Nederlands [Veranderen]

Al-Hajj 1-78, Soera De Bedevaart (22/Al-Hajj)

Soera Al-Hajj - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera Al-Hajj - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera Al-Hajj - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الحج

Soera Al-Hajj

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يَا أَيُّهَا النَّاسُ اتَّقُوا رَبَّكُمْ إِنَّ زَلْزَلَةَ السَّاعَةِ شَيْءٌ عَظِيمٌ ﴿١﴾
22/Al-Hajj-1: Ya ayyuha alnnasu ittaqoo rabbakum inna zalzalata alssaAAati shay-on AAatheemun
O mensen, vreest jullie Heer. Voorwaar, de beving van het Uur zal een geweldige zaak zijn. (1)
يَوْمَ تَرَوْنَهَا تَذْهَلُ كُلُّ مُرْضِعَةٍ عَمَّا أَرْضَعَتْ وَتَضَعُ كُلُّ ذَاتِ حَمْلٍ حَمْلَهَا وَتَرَى النَّاسَ سُكَارَى وَمَا هُم بِسُكَارَى وَلَكِنَّ عَذَابَ اللَّهِ شَدِيدٌ ﴿٢﴾
22/Al-Hajj-2: Yawma tarawnaha tathhalu kullu murdiAAatin AAamma ardaAAat watadaAAu kullu thati hamlin hamlaha watara alnnasa sukara wama hum bisukara walakinna AAathaba Allahi shadeedun
Op die Dag zullen jullie het zien: ieder zogende vrouw zal haar zuigeling veronachtzamen en iedere zwangere vrouw zal haair vrucht laten vallen. En jij zult de mensen als dronken zien, hoewel zij niet dronken zijn maar de bestraffing van Allah is hard (2)
وَمِنَ النَّاسِ مَن يُجَادِلُ فِي اللَّهِ بِغَيْرِ عِلْمٍ وَيَتَّبِعُ كُلَّ شَيْطَانٍ مَّرِيدٍ ﴿٣﴾
22/Al-Hajj-3: Wamina alnnasi man yujadilu fee Allahi bighayri AAilmin wayattabiAAu kulla shaytanin mareedin
Er zijn er onder de mensen, die over Allah redetwisten, zonder kennis, en zij volgen elke iedere opstandige Satan. (3)
كُتِبَ عَلَيْهِ أَنَّهُ مَن تَوَلَّاهُ فَأَنَّهُ يُضِلُّهُ وَيَهْدِيهِ إِلَى عَذَابِ السَّعِيرِ ﴿٤﴾
22/Al-Hajj-4: Kutiba AAalayhi annahu man tawallahu faannahu yudilluhu wayahdeehi ila AAathabi alssaAAeeri
Het is hem (de Satan) voorgeschreven dat wie hem volgt, door hem tot dwaling gebracht wordt, en hij leidt hem tot de bestraffing van de Sa'îr (de Hel). (4)
يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِن كُنتُمْ فِي رَيْبٍ مِّنَ الْبَعْثِ فَإِنَّا خَلَقْنَاكُم مِّن تُرَابٍ ثُمَّ مِن نُّطْفَةٍ ثُمَّ مِنْ عَلَقَةٍ ثُمَّ مِن مُّضْغَةٍ مُّخَلَّقَةٍ وَغَيْرِ مُخَلَّقَةٍ لِّنُبَيِّنَ لَكُمْ وَنُقِرُّ فِي الْأَرْحَامِ مَا نَشَاء إِلَى أَجَلٍ مُّسَمًّى ثُمَّ نُخْرِجُكُمْ طِفْلًا ثُمَّ لِتَبْلُغُوا أَشُدَّكُمْ وَمِنكُم مَّن يُتَوَفَّى وَمِنكُم مَّن يُرَدُّ إِلَى أَرْذَلِ الْعُمُرِ لِكَيْلَا يَعْلَمَ مِن بَعْدِ عِلْمٍ شَيْئًا وَتَرَى الْأَرْضَ هَامِدَةً فَإِذَا أَنزَلْنَا عَلَيْهَا الْمَاء اهْتَزَّتْ وَرَبَتْ وَأَنبَتَتْ مِن كُلِّ زَوْجٍ بَهِيجٍ ﴿٥﴾
22/Al-Hajj-5: Ya ayyuha alnnasu in kuntum fee raybin mina albaAAthi fa-inna khalaqnakum min turabin thumma min nutfatin thumma min AAalaqatin thumma min mudghatin mukhallaqatin waghayri mukhallaqatin linubayyina lakum wanuqirru fee al-arhami ma nashao ila ajalin musamm
O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de Opstanding: voorwaar, Wij schiepen jullie uit aarde, vervolgens uit sperma, daarop uiteen bloedklonter, toen uit een vleesklomp, gevormd en niet gevormd; om aan jullie (de schepping) duidelijk te maken. En Wij laten in de baarmoeder rusten wat Wij willen, tot een bepaald tijdstip, waarna Wij voor jullie een kind (de baarmoeder) doen verlaten Daarop (is er een tijd) om jullie je leefkijd van volledige kracht te doen bereiken. En er zijn er onder jullie die weggenomen worden en er zijn er onder jullie die teruggevoerd worden tot de meest vervallen der leeftijden, zodat hij niets meer weet, na kennis (gehad te hebben). En je ziet de aarde verdord en wanneer Wij dan het water op haar doen neerdalen, beweegt zij zich en zwelt op en brengt velerlei schitterende planten voort. (5)
ذَلِكَ بِأَنَّ اللَّهَ هُوَ الْحَقُّ وَأَنَّهُ يُحْيِي الْمَوْتَى وَأَنَّهُ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ﴿٦﴾
22/Al-Hajj-6: Thalika bi-anna Allaha huwa alhaqqu waannahu yuhyee almawta waannahu AAala kulli shay-in qadeerun
Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat Hij de doden tot leven brengt en omdat Hij Almachtig over alle zaken is. (6)
وَأَنَّ السَّاعَةَ آتِيَةٌ لَّا رَيْبَ فِيهَا وَأَنَّ اللَّهَ يَبْعَثُ مَن فِي الْقُبُورِ ﴿٧﴾
22/Al-Hajj-7: Waanna alssaAAata atiyatun la rayba feeha waanna Allaha yabAAathu man fee alquboori
En omdat het Uur komt, daaraan is geen twijfel, en omdat Allah degenen die er in de graven zijn zal opwekken. (7)
وَمِنَ النَّاسِ مَن يُجَادِلُ فِي اللَّهِ بِغَيْرِ عِلْمٍ وَلَا هُدًى وَلَا كِتَابٍ مُّنِيرٍ ﴿٨﴾
22/Al-Hajj-8: Wamina alnnasi man yujadilu fee Allahi bighayri AAilmin wala hudan wala kitabin muneerin
En er zijn er onder de mensen die over Allah redetwisten, zonder kennis, zonder Leiding en zonder verlichtend Boek. (8)
ثَانِيَ عِطْفِهِ لِيُضِلَّ عَن سَبِيلِ اللَّهِ لَهُ فِي الدُّنْيَا خِزْيٌ وَنُذِيقُهُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿٩﴾
