وَضَرَبَ اللّهُ مَثَلاً قَرْيَةً كَانَتْ آمِنَةً مُّطْمَئِنَّةً يَأْتِيهَا رِزْقُهَا رَغَدًا مِّن كُلِّ مَكَانٍ فَكَفَرَتْ بِأَنْعُمِ اللّهِ فَأَذَاقَهَا اللّهُ لِبَاسَ الْجُوعِ وَالْخَوْفِ بِمَا كَانُواْ يَصْنَعُونَ
﴿١١٢﴾
Fred Leemhuis
God heeft een voorbeeld gegeven met een stad die in veiligheid en gerustheid verkeerde. Haar levensonderhoud kwam van elke kant tot haar in overvloed, maar zij was ongelovig aan Gods gunsten. En God liet hen het kleed van honger en vrees voelen voor wat zij aan het doen waren.
Salomo Keyzer
God stelt u als vergelijking eene stad voor, die veilig en rustig was, en tot welke de levensmiddelen van alle zijden in overvloed kwamen; maar zij verloochende, ondankbaar, Gods gunst, waardoor God haar buitengewone hongersnood en vrees deden gevoelen, om hetgeen zij had gedaan.