-17: Wasayujannabuha al-atqa
Maar degenen die (Allah) vrezen zal daar ver van gehouden worden. (17)
92/Al-Layl-18: Allathee yu/tee malahu yatazakka
Degene die van zijn bezit geeft om zich te reinigen. (18)
92/Al-Layl-19: Wama li-ahadin AAindahu min niAAmatin tujza
En niet om voor een gunst aan iemand beloond te worden. (19)
92/Al-Layl-20: Illa ibtighaa wajhi rabbihi al-aAAla
Maar om het welbehagen van zijn Heer, de Verhevene, te zoeken. (20)
92/Al-Layl-21: Walasawfa yarda
Hij zal zeker tevreden zijn. (21)

Soera Adh-Dhuha

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

93/Adh-Dhuha-1: Waaldduha
Bij het ochtendlicht. (1)
93/Adh-Dhuha-2: Waallayli itha saja
En bij de nacht wanneer het geheel donker is. (2)
93/Adh-Dhuha-3: Ma waddaAAaka rabbuka wama qala
Jouw Heer heeft jou (O Moehammad) niet verlaten en Hij is niet kwaad (op jou). (3)
93/Adh-Dhuha-4: Walal-akhiratu khayrun laka mina al-oola
En het latere (het Hiernamaals) is zeker beter voor jou dan het eerste (het wereldse leven). (4)
93/Adh-Dhuha-5: Walasawfa yuAAteeka rabbuka fatarda
En jouw Heer zal jou zeker gunsten schenken, zodat jij tevreden zult zijn. (5)
93/Adh-Dhuha-6: Alam yajidka yateeman faawa
Heeft Hij jou niet als wees gevonden en jou in bescherming genomen? (6)
93/Adh-Dhuha-7: Wawajadaka dallan fahada
En Hij heeft jou dwalend gevonden en jou geleid. (7)
93/Adh-Dhuha-8: Wawajadaka AAa-ilan faaghna
En Hij heeft jou behoeftig gevonden en rijk gemaakt. (8)
93/Adh-Dhuha-9: Faamma alyateema fala taqhar
Wat de wees betreft: beledig hem niet. (9)
93/Adh-Dhuha-10: Waamma alssa-ila fala tanhar
En wat de bedelaar betreft: wijs hem niet af. (10)
93/Adh-Dhuha-11: Waamma biniAAmati rabbika fahaddith
En wat de gunsten van jouw Heer betreft: spreek daarover! (11)

Soera Al-sharh

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

94/Al-sharh-1: Alam nashrah laka sadraka
Hebben Wij niet jouw borst verruimd (O Mohammed)? (1)
94/Al-sharh-2: WawadaAAna AAanka wizraka
En Wij hebben jouw last van je weggenomen. (2)
94/Al-sharh-3: Allathee anqada thahraka
Die jouw rug belastte. (3)
94/Al-sharh-4: WarafaAAna laka thikraka
En Wij hebben jouw roem verhoogd. (4)
94/Al-sharh-5: Fa-inna maAAa alAAusri yusran
Voorwaar, zo komt met de moeilijkeid de verlichting. (5)
94/Al-sharh-6: Inna maAAa alAAusri yusran
Voorwaar, met de moeilijkheid komt de verlichting. (6)
94/Al-sharh-7: Fa-itha faraghta fainsab
Wanneer jij dan een taak volbracht hebt, streef dan (verder). (7)
94/Al-sharh-8: Wa-ila rabbika fairghab
En richt jouw verlangen tot jouw Heer. (8)
596