22/Al-Hajj-9: Thaniya AAitfihi liyudilla AAan sabeeli Allahi lahu fee alddunya khizyun wanutheequhu yawma alqiyamati AAathaba alhareeqi
(Trots) zijn zijde toekerend om af te doen dwalen van de Weg van Allah: voor hem is er op de wereld vermedering en Wij doen hem op de Dag der Opstanding een brandende bestraffing proeven. (9)
ذَلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ يَدَاكَ وَأَنَّ اللَّهَ لَيْسَ بِظَلَّامٍ لِّلْعَبِيدِ ﴿١٠﴾
22/Al-Hajj-10: Thalika bima qaddamat yadaka waanna Allaha laysa bithallamin lilAAabeedi
(Er wordt gezegd:) "Dat is vanwege wat jouw handen vooruitgestuurd hebben." En voorwaar, Allah is niet onrechtvardig voor de dienaren. (10)
وَمِنَ النَّاسِ مَن يَعْبُدُ اللَّهَ عَلَى حَرْفٍ فَإِنْ أَصَابَهُ خَيْرٌ اطْمَأَنَّ بِهِ وَإِنْ أَصَابَتْهُ فِتْنَةٌ انقَلَبَ عَلَى وَجْهِهِ خَسِرَ الدُّنْيَا وَالْآخِرَةَ ذَلِكَ هُوَ الْخُسْرَانُ الْمُبِينُ ﴿١١﴾
22/Al-Hajj-11: Wamina alnnasi man yaAAbudu Allaha AAala harfin fa-in asabahu khayrun itmaanna bihi wa-in asabat-hu fitnatun inqalaba AAala wajhihi khasira alddunya waal-akhirata thalika huwa alkhusranu almubeenu
En er zijn eronder mensen die Allah op de rand aanbidden: als hem iets goeds overkomt is hij daar tevreden mee, maar als hem een beproeving ten deel valt, wendt hij zijn gezicht weer af: hij verliest de wereld en het Hiernamals. Dat is het duidelijke verlies! (11)
يَدْعُو مِن دُونِ اللَّهِ مَا لَا يَضُرُّهُ وَمَا لَا يَنفَعُهُ ذَلِكَ هُوَ الضَّلَالُ الْبَعِيدُ ﴿١٢﴾
22/Al-Hajj-12: YadAAoo min dooni Allahi ma la yadurruhu wama la yanfaAAuhu thalika huwa alddalalu albaAAeedu
Hij roept naast Allah aan wat voor hem geen schade tegenhoudt en hem ook van geen nut is: dat is een verpande dwaling! (12)
يَدْعُو لَمَن ضَرُّهُ أَقْرَبُ مِن نَّفْعِهِ لَبِئْسَ الْمَوْلَى وَلَبِئْسَ الْعَشِيرُ ﴿١٣﴾
22/Al-Hajj-13: YadAAoo laman darruhu aqrabu min nafAAihi labi/sa almawla walabi/sa alAAasheeru
Hij roept iets aan waarvan zijn schade dichter bij zijn nut is. Zeker, een slechte helper, en zeker een slechte metgezel! (13)
إِنَّ اللَّهَ يُدْخِلُ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ إِنَّ اللَّهَ يَفْعَلُ مَا يُرِيدُ ﴿١٤﴾
22/Al-Hajj-14: Inna Allaha yudkhilu allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati jannatin tajree min tahtiha al-anharu inna Allaha yafAAalu ma yureedu
Voorwaar, Allah doet degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnengan, waar de rivieren onder door stromen. Voorwaar, Allah doet wat Hij wenst. (14)
مَن كَانَ يَظُنُّ أَن لَّن يَنصُرَهُ اللَّهُ فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ فَلْيَمْدُدْ بِسَبَبٍ إِلَى السَّمَاء ثُمَّ لِيَقْطَعْ فَلْيَنظُرْ هَلْ يُذْهِبَنَّ كَيْدُهُ مَا يَغِيظُ ﴿١٥﴾
22/Al-Hajj-15: Man kana yathunnu an lan yansurahu Allahu fee alddunya waal-akhirati falyamdud bisababin ila alssama-i thumma liyaqtaAA falyanthur hal yuthhibanna kayduhu ma yagheethu
En wie denkt dat Allah hem (Moehammad) niet zal helpen in de wereld en het Hiernamaals, laat hem een koord naar de hemel spannen en laat hem (zichzelf) dan afsnijden. Laat hem dan zien of zijn list dat wat woedend maakte doet verdwijnen! (15)
وَكَذَلِكَ أَنزَلْنَاهُ آيَاتٍ بَيِّنَاتٍ وَأَنَّ اللَّهَ يَهْدِي مَن يُرِيدُ ﴿١٦﴾
22/Al-Hajj-16: Wakathalika anzalnahu ayatin bayyinatin waanna Allaha yahdee man yureedu
En zo hebben Wij hem (de Koran) neergezonden, als duidelijke Verzen. En voorwaar, Allah leidt wie Hij wenst. (16)
إِنَّ الَّذِينَ آمَنُوا وَالَّذِينَ هَادُوا وَالصَّابِئِينَ وَالنَّصَارَى وَالْمَجُوسَ وَالَّذِينَ أَشْرَكُوا إِنَّ اللَّهَ يَفْصِلُ بَيْنَهُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ إِنَّ اللَّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ شَهِيدٌ ﴿١٧﴾
22/Al-Hajj-17: Inna allatheena amanoo waallatheena hadoo waalssabi-eena waalnnasara waalmajoosa waallatheena ashrakoo inna Allaha yafsilu baynahum yawma alqiyamati inna Allaha AAala kulli shay-in shaheedun
Voorwaar, degenen die geloven en de Joden en de Sabiërs en de Christenen en de magiërs en degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen: voorwaar, Allah zal tussen hen oordelen op de Dag der Opstanding. Voorwaar, Allah is van alle zaken Getuige. (17)
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يَسْجُدُ لَهُ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَمَن فِي الْأَرْضِ وَالشَّمْسُ وَالْقَمَرُ وَالنُّجُومُ وَالْجِبَالُ وَالشَّجَرُ وَالدَّوَابُّ وَكَثِيرٌ مِّنَ النَّاسِ وَكَثِيرٌ حَقَّ عَلَيْهِ الْعَذَابُ وَمَن يُهِنِ اللَّهُ فَمَا لَهُ مِن مُّكْرِمٍ إِنَّ اللَّهَ يَفْعَلُ مَا يَشَاء* ﴿١٨﴾
22/Al-Hajj-18: Alam tara anna Allaha yasjudu lahu man fee alssamawati waman fee al-ardi waalshshamsu waalqamaru waalnnujoomu waaljibalu waalshshajaru waalddawabbu wakatheerun mina alnnasi wakatheerun haqqa AAalayhi alAAathabu waman yuhini Allahu fama lahu min mukrimin i
