Nederlands [Veranderen]

Al-Mala'ikah-40, Soera De Engelen Verset-40

35/Al-Mala'ikah-40 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
40

Al-Mala'ikah-40, Soera De Engelen Verset-40

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Al-Mala'ikah - vers 40

سورة فاطر

Soera Al-Mala'ikah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

قُلْ أَرَأَيْتُمْ شُرَكَاءكُمُ الَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ أَرُونِي مَاذَا خَلَقُوا مِنَ الْأَرْضِ أَمْ لَهُمْ شِرْكٌ فِي السَّمَاوَاتِ أَمْ آتَيْنَاهُمْ كِتَابًا فَهُمْ عَلَى بَيِّنَةٍ مِّنْهُ بَلْ إِن يَعِدُ الظَّالِمُونَ بَعْضُهُم بَعْضًا إِلَّا غُرُورًا ﴿٤٠﴾
35/Al-Mala'ikah-40: Qul araaytum shurakaakumu allatheena tadAAoona min dooni Allahi aroonee matha khalaqoo mina al-ardi am lahum shirkun fee alssamawati am ataynahum kitaban fahum AAala bayyinatin minhu bal in yaAAidu alththalimoona baAAduhum baAAdan illa ghurooran

Sofian S. Siregar

Zeg (O Moehammad): "Hebben jullie jullie afgoden gezien die jullie naast Allah aanroepen? Toont mij wat zij van de aarde hebben geschapen, of hebben zij een aandeel in (de schepping) van de hemelen of hebben Wij hun een boek gegeven zodat zij door een bewijs daaruit gesteund worden?" Nee! De onrechtplegers beloven elkaar niets dan bedrog.

Fred Leemhuis

Zeg: "Hoe zien jullie je [zogenaamd goddelijke] metgezellen die jullie in plaats van God aanroepen? Laat mij dan zien wat zij van de aarde geschapen hebben." Hebben zij een aandeel in de hemelen of hebben Wij hun een boek gegeven zodat zij op een duidelijk bewijs steunen? Welnee, de onrechtplegers beloven elkaar slechts begoocheling. *

Salomo Keyzer

Zeg: Wat denkt gij van uwe godheden, welke gij naast God aanroept? Toont mij, welke gedeelte der aarde zij hebben geschapen; of hadden zij eenig deel in de schepping der hemelen? Hebben wij den afgodendienaars eenig boek met openbaringen gegeven, waaruit zij eenig bewijs zouden kunnen ontleenen tot wettiging hunner handelwijze? Neen! maar de goddeloozen doen elkander slechts bedriegelijke beloften.
40