وَجَاوَزْنَا بِبَنِي إِسْرَائِيلَ الْبَحْرَ فَأَتْبَعَهُمْ فِرْعَوْنُ وَجُنُودُهُ بَغْيًا وَعَدْوًا حَتَّى إِذَا أَدْرَكَهُ الْغَرَقُ قَالَ آمَنتُ أَنَّهُ لا إِلِهَ إِلاَّ الَّذِي آمَنَتْ بِهِ بَنُو إِسْرَائِيلَ وَأَنَاْ مِنَ الْمُسْلِمِينَ
﴿٩٠﴾
Sofian S. Siregar
En Wij brachten de Kinderen van Israël over de zee, waarop Fir'aun en zijn legefs hen volgden uit tirannie en vijandschap, totdat, toen de verdrinking hen bereikte, Fir"aun zei: "Ik geloofdat er geen god is dan Degene waarin de Kinderen van Israël geloven en ik behoor tot hen die zich hebben overgegeven (aan Allah)."
Fred Leemhuis
En Wij lieten de Israëlieten de zee oversteken, waarop Fir'aun en zijn troepen hen uit opstandigheid en om te overtreden achtervolgden. Maar toen ten slotte de verdrinking hem verraste zei hij: "Ik geloof dat er geen god is dan Hij in wie de Israëlieten geloven en ik behoor tot hen die zich [aan God] overgeven."
Salomo Keyzer
En wij deden de kinderen Israëls door de zee trekken, en Pharao en zijn leger vervolgden hen op eene hevige en vijandige wijze, tot hij op het punt was te verdrinken, en toen zeide: Ik geloof dat er geen God is buiten hem, in wien de kinderen Israëls gelooven en ik ben een der onderworpenen.