Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٣ / صفحة ٤٤٦

As-Saffat 1-24, Koran - Djuz' 23 - Pagina 446

Djuz'-23, Pagina-446 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-23, Pagina-446 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-23, Pagina-446 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الصّافّات

Soera As-Saffat

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

وَالصَّافَّاتِ صَفًّا ﴿١﴾
37/As-Saffat-1: Waalssaffati saffan
Bij hen die in rijen staan (de Engelen). (1)
فَالزَّاجِرَاتِ زَجْرًا ﴿٢﴾
37/As-Saffat-2: Faalzzajirati zajran
Die de wolken voortdrijven. (2)
فَالتَّالِيَاتِ ذِكْرًا ﴿٣﴾
37/As-Saffat-3: Faalttaliyati thikran
Die de Vermaning (de Koran) voordragen. (3)
إِنَّ إِلَهَكُمْ لَوَاحِدٌ ﴿٤﴾
37/As-Saffat-4: Inna ilahakum lawahidun
Voorwaar, jullie God is zeker Eén. (4)
رَبُّ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا وَرَبُّ الْمَشَارِقِ ﴿٥﴾
37/As-Saffat-5: Rabbu alssamawati waal-ardi wama baynahuma warabbu almashariqi
De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen is en de Heer van de plaatsen van zonsopgang. (5)
إِنَّا زَيَّنَّا السَّمَاء الدُّنْيَا بِزِينَةٍ الْكَوَاكِبِ ﴿٦﴾
37/As-Saffat-6: Inna zayyanna alssamaa alddunya bizeenatin alkawakibi
Voorwaar, Wij hebben de nabije hemel gesierd met een veniering: de sterren. (6)
وَحِفْظًا مِّن كُلِّ شَيْطَانٍ مَّارِدٍ ﴿٧﴾
37/As-Saffat-7: Wahifthan min kulli shaytanin maridin
En als bescherming tegen alle opstandige Satans. (7)
لَا يَسَّمَّعُونَ إِلَى الْمَلَإِ الْأَعْلَى وَيُقْذَفُونَ مِن كُلِّ جَانِبٍ ﴿٨﴾
37/As-Saffat-8: La yassammaAAoona ila almala-i al-aAAla wayuqthafoona min kulli janibin
Zij kunnen niet luisteren bij de hoogste groep (de Engelen). Er wordt naar hen geworpen vanuit alle kanten. (8)
دُحُورًا وَلَهُمْ عَذَابٌ وَاصِبٌ ﴿٩﴾
37/As-Saffat-9: Duhooran walahum AAathabun wasibun
Ter verjaging. En voor hen is er een ononderbroken bestraffing. (9)
إِلَّا مَنْ خَطِفَ الْخَطْفَةَ فَأَتْبَعَهُ شِهَابٌ ثَاقِبٌ ﴿١٠﴾
37/As-Saffat-10: Illa man khatifa alkhatfata faatbaAAahu shihabun thaqibun
Behalve wie afluisterend luistert: een gloeiende vlam achtervolgt hem. (10)
فَاسْتَفْتِهِمْ أَهُمْ أَشَدُّ خَلْقًا أَم مَّنْ خَلَقْنَا إِنَّا خَلَقْنَاهُم مِّن طِينٍ لَّازِبٍ ﴿١١﴾
37/As-Saffat-11: Faistaftihim ahum ashaddu khalqan am man khalaqna inna khalaqnahum min teenin lazibin
Vraag hen: "Zijn zij (de mensen) moeilijker om te scheppen of dat (hemel en aarde en wat er tussen is) wat wij hebben geschapen?" Voorwaar, Wij hebben hen van kleverige klei geschapen. (11)
بَلْ عَجِبْتَ وَيَسْخَرُونَ ﴿١٢﴾
37/As-Saffat-12: Bal AAajibta wayaskharoona
Jij verbaastje zelfs omdat zij (de door jou gebracht boodschap) bespotten. (12)
وَإِذَا ذُكِّرُوا لَا يَذْكُرُونَ ﴿١٣﴾
37/As-Saffat-13: Wa-itha thukkiroo la yathkuroona
En wanneer zij vermaand worden, dan nemen zij de Vemaning niet tot zich. (13)
وَإِذَا رَأَوْا آيَةً يَسْتَسْخِرُونَ ﴿١٤﴾
37/As-Saffat-14: Wa-itha raaw ayatan yastaskhiroona
En wanneer zij een Teken (een goddelijk wonder) zien, dan bespotten zij. (14)
وَقَالُوا إِنْ هَذَا إِلَّا سِحْرٌ مُّبِينٌ ﴿١٥﴾
37/As-Saffat-15: Waqaloo in hatha illa sihrun mubeenun
En zij zeggen: "Dit is niets dan duidelijke tovenarij." (15)
أَئِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَامًا أَئِنَّا لَمَبْعُوثُونَ ﴿١٦﴾
37/As-Saffat-16: A-itha mitna wakunna turaban waAAithaman a-inna lamabAAoothoona
Als wij al dood zijn en tot aarde en beenderen zijn geworden; zullen wij dan zeker opgewekt worden? (16)
أَوَآبَاؤُنَا الْأَوَّلُونَ ﴿١٧﴾
37/As-Saffat-17: Awa abaona al-awwaloona
En ook onze voorvaderen?" (17)
قُلْ نَعَمْ وَأَنتُمْ دَاخِرُونَ ﴿١٨﴾
37/As-Saffat-18: Qul naAAam waantum dakhiroona
Zeg: "Ja, en jullie zullen vemederd zijn." (18)
فَإِنَّمَا هِيَ زَجْرَةٌ وَاحِدَةٌ فَإِذَا هُمْ يَنظُرُونَ ﴿١٩﴾
37/As-Saffat-19: Fa-innama hiya zajratun wahidatun fa-itha hum yanthuroona
Het is dan slechts één bliksemslag, waarna zij om zich heen kijken. (19)
وَقَالُوا يَا وَيْلَنَا هَذَا يَوْمُ الدِّينِ ﴿٢٠﴾
37/As-Saffat-20: Waqaloo ya waylana hatha yawmu alddeeni
En zij zullen zeggen: "Wee ons, dit is de Dag des Oordeels." (20)
هَذَا يَوْمُ الْفَصْلِ الَّذِي كُنتُمْ بِهِ تُكَذِّبُونَ ﴿٢١﴾
37/As-Saffat-21: Hatha yawmu alfasli allathee kuntum bihi tukaththiboona
Dit is de Dag van de beslissing, die jullie plachten te loochenen. (21)
احْشُرُوا الَّذِينَ ظَلَمُوا وَأَزْوَاجَهُمْ وَمَا كَانُوا يَعْبُدُونَ ﴿٢٢﴾
37/As-Saffat-22: Ohshuroo allatheena thalamoo waazwajahum wama kanoo yaAAbudoona
(Tot de Engelen wordt gezegd:) "Verzamelt degenen die onrecht pleegden en hun gelijken en wat zij plachten te aanbidden. (22)
مِن دُونِ اللَّهِ فَاهْدُوهُمْ إِلَى صِرَاطِ الْجَحِيمِ ﴿٢٣﴾
37/As-Saffat-23: Min dooni Allahi faihdoohum ila sirati aljaheemi
Naast Allah. Leidt ben dan naar de weg naar Djahîm (de Hel). (23)
وَقِفُوهُمْ إِنَّهُم مَّسْئُولُونَ ﴿٢٤﴾
37/As-Saffat-24: Waqifoohum innahum masooloona
En houdt hen vast: voorwaar, zij zullen ondervraagd worden." (24)