Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٤ / صفحة ٢٦٥
القرآن الكريم
»
جزئها ١٤
»
القرآن الكريم / جزئها ١٤ / صفحة ٢٦٥
Al-Hijr 52-70, Koran - Djuz' 14 - Pagina 265
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 14
»
Al-Hijr 52-70, Koran - Djuz' 14 - Pagina 265
Luister Koran Pagina-265
إِذْ دَخَلُواْ عَلَيْهِ فَقَالُواْ سَلامًا قَالَ إِنَّا مِنكُمْ وَجِلُونَ
﴿٥٢﴾
15/Al-Hijr-52: Ith dakhaloo AAalayhi faqaloo salaman qala inna minkum wajiloona
Toen zij bij hem binnenkwamen, zeiden zij: "Salam." (Vrede) Ibrâhîm zei: "Voorwaar, wij zijn bang voor jullie." (52)
قَالُواْ لاَ تَوْجَلْ إِنَّا نُبَشِّرُكَ بِغُلامٍ عَلِيمٍ
﴿٥٣﴾
15/Al-Hijr-53: Qaloo la tawjal inna nubashshiruka bighulamin AAaleemin
Zij zeiden: "Wees niet bang. Voorwaar, wij geven jou een verheugende tijding over (de geboorte van) een jongen, die kennis bezit." (53)
قَالَ أَبَشَّرْتُمُونِي عَلَى أَن مَّسَّنِيَ الْكِبَرُ فَبِمَ تُبَشِّرُونَ
﴿٥٤﴾
15/Al-Hijr-54: Qala abashshartumoonee AAala an massaniya alkibaru fabima tubashshirooni
Hij (Ibrâhîm) zei: "Geven jullie mij een verheugende tijding, terwijl de ouderdom mij heeft bereikt? Waarover geven jullie mij dan een verheugende tijding?" (54)
قَالُواْ بَشَّرْنَاكَ بِالْحَقِّ فَلاَ تَكُن مِّنَ الْقَانِطِينَ
﴿٥٥﴾
15/Al-Hijr-55: Qaloo bashsharnaka bialhaqqi fala takun mina alqaniteena
Zij zeiden: "Wij hebben jou in waarheid een verheugende tijding gegeven, behoor daarom niet tot de wanhopigen." (55)
قَالَ وَمَن يَقْنَطُ مِن رَّحْمَةِ رَبِّهِ إِلاَّ الضَّآلُّونَ
﴿٥٦﴾
15/Al-Hijr-56: Qala waman yaqnatu min rahmati rabbihi illa alddalloona
Hij (Ibrâhîm) zei: "Niemand wanhoopt aan de Barmhartigheid van zijn Heer dan de dwalenden." (56)
قَالَ فَمَا خَطْبُكُمْ أَيُّهَا الْمُرْسَلُونَ
﴿٥٧﴾
15/Al-Hijr-57: Qala fama khatbukum ayyuha almursaloona
Hij (Ibrâhîm) zei: "Wat is jullie zaak, O, gezanten?" (57)
قَالُواْ إِنَّا أُرْسِلْنَا إِلَى قَوْمٍ مُّجْرِمِينَ
﴿٥٨﴾
15/Al-Hijr-58: Qaloo inna orsilna ila qawmin mujrimeena
Zij (de Engelen) zeiden: "Voorwaar, wij zijn gezonden tot een misdadig volk. (58)
إِلاَّ آلَ لُوطٍ إِنَّا لَمُنَجُّوهُمْ أَجْمَعِينَ
﴿٥٩﴾
15/Al-Hijr-59: Illa ala lootin inna lamunajjoohum ajmaAAeena
Uitgezonderd de volgelingen van Loeth. Voorwaar, wij zullen hen (in opdracht van Allah) zeker allen redden. (59)
إِلاَّ امْرَأَتَهُ قَدَّرْنَا إِنَّهَا لَمِنَ الْغَابِرِينَ