Zie jij dan niet dat alles zich voor Allah neerknielt wat er in de hemel en op de aarde is, en de zon en de maan en de sterren en de bergen en de bomen en de dieren en een groot deel van de mensen? Maar voor velen is de bestraffing verplicht. En wie er door Allah vemederd wordt: voor hem zijn erdan geen eerbewijzers. Voorwaar, Allah doet wat Hij wil. (18)
هَذَانِ خَصْمَانِ اخْتَصَمُوا فِي رَبِّهِمْ فَالَّذِينَ كَفَرُوا قُطِّعَتْ لَهُمْ ثِيَابٌ مِّن نَّارٍ يُصَبُّ مِن فَوْقِ رُؤُوسِهِمُ الْحَمِيمُ ﴿١٩﴾
22/Al-Hajj-19: Hathani khasmani ikhtasamoo fee rabbihim faallatheena kafaroo quttiAAat lahum thiyabun min narin yusabbu min fawqi ruoosihimu alhameemu
Dit zijn twee tegenstanders die over hun Heer twisten. Voor degenen die niet geloven zulten daarom gewaden uit vuur gesneden worden, van boven hun hoofden zal kokend water worden uitgegoten. (19)
يُصْهَرُ بِهِ مَا فِي بُطُونِهِمْ وَالْجُلُودُ ﴿٢٠﴾
22/Al-Hajj-20: Yusharu bihi ma fee butoonihim waaljuloodu
Wat zich in hun buiken bevindt zal erdoor smelten en (ook) de huiden. (20)
وَلَهُم مَّقَامِعُ مِنْ حَدِيدٍ ﴿٢١﴾
22/Al-Hajj-21: Walahum maqamiAAu min hadeedin
En voor ben zijn er knotsen van ijzer. (21)
كُلَّمَا أَرَادُوا أَن يَخْرُجُوا مِنْهَا مِنْ غَمٍّ أُعِيدُوا فِيهَا وَذُوقُوا عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿٢٢﴾
22/Al-Hajj-22: Kullama aradoo an yakhrujoo minha min ghammin oAAeedoo feeha wathooqoo AAathaba alhareeqi
Telkens wanneer zij van ellende eruit willen gaan, worden zij erin teruggebracht (en wordt gezegd:) "Proeft de brandende bestraffing!" (22)
إِنَّ اللَّهَ يُدْخِلُ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ يُحَلَّوْنَ فِيهَا مِنْ أَسَاوِرَ مِن ذَهَبٍ وَلُؤْلُؤًا وَلِبَاسُهُمْ فِيهَا حَرِيرٌ ﴿٢٣﴾
22/Al-Hajj-23: Inna Allaha yudkhilu allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati jannatin tajree min tahtiha al-anharu yuhallawna feeha min asawira min thahabin walu/lu-an walibasuhum feeha hareerun
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnen doen gaan, waar de rivieren onder doof stromen. Daarin zullen zij gesierd worden met gouden armbanden en parels en hun kleding er in is van zijde. (23)
وَهُدُوا إِلَى الطَّيِّبِ مِنَ الْقَوْلِ وَهُدُوا إِلَى صِرَاطِ الْحَمِيدِ ﴿٢٤﴾
22/Al-Hajj-24: Wahudoo ila alttayyibi mina alqawli wahudoo ila sirati alhameedi
En zij werden geleid tot het goede van het gesprokene en zij werden geleid op het Pad van de Geprezene. (24)
إِنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللَّهِ وَالْمَسْجِدِ الْحَرَامِ الَّذِي جَعَلْنَاهُ لِلنَّاسِ سَوَاء الْعَاكِفُ فِيهِ وَالْبَادِ وَمَن يُرِدْ فِيهِ بِإِلْحَادٍ بِظُلْمٍ نُذِقْهُ مِنْ عَذَابٍ أَلِيمٍ ﴿٢٥﴾
22/Al-Hajj-25: Inna allatheena kafaroo wayasuddoona AAan sabeeli Allahi waalmasjidi alharami allathee jaAAalnahu lilnnasi sawaan alAAakifu feehi waalbadi waman yurid feehi bi-ilhadin bithulmin nuthiqhu min AAathabin aleemin
Voorwaar, degenen die niet geloven en van de Weg van Allah en de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee in Mekkah) afhouden, die Wij voof alle mensen gemaakt hebben; zowel de inwoner van daar als degene van buiten: en wie wenst daar het slechte te doen door onrechtpleging, hem zullen Wij een pijnlijke bestraffing doen proeven. (25)
وَإِذْ بَوَّأْنَا لِإِبْرَاهِيمَ مَكَانَ الْبَيْتِ أَن لَّا تُشْرِكْ بِي شَيْئًا وَطَهِّرْ بَيْتِيَ لِلطَّائِفِينَ وَالْقَائِمِينَ وَالرُّكَّعِ السُّجُودِ ﴿٢٦﴾
22/Al-Hajj-26: Wa-ith bawwa/na li-ibraheema makana albayti an la tushrik bee shay-an watahhir baytiya liltta-ifeena waalqa-imeena waalrrukkaAAi alssujoodi
En toen Wij voor Ibrâhîm de plaats vastelden van het Huis (zeiden Wij:) "Ken Mij in niets deelgenoten toe en reinig Mijn Huis voor de rondgaanden en de buigenden en de knielenden. (26)
وَأَذِّن فِي النَّاسِ بِالْحَجِّ يَأْتُوكَ رِجَالًا وَعَلَى كُلِّ ضَامِرٍ يَأْتِينَ مِن كُلِّ فَجٍّ عَمِيقٍ ﴿٢٧﴾
22/Al-Hajj-27: Waaththin fee alnnasi bialhajji ya/tooka rijalan waAAala kulli damirin ya/teena min kulli fajjin AAameeqin
En verkondig onder de mensen de Haddj, zij zullen te voet naar jou komen of op magere kamelen, van elke vergelegen plek. (27)
لِيَشْهَدُوا مَنَافِعَ لَهُمْ وَيَذْكُرُوا اسْمَ اللَّهِ فِي أَيَّامٍ مَّعْلُومَاتٍ عَلَى مَا رَزَقَهُم مِّن بَهِيمَةِ الْأَنْعَامِ فَكُلُوا مِنْهَا وَأَطْعِمُوا الْبَائِسَ الْفَقِيرَ ﴿٢٨﴾
22/Al-Hajj-28: Liyashhadoo manafiAAa lahum wayathkuroo isma Allahi fee ayyamin maAAloomatin AAala ma razaqahum min baheemati al-anAAami fakuloo minha waatAAimoo alba-isa alfaqeera
Zodat zij getuigen zijn van de voordelen voor hen. En de Naam van Allah uitspreken op de bekende dagen over het slachtvee waarmee Hij hen voorzien heeft. Eet er daarom van en voedt de arme behoeftige. (28)
ثُمَّ لْيَقْضُوا تَفَثَهُمْ وَلْيُوفُوا نُذُورَهُمْ وَلْيَطَّوَّفُوا بِالْبَيْتِ الْعَتِيقِ ﴿٢٩﴾
22/Al-Hajj-29: Thumma lyaqdoo tafathahum walyoofoo nuthoorahum walyattawwafoo bialbayti alAAateeqi
