فَإِذَا جَاءتْهُمُ الْحَسَنَةُ قَالُواْ لَنَا هَذِهِ وَإِن تُصِبْهُمْ سَيِّئَةٌ يَطَّيَّرُواْ بِمُوسَى وَمَن مَّعَهُ أَلا إِنَّمَا طَائِرُهُمْ عِندَ اللّهِ وَلَكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لاَ يَعْلَمُونَ
﴿١٣١﴾
Sofian S. Siregar
En wanneer dan het goede tot Hen kwam, zeiden zij: "Voor ons is dat (vanwege onze inspaningen)," maar wanneer het slechte hen treft, dan wijzen zij Môesa en degenen met hem aan als brengers van het noodlot. Wet: hun noodlot is slechts bij Allah, maar de meesten van hen weten het niet.
Fred Leemhuis
Wanneer dan iets goeds tot hen kwam zeiden zij: "Dit komt ons toe." Maar als hen iets slechts trof, zagen zij een slecht voorteken in Moesa en hen die met hem waren. Toch was hun slechte voorteken alleen maar bij God, maar de meesten van hen weten het niet.
Salomo Keyzer
Toen zij weder voorspoedig werden, zeiden zij: Dit komt ons toe; maar indien er kwaad over hen komt, schrijven zij het aan den tegenspoed van Mozes toe en van hen die met hem waren. Was niet hun tegenspoed van God afkomstig? Maar de meesten van hen wisten het niet.