وَنَادَى أَصْحَابُ الْجَنَّةِ أَصْحَابَ النَّارِ أَن قَدْ وَجَدْنَا مَا وَعَدَنَا رَبُّنَا حَقًّا فَهَلْ وَجَدتُّم مَّا وَعَدَ رَبُّكُمْ حَقًّا قَالُواْ نَعَمْ فَأَذَّنَ مُؤَذِّنٌ بَيْنَهُمْ أَن لَّعْنَةُ اللّهِ عَلَى الظَّالِمِينَ
﴿٤٤﴾
Sofian S. Siregar
En de bewoners van het Paradijs roepen tot de bewoners van de Hel: "Wij hebben waarlijk aangetroffen wat onze Heer ons heeft beloofd, hebben jullie dan ook werkelijk aaagetroffen wat jullie Heer jullie heeft aangezegd?" Zij zeiden: "Ja". Dan verkondigt een omroeper onder hen dat de vloek van Allah op de onrechtplegers rust.
Fred Leemhuis
De bewoners van de tuin roepen de bewoners van het vuur toe: "Wij hebben gemerkt dat wat onze Heer toegezegd had waar is. Hebben jullie ook gemerkt dat wat jullie Heer toegezegd had waar is?" Zij zeggen: "Ja." Dan roept een aankondiger onder hen uit: "Gods vloek rust op de onrechtplegers,
Salomo Keyzer
En de bewoners van het paradijs zullen de bewoners der hel toeroepen: Nu hebben wij gevonden, dat hetgeen onze Heer ons heeft beloofd, waarheid is, hebt gij ook gevonden, dat hetgeen uw Heer u heeft beloofd, waarheid is? Zij zullen antwoorden: Ja, een heraut zal deze woorden tusschen hen uitroepen: Gods vloek zij over de boozen.