Dan moeten zij (de omgeving van) haar onreinheid reinigen en kun geloften vervullen een rondgang maken om het Aloudc Huis." (al Bait al 'Atîq) (29)
ذَلِكَ وَمَن يُعَظِّمْ حُرُمَاتِ اللَّهِ فَهُوَ خَيْرٌ لَّهُ عِندَ رَبِّهِ وَأُحِلَّتْ لَكُمُ الْأَنْعَامُ إِلَّا مَا يُتْلَى عَلَيْكُمْ فَاجْتَنِبُوا الرِّجْسَ مِنَ الْأَوْثَانِ وَاجْتَنِبُوا قَوْلَ الزُّورِ ﴿٣٠﴾
22/Al-Hajj-30: Thalika waman yuAAaththim hurumati Allahi fahuwa khayrun lahu AAinda rabbihi waohillat lakumu al-anAAamu illa ma yutla AAalaykum faijtaniboo alrrijsa mina al-awthani waijtaniboo qawla alzzoori
Dat is het, en wie de gewijde zaken van Allah eert: dat is beter voor hem bij zijn Heer. Aan jullie is het vee toegestaan, behalve wat is voorgelezen aan jullie. Dus vermijdt de onreinheid van de afgoden en vermijdt het spreken van het valse. (30)
حُنَفَاء لِلَّهِ غَيْرَ مُشْرِكِينَ بِهِ وَمَن يُشْرِكْ بِاللَّهِ فَكَأَنَّمَا خَرَّ مِنَ السَّمَاء فَتَخْطَفُهُ الطَّيْرُ أَوْ تَهْوِي بِهِ الرِّيحُ فِي مَكَانٍ سَحِيقٍ ﴿٣١﴾
22/Al-Hajj-31: Hunafaa lillahi ghayra mushrikeena bihi waman yushrik biAllahi fakaannama kharra mina alssama-i fatakhtafuhu alttayru aw tahwee bihi alrreehu fee makanin saheeqin
Als Hoenafâ tegenover Allah, zonder Hem deelgenoten toe te kennen, want wie aan Allah deelgenoten toekent is als iemand die uit de hemel valt, en dan dom de vogels wordt weggegrist of door de wind wordt geblazen naar een afgelegen plek. (31)
ذَلِكَ وَمَن يُعَظِّمْ شَعَائِرَ اللَّهِ فَإِنَّهَا مِن تَقْوَى الْقُلُوبِ ﴿٣٢﴾
22/Al-Hajj-32: Thalika waman yuAAaththim shaAAa-ira Allahi fa-innaha min taqwa alquloobi
Zo is het, en wie de gewijde Tekenen van Allah eer bewijst: voorwaar, dat is door het vrezen (van Allah) in de harten. (32)
لَكُمْ فِيهَا مَنَافِعُ إِلَى أَجَلٍ مُّسَمًّى ثُمَّ مَحِلُّهَا إِلَى الْبَيْتِ الْعَتِيقِ ﴿٣٣﴾
22/Al-Hajj-33: Lakum feeha manafiAAu ila ajalin musamman thumma mahilluha ila albayti alAAateeqi
Voor jullie zijn daarin voordelen voor een vastgestelde periode; vervolgens is er de offerplaats hij het Aloude Huis. (33)
وَلِكُلِّ أُمَّةٍ جَعَلْنَا مَنسَكًا لِيَذْكُرُوا اسْمَ اللَّهِ عَلَى مَا رَزَقَهُم مِّن بَهِيمَةِ الْأَنْعَامِ فَإِلَهُكُمْ إِلَهٌ وَاحِدٌ فَلَهُ أَسْلِمُوا وَبَشِّرِ الْمُخْبِتِينَ ﴿٣٤﴾
22/Al-Hajj-34: Walikulli ommatin jaAAalna mansakan liyathkuroo isma Allahi AAala ma razaqahum min baheemati al-anAAami fa-ilahukum ilahun wahidun falahu aslimoo wabashshiri almukhbiteena
En voor iedere gemeenschap hebben Wij godsdienstige gebruiken (om te offoren) vastgesteld, opdat zij de Nam van Allah zullen uitspreken over het vee, waarmee Hij hen voorzien heeft. En jullie god is de Ène God, aan Hem geven jullie je daarom over. En brengt verheugende tijdingen am ben die zich overgaven. (34)
الَّذِينَ إِذَا ذُكِرَ اللَّهُ وَجِلَتْ قُلُوبُهُمْ وَالصَّابِرِينَ عَلَى مَا أَصَابَهُمْ وَالْمُقِيمِي الصَّلَاةِ وَمِمَّا رَزَقْنَاهُمْ يُنفِقُونَ ﴿٣٥﴾
22/Al-Hajj-35: Allatheena itha thukira Allahu wajilat quloobuhum waalssabireena AAala ma asabahum waalmuqeemee alssalati wamimma razaqnahum yunfiqoona
Degenen waarvan, als de Naam van Allah genoemd wordt de harten trillen en die geduldigen zijn met wat ben treft en die de shalât onderhouden en uitgeven van dat waar Wij hen mee voorzien hebben. (35)
وَالْبُدْنَ جَعَلْنَاهَا لَكُم مِّن شَعَائِرِ اللَّهِ لَكُمْ فِيهَا خَيْرٌ فَاذْكُرُوا اسْمَ اللَّهِ عَلَيْهَا صَوَافَّ فَإِذَا وَجَبَتْ جُنُوبُهَا فَكُلُوا مِنْهَا وَأَطْعِمُوا الْقَانِعَ وَالْمُعْتَرَّ كَذَلِكَ سَخَّرْنَاهَا لَكُمْ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ ﴿٣٦﴾
22/Al-Hajj-36: Waalbudna jaAAalnaha lakum min shaAAa-iri Allahi lakum feeha khayrun faothkuroo isma Allahi AAalayha sawaffa fa-itha wajabat junoobuha fakuloo minha waatAAimoo alqaniAAa waalmuAAtarra kathalika sakhkharnaha lakum laAAallakum tashkuroona
En de kamelen (om te offeren) hebben Wij voor jullie gemaakt als behorend tot de gewijde Tekenen van Allah, daarin is goeds, voor jullie. Spreekt daarom de Naam van Allah over hen uit als zij in rijen staan (om geslacht te worden). En wanneer zij op hun zij vallen, eet dan van hen en voedt wie daar nederig om vraagt en de bedelaar. Zo hebben Wij ben aan jullie dienstbaar gemaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn. (36)
لَن يَنَالَ اللَّهَ لُحُومُهَا وَلَا دِمَاؤُهَا وَلَكِن يَنَالُهُ التَّقْوَى مِنكُمْ كَذَلِكَ سَخَّرَهَا لَكُمْ لِتُكَبِّرُوا اللَّهَ عَلَى مَا هَدَاكُمْ وَبَشِّرِ الْمُحْسِنِينَ ﴿٣٧﴾
22/Al-Hajj-37: Lan yanala Allaha luhoomuha wala dimaoha walakin yanaluhu alttaqwa minkum kathalika sakhkharaha lakum litukabbiroo Allaha AAala ma hadakum wabashshiri almuhsineena
Het is niet hun vlees en niet hun bloed dat Allah bereikt, maar wat Hem bereikt is de vrees (voor Hem). Zo heeft Hij hen aan jullie dienstbaar gemaakt, opdat jullie Allah verheerlijken omdat Hij jullie leidde. En breng verheugende tijdingen aan de weldoeners. (37)
