Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٣٠ / صفحة ٥٩٧

Koran - Djuz' 30 - Pagina 597 (At-Tin 1-8, Al-'Alaq 1-19)

Djuz'-30, Pagina-597 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-30, Pagina-597 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-30, Pagina-597 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الـتين

وَالتِّينِ وَالزَّيْتُونِ ﴿١﴾
وَطُورِ سِينِينَ ﴿٢﴾
وَهَذَا الْبَلَدِ الْأَمِينِ ﴿٣﴾
لَقَدْ خَلَقْنَا الْإِنسَانَ فِي أَحْسَنِ تَقْوِيمٍ ﴿٤﴾
ثُمَّ رَدَدْنَاهُ أَسْفَلَ سَافِلِينَ ﴿٥﴾
إِلَّا الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ فَلَهُمْ أَجْرٌ غَيْرُ مَمْنُونٍ ﴿٦﴾
فَمَا يُكَذِّبُكَ بَعْدُ بِالدِّينِ ﴿٧﴾
أَلَيْسَ اللَّهُ بِأَحْكَمِ الْحَاكِمِينَ ﴿٨﴾

سورة الـعلق

اقْرَأْ بِاسْمِ رَبِّكَ الَّذِي خَلَقَ ﴿١﴾
خَلَقَ الْإِنسَانَ مِنْ عَلَقٍ ﴿٢﴾
اقْرَأْ وَرَبُّكَ الْأَكْرَمُ ﴿٣﴾
الَّذِي عَلَّمَ بِالْقَلَمِ ﴿٤﴾
عَلَّمَ الْإِنسَانَ مَا لَمْ يَعْلَمْ ﴿٥﴾
كَلَّا إِنَّ الْإِنسَانَ لَيَطْغَى ﴿٦﴾
أَن رَّآهُ اسْتَغْنَى ﴿٧﴾
إِنَّ إِلَى رَبِّكَ الرُّجْعَى ﴿٨﴾
أَرَأَيْتَ الَّذِي يَنْهَى ﴿٩﴾
عَبْدًا إِذَا صَلَّى ﴿١٠﴾
أَرَأَيْتَ إِن كَانَ عَلَى الْهُدَى ﴿١١﴾
أَوْ أَمَرَ بِالتَّقْوَى ﴿١٢﴾
أَرَأَيْتَ إِن كَذَّبَ وَتَوَلَّى ﴿١٣﴾
أَلَمْ يَعْلَمْ بِأَنَّ اللَّهَ يَرَى ﴿١٤﴾
كَلَّا لَئِن لَّمْ يَنتَهِ لَنَسْفَعًا بِالنَّاصِيَةِ ﴿١٥﴾
نَاصِيَةٍ كَاذِبَةٍ خَاطِئَةٍ ﴿١٦﴾
فَلْيَدْعُ نَادِيَه ﴿١٧﴾
سَنَدْعُ الزَّبَانِيَةَ ﴿١٨﴾
كَلَّا لَا تُطِعْهُ وَاسْجُدْ وَاقْتَرِبْ* ﴿١٩﴾

Soera At-Tin

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

95/At-Tin-1: Waaltteeni waalzzaytooni
Bij de vijg en de olijf. (1)
95/At-Tin-2: Watoori seeneena
Bij de berg Sinaï. (2)
95/At-Tin-3: Wahatha albaladi al-ameeni
Bij deze veilige stad (Mekkah). (3)
95/At-Tin-4: Laqad khalaqna al-insana fee ahsani taqweemin
Voorzeker, Wij hebben de mens in de beste vorm geschapen. (4)
95/At-Tin-5: Thumma radadnahu asfala safileena
Daarna doen Wij hem terugkeren tot het laagste van het laagste. (5)
95/At-Tin-6: Illa allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati falahum ajrun ghayru mamnoonin
Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten. Voor hen is er een ononderbroken beloning. (6)
95/At-Tin-7: Fama yukaththibuka baAAdu bialddeeni
Wat doet jullie dan het oordeel nog loochenen? (7)
95/At-Tin-8: Alaysa Allahu bi-ahkami alhakimeena
Is Allah niet de Rechtvaardigste der Rechters? (8)

Soera Al-'Alaq

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

96/Al-'Alaq-1: Iqra/ bi-ismi rabbika allathee khalaqa
Lees voor! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen. (1)
96/Al-'Alaq-2: Khalaqa al-insana min AAalaqin
Hij heeft de mens geschapen van een bloedklomp. (2)
96/Al-'Alaq-3: Iqra/ warabbuka al-akramu
Lees voor! En jouw Heer is de Meest Edele. (3)
96/Al-'Alaq-4: Allathee AAallama bialqalami
Degene Die onderwezen heeft met de pen. (4)
96/Al-'Alaq-5: AAallama al-insana ma lam yaAAlam
Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist. (5)
96/Al-'Alaq-6: Kalla inna al-insana layatgha
Nee, voorwaar, de mens is zeker in overtreding. (6)
96/Al-'Alaq-7: An raahu istaghna
Omdat hij zichzelf als behoefteloos beschouwt. (7)
96/Al-'Alaq-8: Inna ila rabbika alrrujAAa
Voorwaar, tot jouw Heer is de terugkeer. (8)
96/Al-'Alaq-9: Araayta allathee yanha
Wat denk jij van hem die verbiedt? (9)
96/Al-'Alaq-10: AAabdan itha salla
Een dienaar wanneer hij de shalât verricht. (10)
96/Al-'Alaq-11: Araayta in kana AAala alhuda
Wat denk je, als hij (Mohammed) de leiding volgt? (11)
96/Al-'Alaq-12: Aw amara bialttaqwa
Of hij tot Taqwa oproept? (12)
96/Al-'Alaq-13: Araayta in kaththaba watawalla
Wat denk jij, als hij (Abôe Djahl) loochent en zich afwendt? (13)
96/Al-'Alaq-14: Alam yaAAlam bi-anna Allaha yara
Weet hij dan niet dat Allah (hem) ziet? (14)
96/Al-'Alaq-15: Kalla la-in lam yantahi lanasfaAAan bialnnasiyati
Nee, als hij niet ophoudt, dan zullen Wij hem bij zijn voorhoofdslok grijpen. (15)
96/Al-'Alaq-16: Nasiyatin kathibatin khati-atin
Een leugenachtige, zondige voorhoofdslok. (16)
96/Al-'Alaq-17: FalyadAAu nadiyahu
Laat hem dan zijn bondgenoten roepen. (17)
96/Al-'Alaq-18: SanadAAu alzzabaniyata
Wij zullen de Zabâniyah roepen. (18)
96/Al-'Alaq-19: Kalla la tutiAAhu waosjud waiqtarib
Nee, gehoorzaam hem niet, en kniel je neer en zoek toenadering (tot Allah). (19)