Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٧ / صفحة ٥٢٨

Koran - Djuz' 27 - Pagina 528 (An-Najm 45-62, Al-Qamar 1-7)

Djuz'-27, Pagina-528 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-27, Pagina-528 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-27, Pagina-528 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَأَنَّهُ خَلَقَ الزَّوْجَيْنِ الذَّكَرَ وَالْأُنثَى ﴿٤٥﴾
مِن نُّطْفَةٍ إِذَا تُمْنَى ﴿٤٦﴾
وَأَنَّ عَلَيْهِ النَّشْأَةَ الْأُخْرَى ﴿٤٧﴾
وَأَنَّهُ هُوَ أَغْنَى وَأَقْنَى ﴿٤٨﴾
وَأَنَّهُ هُوَ رَبُّ الشِّعْرَى ﴿٤٩﴾
وَأَنَّهُ أَهْلَكَ عَادًا الْأُولَى ﴿٥٠﴾
وَثَمُودَ فَمَا أَبْقَى ﴿٥١﴾
وَقَوْمَ نُوحٍ مِّن قَبْلُ إِنَّهُمْ كَانُوا هُمْ أَظْلَمَ وَأَطْغَى ﴿٥٢﴾
وَالْمُؤْتَفِكَةَ أَهْوَى ﴿٥٣﴾
فَغَشَّاهَا مَا غَشَّى ﴿٥٤﴾
فَبِأَيِّ آلَاء رَبِّكَ تَتَمَارَى ﴿٥٥﴾
هَذَا نَذِيرٌ مِّنَ النُّذُرِ الْأُولَى ﴿٥٦﴾
أَزِفَتْ الْآزِفَةُ ﴿٥٧﴾
لَيْسَ لَهَا مِن دُونِ اللَّهِ كَاشِفَةٌ ﴿٥٨﴾
أَفَمِنْ هَذَا الْحَدِيثِ تَعْجَبُونَ ﴿٥٩﴾
وَتَضْحَكُونَ وَلَا تَبْكُونَ ﴿٦٠﴾
وَأَنتُمْ سَامِدُونَ ﴿٦١﴾
فَاسْجُدُوا لِلَّهِ وَاعْبُدُوا* ﴿٦٢﴾

سورة الـقمـر

اقْتَرَبَتِ السَّاعَةُ وَانشَقَّ الْقَمَرُ ﴿١﴾
وَإِن يَرَوْا آيَةً يُعْرِضُوا وَيَقُولُوا سِحْرٌ مُّسْتَمِرٌّ ﴿٢﴾
وَكَذَّبُوا وَاتَّبَعُوا أَهْوَاءهُمْ وَكُلُّ أَمْرٍ مُّسْتَقِرٌّ ﴿٣﴾
وَلَقَدْ جَاءهُم مِّنَ الْأَنبَاء مَا فِيهِ مُزْدَجَرٌ ﴿٤﴾
حِكْمَةٌ بَالِغَةٌ فَمَا تُغْنِ النُّذُرُ ﴿٥﴾
فَتَوَلَّ عَنْهُمْ يَوْمَ يَدْعُ الدَّاعِ إِلَى شَيْءٍ نُّكُرٍ ﴿٦﴾
خُشَّعًا أَبْصَارُهُمْ يَخْرُجُونَ مِنَ الْأَجْدَاثِ كَأَنَّهُمْ جَرَادٌ مُّنتَشِرٌ ﴿٧﴾
53/An-Najm-45: Waannahu khalaqa alzzawjayni alththakara waal-ontha
En dat Hij de paren heeft geschapen; de man en de vrouw? (45)
53/An-Najm-46: Min nutfatin itha tumna
Van een druppel (sperma), wanneer die wordt uitgestort? (46)
53/An-Najm-47: Waanna AAalayhi alnnash-ata al-okhra
En dat Hij het andere leven (de opwekking) voortbrengt? (47)
53/An-Najm-48: Waannahu huwa aghna waaqna
En dat Hij het is Die verrijkt en Die verarmt? (48)
53/An-Najm-49: Waannahu huwa rabbu alshshiAAra
En dat Hij de Heer van Sirius is? (49)
53/An-Najm-50: Waannahu ahlaka AAadan al-oola
En dat Hij de vroegere 'Âd vernietigd heeft? (50)
53/An-Najm-51: Wathamooda fama abqa
En de Tsamôed, toen geen van hen overbleef? (51)
53/An-Najm-52: Waqawma noohin min qablu innahum kanoo hum athlama waatgha
En daarvoor het volk van Nôeh? En voorwaar, zij waren het meest onrechtvaardig en het meest buitensporig. (52)
53/An-Najm-53: Waalmu/tafikata ahwa
En de omgekeerde steden richtte Hij ten gronde. (53)
53/An-Najm-54: Faghashshaha ma ghashsha
Toen bedekte Hij haar volledig. (54)
53/An-Najm-55: Fabi-ayyi ala-i rabbika tatamara
Welke van de genietingen van jouw Heer betwijfelen jullie dan? (55)
53/An-Najm-56: Hatha natheerun mina alnnuthuri al-oola
Hij (Moehammad) is een waarschuwer onder de voorafgaande waarschuwers. (56)
53/An-Najm-57: Azifati al-azifatu
Het nabije (Dag des Oordeels) is genaderd. (57)
53/An-Najm-58: Laysa laha min dooni Allahi kashifatun
Er is buiten Allah niemand die haar kan onthullen. (58)
53/An-Najm-59: Afamin hatha alhadeethi taAAjaboona
Zijn jullie verbaasd over deze Koran? (59)
53/An-Najm-60: Watadhakoona wala tabkoona
En lachen jullie, en huilen jullie niet? (60)
53/An-Najm-61: Waantum samidoona
Terwijl jullie (de Koran) veronachtzamen? (61)
53/An-Najm-62: Faosjudoo lillahi waoAAbudoo
Knielt dan neer voor Allah en aanbidt (Hem). (62)

Soera Al-Qamar

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

54/Al-Qamar-1: Iqtarabati alssaAAatu wainshaqqa alqamaru
Het Uur is nabij en de maan is gespleten. (1)
54/Al-Qamar-2: Wa-in yaraw ayatan yuAAridoo wayaqooloo sihrun mustamirrun
En wanneer zij een Teken zien, dan wenden zij zich af, en zeggen: "Voortdurende toverij." (2)
54/Al-Qamar-3: Wakaththaboo waittabaAAoo ahwaahum wakullu amrin mustaqirrun
En zij loochenen en volgen hun begeerten, terwijl alle zaken al zijn vastgesteld. (3)
54/Al-Qamar-4: Walaqad jaahum mina al-anba-i ma feehi muzdajarun
En voorzeker, er zijn berichten tot hen gekomen waar een afschrikking in is. (4)
54/Al-Qamar-5: Hikmatun balighatun fama tughnee alnnuthuru
Doeltreffende wijsheid, maar de waarschuwingen baten niet. (5)
54/Al-Qamar-6: Fatawalla AAanhum yawma yadAAu alddaAAi ila shay-in nukurin
Keer je daarom van hen af De Dag (zal komen) waarop een oproeper (een Engel) tot iets verschrikkelijks oproept. (6)
54/Al-Qamar-7: KhushshaAAan absaruhum yakhrujoona mina al-ajdathi kaannahum jaradun muntashirun
Met teneergeslagen blikken komen zij uit de graven tevoorschijn, alsof zij verspreidde sprinkhanen zijn. (7)