إِنَّ اللَّهَ يُدَافِعُ عَنِ الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّ اللَّهَ لَا يُحِبُّ كُلَّ خَوَّانٍ كَفُورٍ ﴿٣٨﴾
22/Al-Hajj-38: Inna Allaha yudafiAAu AAani allatheena amanoo inna Allaha la yuhibbu kulla khawwanin kafoorin
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven verdedigen. Voorwaar, Allah houdt van geen enkele ongelovige verrader. (38)
أُذِنَ لِلَّذِينَ يُقَاتَلُونَ بِأَنَّهُمْ ظُلِمُوا وَإِنَّ اللَّهَ عَلَى نَصْرِهِمْ لَقَدِيرٌ ﴿٣٩﴾
22/Al-Hajj-39: Othina lillatheena yuqataloona bi-annahum thulimoo wa-inna Allaha AAala nasrihim laqadeerun
Toestemming (om te vechten) is gegeven aan degenen die bevochten worden, omdat zij met onrecht behandeld worden. En voorwaar, Allah is zeker bij machte hen te helpen. (39)
الَّذِينَ أُخْرِجُوا مِن دِيَارِهِمْ بِغَيْرِ حَقٍّ إِلَّا أَن يَقُولُوا رَبُّنَا اللَّهُ وَلَوْلَا دَفْعُ اللَّهِ النَّاسَ بَعْضَهُم بِبَعْضٍ لَّهُدِّمَتْ صَوَامِعُ وَبِيَعٌ وَصَلَوَاتٌ وَمَسَاجِدُ يُذْكَرُ فِيهَا اسْمُ اللَّهِ كَثِيرًا وَلَيَنصُرَنَّ اللَّهُ مَن يَنصُرُهُ إِنَّ اللَّهَ لَقَوِيٌّ عَزِيزٌ ﴿٤٠﴾
22/Al-Hajj-40: Allatheena okhrijoo min diyarihim bighayri haqqin illa an yaqooloo rabbuna Allahu walawla dafAAu Allahi alnnasa baAAdahum bibaAAdin lahuddimat sawamiAAu wabiyaAAun wasalawatun wamasajidu yuthkaru feeha ismu Allahi katheeran walayansuranna Allahu man yansu
(Zij zijn) degenen die zonder recht zijn verdreven uit hun huizen, alleen maar omdat zij zeiden: "Onze Heer is Allah." En als Allah de mensen niet van elkaar weerhield, waren kloosters, kerken en synagogen en moskeeën waarin de Naam van Allah vaak genoemd wordt, zeker verwoest. En Allah zal zeker hen helpen die Item (Zijn godsdienst) helpen. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Geweldig. (40)
الَّذِينَ إِن مَّكَّنَّاهُمْ فِي الْأَرْضِ أَقَامُوا الصَّلَاةَ وَآتَوُا الزَّكَاةَ وَأَمَرُوا بِالْمَعْرُوفِ وَنَهَوْا عَنِ الْمُنكَرِ وَلِلَّهِ عَاقِبَةُ الْأُمُورِ ﴿٤١﴾
22/Al-Hajj-41: Allatheena in makkannahum fee al-ardi aqamoo alssalata waatawoo alzzakata waamaroo bialmaAAroofi wanahaw AAani almunkari walillahi AAaqibatu al-omoori
(Zij zijn) degenen die, als Wij hen macht geven op aarde, de shalât onderhouden en de zakât betalen en het goede bevelen en het verwerpelijke verbieden. En het einde van alle zaken rust bij Allah. (41)
وَإِن يُكَذِّبُوكَ فَقَدْ كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ وَعَادٌ وَثَمُودُ ﴿٤٢﴾
22/Al-Hajj-42: Wa-in yukaththibooka faqad kaththabat qablahum qawmu noohin waAAadun wathamoodu
En wanneer zij jou loochenen (O Moehammad): waarlijk, het volk van Nôeh en de 'Âd en de Tsamôcd loochenden (hun Profeten) vóór hen. (42)
وَقَوْمُ إِبْرَاهِيمَ وَقَوْمُ لُوطٍ ﴿٤٣﴾
22/Al-Hajj-43: Waqawmu ibraheema waqawmu lootin
En het volk van Ibrâhîm en het volk van Lôeth. (43)
وَأَصْحَابُ مَدْيَنَ وَكُذِّبَ مُوسَى فَأَمْلَيْتُ لِلْكَافِرِينَ ثُمَّ أَخَذْتُهُمْ فَكَيْفَ كَانَ نَكِيرِ ﴿٤٤﴾
22/Al-Hajj-44: Waas-habu madyana wakuththiba moosa faamlaytu lilkafireena thumma akhathtuhum fakayfa kana nakeeri
En de bewoners van Madyan. En Môesa werd geloochend. Toen gaf Ik uitstel aan de ongelovigen, vervolgens bestrafte Ik hen. En hoe was mijn afkeuring? (44)
فَكَأَيِّن مِّن قَرْيَةٍ أَهْلَكْنَاهَا وَهِيَ ظَالِمَةٌ فَهِيَ خَاوِيَةٌ عَلَى عُرُوشِهَا وَبِئْرٍ مُّعَطَّلَةٍ وَقَصْرٍ مَّشِيدٍ ﴿٤٥﴾
22/Al-Hajj-45: Fakaayyin min qaryatin ahlaknaha wahiya thalimatun fahiya khawiyatun AAala AAurooshiha wabi/rin muAAattalatin waqasrin masheedin
En hoeveel steden hebben Wij niet vernietigd omdat zij onrecht pleegden waarop zij tot de bodem toe geruïneerd zijn? En (hoeveel) bronnen die verwaarloosd zijn en hoge kastelen (zijn er niet verlaten)? (45)
أَفَلَمْ يَسِيرُوا فِي الْأَرْضِ فَتَكُونَ لَهُمْ قُلُوبٌ يَعْقِلُونَ بِهَا أَوْ آذَانٌ يَسْمَعُونَ بِهَا فَإِنَّهَا لَا تَعْمَى الْأَبْصَارُ وَلَكِن تَعْمَى الْقُلُوبُ الَّتِي فِي الصُّدُورِ ﴿٤٦﴾
22/Al-Hajj-46: Afalam yaseeroo fee al-ardi fatakoona lahum quloobun yaAAqiloona biha aw athanun yasmaAAoona biha fa-innaha la taAAma al-absaru walakin taAAma alquloobu allatee fee alssudoori
Hebben zij dan niet rondgereisd op de aarde, zodat zij harten kregen om te begrijpen of oren om mee te horen? Voorwaar, de ogen zijn niet blind, maar de harten in hun binnengen zijn blind. (46)
وَيَسْتَعْجِلُونَكَ بِالْعَذَابِ وَلَن يُخْلِفَ اللَّهُ وَعْدَهُ وَإِنَّ يَوْمًا عِندَ رَبِّكَ كَأَلْفِ سَنَةٍ مِّمَّا تَعُدُّونَ ﴿٤٧﴾
22/Al-Hajj-47: WayastaAAjiloonaka bialAAathabi walan yukhlifa Allahu waAAdahu wa-inna yawman AAinda rabbika kaalfi sanatin mimma taAAuddoona
En zij vragen jou om de bestraffing te bespoedigen, Allah zet zijn belofte nooit breken. En voorwaar, één dag bij jouw Heer is als duizend jaren, zoals jullie berekenen. (47)
وَكَأَيِّن مِّن قَرْيَةٍ أَمْلَيْتُ لَهَا وَهِيَ ظَالِمَةٌ ثُمَّ أَخَذْتُهَا وَإِلَيَّ الْمَصِيرُ ﴿٤٨﴾
