Nederlands [Veranderen]

Ar-Ra'd-16, Soera De Donder Verset-16

13/Ar-Ra'd-16 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  
16

Ar-Ra'd-16, Soera De Donder Verset-16

Vergelijk alle Nederlandse vertalingen van Surah Ar-Ra'd - vers 16

سورة الرّعد

Soera Ar-Ra'd

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

قُلْ مَن رَّبُّ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضِ قُلِ اللّهُ قُلْ أَفَاتَّخَذْتُم مِّن دُونِهِ أَوْلِيَاء لاَ يَمْلِكُونَ لِأَنفُسِهِمْ نَفْعًا وَلاَ ضَرًّا قُلْ هَلْ يَسْتَوِي الأَعْمَى وَالْبَصِيرُ أَمْ هَلْ تَسْتَوِي الظُّلُمَاتُ وَالنُّورُ أَمْ جَعَلُواْ لِلّهِ شُرَكَاء خَلَقُواْ كَخَلْقِهِ فَتَشَابَهَ الْخَلْقُ عَلَيْهِمْ قُلِ اللّهُ خَالِقُ كُلِّ شَيْءٍ وَهُوَ الْوَاحِدُ الْقَهَّارُ ﴿١٦﴾
13/Ar-Ra'd-16: Qul man rabbu alssamawati waal-ardi quli Allahu qul afaittakhathtum min doonihi awliyaa la yamlikoona li-anfusihim nafAAan wala darran qul hal yastawee al-aAAma waalbaseeru am hal tastawee alththulumatu waalnnooru am jaAAaloo lillahi shurakaa khalaqoo kak

Sofian S. Siregar

Zeg: "Wie is de Heer van de hemelen en de aarde?" Zeg: "Allah." Zeg.- "Nemen jullie dan naast Hem beschermers, terwijl zij geen macht hebben om voor zichzelf nut (te verwerven) of schade (af te wenden). Zeg: "Zijn de blinden en de zienden gelijk, of zijn de duisternissen en het licht aan elkaar gelijk? Of kenden zij naast Allah deelgenoten toe. die iets geschapen zouden hebben, zoals Zijn schepping?" Zodat het scheppen voor hen hetzelfde is, zeg: "Allah is de Schepper van alles en Hij is de Ene, de Overweldiger."

Fred Leemhuis

Zeg: "Wie is de Heer van de hemelen en de aarde?" Zeg: "God." Zeg: "Nemen jullie je dan in plaats van Hem beschermers die niet eens macht hebben om voor zichzelf tot nut of tot schade te zijn?" Zeg: "Zijn de blinde en de ziende gelijk of zijn de duisternis en het licht gelijk of hebben zij naast God metgezellen geplaatst die geschapen zouden hebben zoals Hij geschapen heeft zodat voor hen het scheppen gelijksoortig lijkt?" Zeg: "God is de schepper van alles en Hij is de éne, de albeheerser."

Salomo Keyzer

Zeg: Wie is de Heer van hemel en aarde? Antwoord: God! Zeg: hebt gij daarom onder u zelven beschermers naast hem gekozen, die niet in staat zijn, hetzij te helpen, hetzij zich zelven tegen ongevallen te verdedigen? Zeg: zullen de blinde en de ziende gelijk geschat worden? of zullen duisternis en licht gelijk gesteld zijn? Zullen zij andere goden naast God plaatsen, welke zij geschapen hebben, zoo als God heeft geschapen, zoo dat de beide scheppingen zich in hunne oogen met elkander verwarren? Zeg veeleer: God is de schepper van alle dingen; hij is de eeuwige glorierijke God.
16