﴿٦٠﴾
15/Al-Hijr-60: Illa imraatahu qaddarna innaha lamina alghabireena
Behalve zijn vrouw, wij hebben besloten dat zij tot de achterblijversi zal behoren." (60)
فَلَمَّا جَاء آلَ لُوطٍ الْمُرْسَلُونَ
﴿٦١﴾
15/Al-Hijr-61: Falamma jaa ala lootin almursaloona
En toen de gezanten tot de volgelingen van Loeth kwamen. (61)
قَالَ إِنَّكُمْ قَوْمٌ مُّنكَرُونَ
﴿٦٢﴾
15/Al-Hijr-62: Qala innakum qawmun munkaroona
Hij (Loeth) zei: "Jullie zijn een onbekend volk." (62)
قَالُواْ بَلْ جِئْنَاكَ بِمَا كَانُواْ فِيهِ يَمْتَرُونَ
﴿٦٣﴾
15/Al-Hijr-63: Qaloo bal ji/naka bima kanoo feehi yamtaroona
De gezanten (de Engelen) zeiden: "Eigenlijk zijn wij tot jou gekomen, met dat waarover zij plachten te twijfelen (de bestraffing). (63)
وَأَتَيْنَاكَ بَالْحَقِّ وَإِنَّا لَصَادِقُونَ
﴿٦٤﴾
15/Al-Hijr-64: Waataynaka bialhaqqi wa-inna lasadiqoona
En wij zijn tot jou gekomen met de Waarheid. En voorwaar, wij zijn zeker waarachtigen. (64)
فَأَسْرِ بِأَهْلِكَ بِقِطْعٍ مِّنَ اللَّيْلِ وَاتَّبِعْ أَدْبَارَهُمْ وَلاَ يَلْتَفِتْ مِنكُمْ أَحَدٌ وَامْضُواْ حَيْثُ تُؤْمَرُونَ
﴿٦٥﴾
15/Al-Hijr-65: Faasri bi-ahlika biqitAAin mina allayli waittabiAA adbarahum wala yaltafit minkum ahadun waimdoo haythu tu/maroona
Dus vertrek daarom met jouw familie in het laatste gedeelte van de nacht. En volg achter hen (jouw familie) en laat niemand van jullie omkijken en vervolg (de reis) zoals jullie bevolen is." (65)
وَقَضَيْنَا إِلَيْهِ ذَلِكَ الأَمْرَ أَنَّ دَابِرَ هَؤُلاء مَقْطُوعٌ مُّصْبِحِينَ
﴿٦٦﴾
15/Al-Hijr-66: Waqadayna ilayhi thalika al-amra anna dabira haola-i maqtooAAun musbiheena
En Wij openbaarden aan hem (Loeth) die zaak: dat zij in de ochtend zullen worden uitgeroeid. (66)
وَجَاء أَهْلُ الْمَدِينَةِ يَسْتَبْشِرُونَ
﴿٦٧﴾
15/Al-Hijr-67: Wajaa ahlu almadeenati yastabshiroona
En de bewoners van de stad (Sodom) verheugden zich. (67)
قَالَ إِنَّ هَؤُلاء ضَيْفِي فَلاَ تَفْضَحُونِ
﴿٦٨﴾
15/Al-Hijr-68: Qala inna haola-i dayfee fala tafdahooni
Hij (Loeth) zei: "Voorwaar, dit zijn mijn gasten; maakt mij dus niet te schande. (68)
وَاتَّقُوا اللّهَ وَلاَ تُخْزُونِ
﴿٦٩﴾
15/Al-Hijr-69: Waittaqoo Allaha wala tukhzooni
En vreest Allah en vernedert mij niet." (69)
قَالُوا أَوَلَمْ نَنْهَكَ عَنِ الْعَالَمِينَ
﴿٧٠﴾
15/Al-Hijr-70: Qaloo awa lam nanhaka AAani alAAalameena
Zij zeiden: "Hebben wij jou niet verboden (over ons te praten) tegen de mensen?" (70)