22/Al-Hajj-48: Wakaayyin min qaryatin amlaytu laha wahiya thalimatun thumma akhathtuha wa-ilayya almaseeru
En hoeveel steden heb ik geen uitstel gegeven, terwijl zij onrecht pleegden, waarna Ik hen bestrafte. En tot Mij is de terugkeer. (48)
قُلْ يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنَّمَا أَنَا لَكُمْ نَذِيرٌ مُّبِينٌ ﴿٤٩﴾
22/Al-Hajj-49: Qul ya ayyuha alnnasu innama ana lakum natheerun mubeenun
Zeg (O Moehammad): "O mensen, voorwaar, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer voor jullie." (49)
فَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَرِزْقٌ كَرِيمٌ ﴿٥٠﴾
22/Al-Hajj-50: Faallatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lahum maghfiratun warizqun kareemun
Degenen die geloven en goede daden verrichten, voor hen is er vergeving en een weldadige voorziening. (50)
وَالَّذِينَ سَعَوْا فِي آيَاتِنَا مُعَاجِزِينَ أُوْلَئِكَ أَصْحَابُ الْجَحِيمِ ﴿٥١﴾
22/Al-Hajj-51: Waallatheena saAAaw fee ayatina muAAajizeena ola-ika as-habu aljaheemi
En degenen die proberen Onze Verzen te ontkrachten: zij zullen de bewoners van Djahîm (de Hel) zijn." (51)
وَمَا أَرْسَلْنَا مِن قَبْلِكَ مِن رَّسُولٍ وَلَا نَبِيٍّ إِلَّا إِذَا تَمَنَّى أَلْقَى الشَّيْطَانُ فِي أُمْنِيَّتِهِ فَيَنسَخُ اللَّهُ مَا يُلْقِي الشَّيْطَانُ ثُمَّ يُحْكِمُ اللَّهُ آيَاتِهِ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ﴿٥٢﴾
22/Al-Hajj-52: Wama arsalna min qablika min rasoolin wala nabiyyin illa itha tamanna alqa alshshaytanu fee omniyyatihi fayansakhu Allahu ma yulqee alshshaytanu thumma yuhkimu Allahu ayatihi waAllahu AAaleemun hakeemun
En Wij hebben geen enkele Boodschapper of Profeet vóór jullie gestuurd zonder dat, wanneer hij (de Koran) voordroeg, de Satan iets in zijn voorlezing wierp, maar Allah heft wat de Satan erin wierp op. Vervolgens bevestigt Allah Zijn Verzen. En Allah is Alwetend, Alwijs. (52)
لِيَجْعَلَ مَا يُلْقِي الشَّيْطَانُ فِتْنَةً لِّلَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ وَالْقَاسِيَةِ قُلُوبُهُمْ وَإِنَّ الظَّالِمِينَ لَفِي شِقَاقٍ بَعِيدٍ ﴿٥٣﴾
22/Al-Hajj-53: LiyajAAala ma yulqee alshshaytanu fitnatan lillatheena fee quloobihim maradun waalqasiyati quloobuhum wa-inna alththalimeena lafee shiqaqin baAAeedin
Zodat Hij wat de Satan inwerpt als een beproeving maakt voor degenen in wiens harten er een ziekte is en wiens harten verhard zijn. En voorwaar, de onrerhtvaardigen zijn sterk vijandig. (53)
وَلِيَعْلَمَ الَّذِينَ أُوتُوا الْعِلْمَ أَنَّهُ الْحَقُّ مِن رَّبِّكَ فَيُؤْمِنُوا بِهِ فَتُخْبِتَ لَهُ قُلُوبُهُمْ وَإِنَّ اللَّهَ لَهَادِ الَّذِينَ آمَنُوا إِلَى صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ ﴿٥٤﴾
22/Al-Hajj-54: WaliyaAAlama allatheena ootoo alAAilma annahu alhaqqu min rabbika fayu/minoo bihi fatukhbita lahu quloobuhum wa-inna Allaha lahadi allatheena amanoo ila siratin mustaqeemin
En zodat degenen die kennis gegeven is, zullen weten dat het de Waarheid van jouw Heer is, zodat zij erin geloven en zij hun harten aan Hem onderwerpen. En voorwaar, Allah zal de gelovigen zeker leiden op een recht Pad. (54)
وَلَا يَزَالُ الَّذِينَ كَفَرُوا فِي مِرْيَةٍ مِّنْهُ حَتَّى تَأْتِيَهُمُ السَّاعَةُ بَغْتَةً أَوْ يَأْتِيَهُمْ عَذَابُ يَوْمٍ عَقِيمٍ ﴿٥٥﴾
22/Al-Hajj-55: Wala yazalu allatheena kafaroo fee miryatin minhu hatta ta/tiyahumu alssaAAatu baghtatan aw ya/tiyahum AAathabu yawmin AAaqeemin
Maar degenen die niet geloven zullen erover in twijfel blijven, totdat het Uur onverwachts tot hen komt of de bestraffing van een ellendige Dag hen treft. (55)
الْمُلْكُ يَوْمَئِذٍ لِّلَّهِ يَحْكُمُ بَيْنَهُمْ فَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ فِي جَنَّاتِ النَّعِيمِ ﴿٥٦﴾
22/Al-Hajj-56: Almulku yawma-ithin lillahi yahkumu baynahum faallatheena amanoo waAAamiloo alssalihati fee jannati alnnaAAeemi
De heerschappij op die Dag behoort aan Allah. Hij zal tussen hen oordelen. Daarop zullen degenen die geloven en gmde daden verrichten in de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs) zijn. (56)
وَالَّذِينَ كَفَرُوا وَكَذَّبُوا بِآيَاتِنَا فَأُوْلَئِكَ لَهُمْ عَذَابٌ مُّهِينٌ ﴿٥٧﴾
22/Al-Hajj-57: Waallatheena kafaroo wakaththaboo bi-ayatina faola-ika lahum AAathabun muheenun
En degenen die niet geloven en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen voor wie er een vernederende bestraffing is. (57)
وَالَّذِينَ هَاجَرُوا فِي سَبِيلِ اللَّهِ ثُمَّ قُتِلُوا أَوْ مَاتُوا لَيَرْزُقَنَّهُمُ اللَّهُ رِزْقًا حَسَنًا وَإِنَّ اللَّهَ لَهُوَ خَيْرُ الرَّازِقِينَ ﴿٥٨﴾
22/Al-Hajj-58: Waallatheena hajaroo fee sabeeli Allahi thumma qutiloo aw matoo layarzuqannahumu Allahu rizqan hasanan wa-inna Allaha lahuwa khayru alrraziqeena
En degenen die op de Weg van Allah uitwijken en vervolgens gedood worden of sterven. Allah zal hen zeker voorzien van een goede voorziening. Voorwaar, Allah is de Beste van de Voorzieners. (58)
لَيُدْخِلَنَّهُم مُّدْخَلًا يَرْضَوْنَهُ وَإِنَّ اللَّهَ لَعَلِيمٌ حَلِيمٌ ﴿٥٩﴾
