يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ وَلَا يَشْفَعُونَ إِلَّا لِمَنِ ارْتَضَى وَهُم مِّنْ خَشْيَتِهِ مُشْفِقُونَ
﴿٢٨﴾
Sofian S. Siregar
Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en zij zijn niet van voorspraak, behalve voor wie Hem welgevallig zijn. En uit ontzag voor Hem vrezen zij (Allah).