وَذَا النُّونِ إِذ ذَّهَبَ مُغَاضِبًا فَظَنَّ أَن لَّن نَّقْدِرَ عَلَيْهِ فَنَادَى فِي الظُّلُمَاتِ أَن لَّا إِلَهَ إِلَّا أَنتَ سُبْحَانَكَ إِنِّي كُنتُ مِنَ الظَّالِمِينَ
﴿٨٧﴾
Sofian S. Siregar
En (gedenkt) Dzôennôen toen hij kwaad wegging en meende dat Wij geen macht over hem hadden. Toen riep hij uit in de duisternissen: "Er is geen god dan U, Heilig bent U: voorwaar, ik behoorde tot de onrechtvaardigen."
Salomo Keyzer
En herdenk Dhu'lnun toen hij in woede vertrok en dacht, dat wij onze macht niet op hem konden uitoefenen. En hij riep in de duisternis uit: Er is geen God buiten u, geloofd zijt gij! Waarlijk, ik was een onrechtvaardige.