22/Al-Hajj-59: Layudkhilannahum mudkhalan yardawnahu wa-inna Allaha laAAaleemun haleemun
Hij zal hen zeker een plaats laten binnengaan, die hen behaagt. Voorwaar, Allah is zeker Alwetend, Zachtmoedig. (59)
ذَلِكَ وَمَنْ عَاقَبَ بِمِثْلِ مَا عُوقِبَ بِهِ ثُمَّ بُغِيَ عَلَيْهِ لَيَنصُرَنَّهُ اللَّهُ إِنَّ اللَّهَ لَعَفُوٌّ غَفُورٌ ﴿٦٠﴾
22/Al-Hajj-60: Thalika waman AAaqaba bimithli ma AAooqiba bihi thumma bughiya AAalayhi layansurannahu Allahu inna Allaha laAAafuwwun ghafoorun
Zo is het. En wie straft met het gelijke van dat waar hij mee gestraft is en dan opnieuw onrechtvaardig behandeld wordt: Allah zal hen zeker helpen. Voorwaar, Allah is zeker Vergevend, Vergevensgezind. (60)
ذَلِكَ بِأَنَّ اللَّهَ يُولِجُ اللَّيْلَ فِي النَّهَارِ وَيُولِجُ النَّهَارَ فِي اللَّيْلِ وَأَنَّ اللَّهَ سَمِيعٌ بَصِيرٌ ﴿٦١﴾
22/Al-Hajj-61: Thalika bi-anna Allaha yooliju allayla fee alnnahari wayooliju alnnahara fee allayli waanna Allaha sameeAAun baseerun
Dat is omdat Allah de nacht doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan in de nacht. En omdat Allah zeker Alhorend, Alziend is. (61)
ذَلِكَ بِأَنَّ اللَّهَ هُوَ الْحَقُّ وَأَنَّ مَا يَدْعُونَ مِن دُونِهِ هُوَ الْبَاطِلُ وَأَنَّ اللَّهَ هُوَ الْعَلِيُّ الْكَبِيرُ ﴿٦٢﴾
22/Al-Hajj-62: Thalika bi-anna Allaha huwa alhaqqu waanna ma yadAAoona min doonihi huwa albatilu waanna Allaha huwa alAAaliyyu alkabeeru
Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat wat zij naast Hem aanroepen vals is en omdat Allah de Verhevene, de Grootste is. (62)
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ أَنزَلَ مِنَ السَّمَاء مَاء فَتُصْبِحُ الْأَرْضُ مُخْضَرَّةً إِنَّ اللَّهَ لَطِيفٌ خَبِيرٌ ﴿٦٣﴾
22/Al-Hajj-63: Alam tara anna Allaha anzala mina alssama-i maan fatusbihu al-ardu mukhdarratan inna Allaha lateefun khabeerun
Zie jij niet dat Allah water uit de hemelen doet neerdalen? Zo wordt de aarde groen. Voorwaar, Allah is zeker Zachtmoedig, Alwetend. (63)
لَهُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ وَإِنَّ اللَّهَ لَهُوَ الْغَنِيُّ الْحَمِيدُ ﴿٦٤﴾
22/Al-Hajj-64: Lahu ma fee alssamawati wama fee al-ardi wa-inna Allaha lahuwa alghaniyyu alhameedu
Aan Hem behoort wat er in de hemelen en op de aarde is. En voorwaar, Allah is zeker de Behoefteloze, de Geprezene. (64)
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ سَخَّرَ لَكُم مَّا فِي الْأَرْضِ وَالْفُلْكَ تَجْرِي فِي الْبَحْرِ بِأَمْرِهِ وَيُمْسِكُ السَّمَاء أَن تَقَعَ عَلَى الْأَرْضِ إِلَّا بِإِذْنِهِ إِنَّ اللَّهَ بِالنَّاسِ لَرَؤُوفٌ رَّحِيمٌ ﴿٦٥﴾
22/Al-Hajj-65: Alam tara anna Allaha sakhkhara lakum ma fee al-ardi waalfulka tajree fee albahri bi-amrihi wayumsiku alssamaa an taqaAAa AAala al-ardi illa bi-ithnihi inna Allaha bialnnasi laraoofun raheemun
Zie jij niet dat Allah alles op de aarde en de schepen die over de zeeën rondvaren op zijn bevel aan jullie dienstbaar heeft gemaakt? En dat Hij de hemelen weerhoudt op de aarde te vallen, alleen maar door Zijn toestemming? Voorwaar, Allah is voor de mensen zeker Zachtmoedig, Meest Bamhartig. (65)
وَهُوَ الَّذِي أَحْيَاكُمْ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يُحْيِيكُمْ إِنَّ الْإِنسَانَ لَكَفُورٌ ﴿٦٦﴾
22/Al-Hajj-66: Wahuwa allathee ahyakum thumma yumeetukum thumma yuhyeekum inna al-insana lakafoorun
En Hij is het Die jullie doet leven en dan doet sterven en jullie vervolgens doet leven. Voorwaar, de mens is zeker ondankbaar. (66)
لِكُلِّ أُمَّةٍ جَعَلْنَا مَنسَكًا هُمْ نَاسِكُوهُ فَلَا يُنَازِعُنَّكَ فِي الْأَمْرِ وَادْعُ إِلَى رَبِّكَ إِنَّكَ لَعَلَى هُدًى مُّسْتَقِيمٍ ﴿٦٧﴾
22/Al-Hajj-67: Likulli ommatin jaAAalna mansakan hum nasikoohu fala yunaziAAunnaka fee al-amri waodAAu ila rabbika innaka laAAala hudan mustaqeemin
Voor iedere gemeenschap hebben Wij godsdienstige gebruiken vastgesteld, die zij moeten volgen. Laat hen daarom niet met jou over de zaak twisten, en roep op tot jouw Heer: voorwaar, jij volgt zeker rechte Leiding. (67)
وَإِن جَادَلُوكَ فَقُلِ اللَّهُ أَعْلَمُ بِمَا تَعْمَلُونَ ﴿٦٨﴾
22/Al-Hajj-68: Wa-in jadalooka faquli Allahu aAAlamu bima taAAmaloona
En als zij met jou twisten zeg dan: "Allah weet beter wat jullie doen." (68)
اللَّهُ يَحْكُمُ بَيْنَكُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ فِيمَا كُنتُمْ فِيهِ تَخْتَلِفُونَ ﴿٦٩﴾
22/Al-Hajj-69: Allahu yahkumu baynakum yawma alqiyamati feema kuntum feehi takhtalifoona
Allah zal op de Dag der Opstanding onder jullie oordelen over dat waarover jullie plachten te redetwistten. (69)
أَلَمْ تَعْلَمْ أَنَّ اللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاء وَالْأَرْضِ إِنَّ ذَلِكَ فِي كِتَابٍ إِنَّ ذَلِكَ عَلَى اللَّهِ يَسِيرٌ ﴿٧٠﴾
22/Al-Hajj-70: Alam taAAlam anna Allaha yaAAlamu ma fee alssama-i waal-ardi inna thalika fee kitabin inna thalika AAala Allahi yaseerun
Weet jij niet dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is? Voorwaar, dat is in een Boek (Lauhoelmahfôezh). Voorwaar, dat is voor Allah gemakkelijk. (70)
وَيَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ مَا لَمْ يُنَزِّلْ بِهِ سُلْطَانًا وَمَا لَيْسَ لَهُم بِهِ عِلْمٌ وَمَا لِلظَّالِمِينَ مِن نَّصِيرٍ ﴿٧١﴾
22/Al-Hajj-71: WayaAAbudoona min dooni Allahi ma lam yunazzil bihi sultanan wama laysa lahum bihi AAilmun wama lilththalimeena min naseerin
En zij aanbidden naast Allah dat waarover Hij geen bewijs neergezonden heeft en waarover zij geen kennis hebben. En voor de onrechtplegers zal ef geen helper zijn. (71)
وَإِذَا تُتْلَى عَلَيْهِمْ آيَاتُنَا بَيِّنَاتٍ تَعْرِفُ فِي وُجُوهِ الَّذِينَ كَفَرُوا الْمُنكَرَ يَكَادُونَ يَسْطُونَ بِالَّذِينَ يَتْلُونَ عَلَيْهِمْ آيَاتِنَا قُلْ أَفَأُنَبِّئُكُم بِشَرٍّ مِّن ذَلِكُمُ النَّارُ وَعَدَهَا اللَّهُ الَّذِينَ كَفَرُوا وَبِئْسَ الْمَصِيرُ ﴿٧٢﴾
22/Al-Hajj-72: Wa-itha tutla AAalayhim ayatuna bayyinatin taAArifu fee wujoohi allatheena kafaroo almunkara yakadoona yastoona biallatheena yatloona AAalayhim ayatina qul afaonabbi-okum bisharrin min thalikum alnnaru waAAadaha Allahu allatheena kafaroo wabi/sa almaseeru
En wanneer de duidelijke Verzen aan hen worden voorgedragen herken jij op de gezichten van de degenen die ongelovig zijn de afkeuring. Zij staan op het punt om degenen die Onze Verzen aan hen voordragen aan te vallen. Zeg (O Moehammad): "Zal ik jullie op de hoogte brengen van wat slechter dan dat is? De Hel! En Allah beloofde die aan degenen die ongelovig zijn, en dat is een slechte bestemming." (72)
يَا أَيُّهَا النَّاسُ ضُرِبَ مَثَلٌ فَاسْتَمِعُوا لَهُ إِنَّ الَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ لَن يَخْلُقُوا ذُبَابًا وَلَوِ اجْتَمَعُوا لَهُ وَإِن يَسْلُبْهُمُ الذُّبَابُ شَيْئًا لَّا يَسْتَنقِذُوهُ مِنْهُ ضَعُفَ الطَّالِبُ وَالْمَطْلُوبُ ﴿٧٣﴾
22/Al-Hajj-73: Ya ayyuha alnnasu duriba mathalun faistamiAAoo lahu inna allatheena tadAAoona min dooni Allahi lan yakhluqoo thubaban walawi ijtamaAAoo lahu wa-in yaslubuhumu alththubabu shay-an la yastanqithoohu minhu daAAufa alttalibu waalmatloobu
O mensen! Er wordt eren vergelijking gemaakt, luistert ernaar! Voorwaar, degenen die jullie naast Allah aanroepen zullen nooit een vlieg kunnen scheppen, al kwamen zij daarvoor allen bijelkaar! En als de vlieg iets van hen zou weggrissen, kunnen zij het niet van hem terugpakken. Zwak is hij die er naar zoekt en het gezochte! (73)
مَا قَدَرُوا اللَّهَ حَقَّ قَدْرِهِ إِنَّ اللَّهَ لَقَوِيٌّ عَزِيزٌ ﴿٧٤﴾
22/Al-Hajj-74: Ma qadaroo Allaha haqqa qadrihi inna Allaha laqawiyyun AAazeezun
Zij schatten Allah niet op de Zijn ware nucht in. Voorwaar, Allah is zeker Sterk, Machtig. (74)
اللَّهُ يَصْطَفِي مِنَ الْمَلَائِكَةِ رُسُلًا وَمِنَ النَّاسِ إِنَّ اللَّهَ سَمِيعٌ بَصِيرٌ ﴿٧٥﴾
22/Al-Hajj-75: Allahu yastafee mina almala-ikati rusulan wamina alnnasi inna Allaha sameeAAun baseerun
Allah kiest uit de Engelen gezanten en uit de mensen (Boodschappers). Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziend. (75)
يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ وَإِلَى اللَّهِ تُرْجَعُ الأمُورُ ﴿٧٦﴾
22/Al-Hajj-76: YaAAlamu ma bayna aydeehim wama khalfahum wa-ila Allahi turjaAAu al-omooru
Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en tot Allah worden alle zaken teruggebracht. (76)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا ارْكَعُوا وَاسْجُدُوا وَاعْبُدُوا رَبَّكُمْ وَافْعَلُوا الْخَيْرَ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ* ﴿٧٧﴾
22/Al-Hajj-77: Ya ayyuha allatheena amanoo irkaAAoo waosjudoo waoAAbudoo rabbakum waifAAaloo alkhayra laAAallakum tuflihoona
O jullie die geloven: buigt en knielt en aanbidt jullie Heer en doet het goede. Hopelijk zullen jullie welslagen. (77)
وَجَاهِدُوا فِي اللَّهِ حَقَّ جِهَادِهِ هُوَ اجْتَبَاكُمْ وَمَا جَعَلَ عَلَيْكُمْ فِي الدِّينِ مِنْ حَرَجٍ مِّلَّةَ أَبِيكُمْ إِبْرَاهِيمَ هُوَ سَمَّاكُمُ الْمُسْلِمينَ مِن قَبْلُ وَفِي هَذَا لِيَكُونَ الرَّسُولُ شَهِيدًا عَلَيْكُمْ وَتَكُونُوا شُهَدَاء عَلَى النَّاسِ فَأَقِيمُوا الصَّلَاةَ وَآتُوا الزَّكَاةَ وَاعْتَصِمُوا بِاللَّهِ هُوَ مَوْلَاكُمْ فَنِعْمَ الْمَوْلَى وَنِعْمَ النَّصِيرُ ﴿٧٨﴾
22/Al-Hajj-78: Wajahidoo fee Allahi haqqa jihadihi huwa ijtabakum wama jaAAala AAalaykum fee alddeeni min harajin millata abeekum ibraheema huwa sammakumu almuslimeena min qablu wafee hatha liyakoona alrrasoolu shaheedan AAalaykum watakoonoo shuhadaa AAala alnnasi faaqe
En streeft naar Allah volgens het streven waar Hij rechtop heeft. Hij heeft jullie uitgekozen en Hij heeft het jullie in de godsdienst niet moeilijk gemaakt: (volgt) de godsdienst van jullie vader Ibrâhîm. Hij is degene die jullie Moslims genoemd heeft, vroeger en hierin (de Koran): opdat de Boodschapper getuige is voor jullie en opdat jullie getuigen zijn voor de mensen. Onderhoudt dus de shalât en geeft de zakât en houdt jullie vast ma Allah, Hij is jullie Meester: de beste Meester en de beste Helper! (78)